

Asser Procesrecht 4 Hoger Beroep
Samenvatting
Hoger beroep is een complex leerstuk in het procesrecht. Deze uitgave schept orde in de uiteenlopende kwesties die hierbinnen voorkomen. Van de basisfundamenten – zoals de appellabiliteit, de verschillende partijen in hoger beroep en de appeldagvaarding – tot specifieke onderwerpen als memorie van antwoord, niet-ontvankelijkheden en het incidentele hoger beroep.
Hoe verloopt een hoger beroep procedure in de praktijk? Welke verschijningsvormen kent het? En welke incidenten liggen erbij op de loer?
Asser-deel Procesrecht 4 Hoger beroep ontleedt de complexe juridische werkelijkheid achter het hoger beroep. Het werpt zowel een wetenschappelijke als praktijkgeoriënteerde blik op tal van aspecten kenmerkend voor dit ingewikkelde leerstuk binnen het procesrecht. Hiermee verkrijgt de lezer een volwaardig overzicht van de actuele stand van zaken. De uitgave is geschikt voor rechters, advocaten, adviseurs en wetenschappers.
De uitgave zet een breed scala aan onderwerpen uiteen, van de grondbeginselen tot specifieke vraagstukken. De lezer maakt hierbij grondig kennis met de relevante theorie en actuele jurisprudentie. Een greep uit de onderwerpen:
- appellabiliteit
- partijen in hoger beroep
- de appeldagvaarding
- het grievenstelsel
- de memorie van antwoord
- niet-ontvankelijkheden
- het incidentele hoger beroep
- de rol van het bewijs
- de meest voorkomende incidenten in appel
- hoger beroep tegen beschikkingen
- de veroordeling in de proceskosten
- hoger beroep en kort geding
- het geding na cassatie en verwijzing
- de taak en rol van de appelrechter
Deze nieuwste editie is geactualiseerd naar de stand van zaken per 1 januari 2018. De auteurs zijn allen in diverse hoedanigheden verbonden (geweest) aan de Hoge Raad en hebben bovendien elk de functie van appelrechter bekleed.
Specificaties
Over Fred Hammerstein
Over Els Wesseling-van Gent
Inhoudsopgave
Voorwoord bij de derde druk XI
Uitgebreide inhoudsopgave XVII
Lijst van verkort aangehaalde werken XXVII
Hoofdstuk 1 - Inleiding 1
1.1 Het hoger beroep naar de kern genomen 1
1.2 De wijze van procederen in hoger beroep en de taak van de appelrechter 6
1.3 De werking van het hoger beroep 8
1.4 Rechtspraak in twee feitelijke instanties als uitgangspunt van wetgeving 10
Hoofdstuk 2 - Appellabiliteit 11
2.1 Appellabiliteit als uitgangspunt 11
2.2 De in het algemeen geldende appelgrens 12
2.3 Vorderingen van onbepaalde waarde en de optelregel 17
2.4 Specifieke wettelijke uitsluitingen van hoger beroep 20
2.5 Doorbreking van een specifiek wettelijk rechtsmiddelenverbod 22
2.6 Doorbreking en incidenteel appel 25
2.7 Tussentijds appel van een tussenvonnis 26
2.8 Argumenten voor wettelijke uitsluiting van tussentijds appel 28
2.9 Tussenvonnis, eindvonnis en deelvonnis 31
2.10 Doorbreking van het verbod van tussentijds appel 33
2.11 Appeltermijn 37
2.12 Appel bij een onbevoegd hof 42
Hoofdstuk 3 - Partijen in hoger beroep 43
3.1 Wie kan appel instellen 43
3.2 Wie zijn partijen in hoger beroep? 46
3.3 Rechtsstrijd tussen meer dan twee partijen 49
3.4 Partijwisseling 52
3.5 Uitzonderingen op de regel dat een rechtsmiddel dat wordt ingesteld tegen of door de verkeerde partij, tot niet-ontvankelijkheid leidt 58
3.6 De grenzen van de deformalisering; in de literatuur geleverde kritiek 63
3.7 De hoedanigheid van procespartijen 64
Hoofdstuk 4 - De appeldagvaarding en de inschrijving daarvan ter rolle 67
4.1 Wijze van instellen van hoger beroep. De appeldagvaarding 67
4.2 Betekening van de appeldagvaarding 70
4.3 Aanhangigheid en inschrijving ter rolle 75
4.4 Nietigheden, inschrijvingsverzuimen en herstelexploot 76
4.5 Belang van het standpunt van verweerder in geval van gebreken in het appelexploot 82
4.6 Herstel van fouten en de eisen van een goede procesorde, een glijdende schaal 84
Hoofdstuk 5 - De twee-eenheid van het grievenstelsel en de devolutieve werking; algemene opmerkingen 87
