Hoe ráák kan een schrijver – Vlaming, geboren in 1967 – de vinger op de zere plek leggen. Goed of fout… het is een onbeantwoordbare vraag, die in 2017 nog niets aan actualiteit heeft ingeboet.
Wilfried Wils is twintig als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt. Hij heeft poëtische aspiraties maar zijn mentor helpt hem aan een baantje als hulpagent. Hulpagent in het Antwerpen van de jaren ’40, ten tijde van de Duitse bezetting en het wegvoeren van de joden. Wils’ rol is een dubieuze. Hoe kan het ook anders in een dergelijke situatie.
De oude Wils, inmiddels in de negentig, kijkt terug op deze tijd, beschrijft zijn handelingen en die van de mensen om hem heen. Zijn vriendschap met collega Lode en zijn relatie (en later huwelijk) met diens zus Yvette. En steeds is daar de keuze: voor of tegen de Duitsers, de joden, zichzelf. Heen en weer gaand tussen heden en verleden word je deel van de gebeurtenissen, van de emoties, van de onmacht te begrijpen hoe de dingen konden gebeuren zoals ze gebeurden. En dat alles in dat vaak rauwe en harde, maar o zo charmante Vlaams.
Een meesterwerk dat je niet meer loslaat. Misschien wint het straks de Libris Literatuurprijs 2017. Voor mij is het in elk geval de winnaar.
Over Marjan Maandag
Marjan Maandag is redacteur bij Managementboek.