5.1 Achtergrond en historie 87
5.2 Het door de Hoge Raad ontwikkelde stelsel; ruime en enge opvatting van het begrip grief 90
5.3 Aan het grievenstelsel verbonden bezwaren 97
5.4 De verhouding tussen de eerste instantie en het hoger beroep 98
5.5 Externe en interne rechtsvergelijking 102
Hoofdstuk 6 - De memorie van grieven 107
6.1 Het grievenstelsel en de eisen van een goede procesorde 107
6.2 De wijze waarop en het stadium waarin appellant zijn bezwaren tegen de bestreden uitspraak naar voren dient te brengen. De in beginsel strakke regel 108
6.3 Drie uitzonderingen op de ‘in beginsel strakke regel’ 111
6.4 De duidelijkheid waarmee appellant zijn bezwaren tegen de bestreden uitspraak naar voren dient te brengen 120
6.5 De definitieve omlijning van het hoger beroep 123
6.6 Het verbod van reformatio in peius 127
Hoofdstuk 7 - De devolutieve werking van het appel 129
7.1 Begrip en rechtsvergelijking 129
7.2 De devolutieve werking in ons recht en de voorshands verborgen ‘tweede fase’ van het geding 132
7.3 ‘Tweede fase’-stellingen: van ‘mits gehandhaafd’ tot ‘tenzij prijsgegeven’ 138
7.4 Twee lastige arresten: Gouda/Lutz en Utimaco 140
7.5 Beperking van de afwenteling van het geschil op de appelrechter 144
Hoofdstuk 8 - Het tussentijds appel 149
8.1 Evocatie en prorogatie; de eisen van een goede procesorde 149
8.2 De verdere behandeling na verwijzing van de zaak 151
Hoofdstuk 9 - Het effect van de devolutieve werking van het tussentijds appel voor de eerste instantie 153
9.1 De schorsende werking van het tussentijds appel 153
9.2 Uitvoerbaarverklaring bij voorraad 155
Hoofdstuk 10 - Beperking en verruiming van het processuele debat in hoger beroep 157
10.1 Beperking van het processuele debat; de leer van de bindende eindbeslissing 157
10.2 Verruiming van het processuele debat in hoger beroep 161
10.3 Nieuwe feiten 165
10.4 Verandering of vermeerdering van eis 166
10.5 Nieuwe verweren 170
10.6 Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden 171
10.7 De openbare orde 174
Hoofdstuk 11 - De memorie van antwoord 181
11.1 Verweer in hoger beroep/incidenteel appel 181
Hoofdstuk 12 - Niet-ontvankelijkheden 183
12.1 Gronden voor niet-ontvankelijkheid 183
12.2 Belang bij het beroep 184
12.3 Verbetering van kennelijke fouten in en aanvulling van reeds gedane uitspraken 187
12.4 Berusting 190
12.5 Verzuim van aantekening in het rechtsmiddelenregister en van kennisgeving rechtsmiddel 193
12.6 De achtergebleven partij 195
12.7 Niet alle betrokken partijen zijn in het geding geroepen 196
Hoofdstuk 13 - Het incidentele hoger beroep 201
13.1 Verzelfstandiging 201
13.2 Hoe en wanneer? 204
Hoofdstuk 14 - Het bewijs in hoger beroep 207
14.1 Inleiding 207
14.2 Bewijsaanbod in hoger beroep 207
14.3 Bewijs en grievenstelsel 212
Hoofdstuk 15 - Incidenten 215
15.1 Vrijwaring 215
15.2 Voeging en tussenkomst 216
15.3 Gedwongen deelname 217
15.4 Voorlopige voorziening 218
15.5 Uitvoerbaarverklaring bij voorraad en schorsing van de tenuitvoerlegging 219
Hoofdstuk 16 - Hoger beroep van beschikkingen 221
16.1 Appellabiliteit en partijen 221
16.2 Wijze van procederen 222
16.3 De verplichting gronden (grieven) aan te voeren 228
16.4 Overige regels 230
Hoofdstuk 17 - De proceskosten 237
17.1 Overeenkomstige toepassing van art. 237 Rv 237
Hoofdstuk 18 - Hoger beroep in kort geding 241
18.1 Enkele bijzondere regels 241
Hoofdstuk 19 - Het geding na cassatie en verwijzing 245
19.1 Inleiding 245
19.2 De binding van de verwijzingsrechter aan vóór cassatie gegeven, onbestreden beslissingen 249
19.3 De mogelijkheid voor partijen om nieuwe feitelijke stellingen aan te voeren 250
19.4 Ambtshalve aanvulling van rechtsgronden door de verwijzingsrechter 252
Hoofdstuk 20 - Over de appelrechter 255
20.1 Taak en werkwijze van de appelrechter 255
Zakenregister 263
Wetsartikelenregister 275
Jurisprudentieregister 281
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht