Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding
Samenvatting
Deze uitgave maakt u op efficiënte wijze wegwijs in het verbintenissenrecht, het buiten-contractuele aansprakelijkheidsrecht en het schadevergoedingsrecht. Deze achtste druk is volledig geactualiseerd aan de hand van recente jurisprudentie en wetswijzigingen. De uitgave geeft een systematisch overzicht, begeleid door sprekende voorbeelden. Ideaal voor het onderwijs.
Dit studieboek werpt licht op het onderwerp verbintenissen uit de wet en schadevergoeding. Het brengt daarbij het buiten-contractuele aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht voor het voetlicht.
In Verbintenissen uit de wet en Schadevergoeding komen alle kernpunten van dit juridische speelveld aan bod. In het bijzonder gaat er aandacht uit naar:
- de algemene bepalingen met betrekking tot onrechtmatige daad (afd. 6.3.1);
- de verschillende kwalitatieve aansprakelijkheden (afd. 6.3.2 en 6.3.3);
- oneerlijke handelspraktijken (afd. 6.3.3A), schending van mededingingsrecht (afd. 6.3.3B) en misleidende reclame (afd. 6.3.4);
- verkeersaansprakelijkheid (art. 185 WVW);
- de onrechtmatige overheidsdaad;
- aansprakelijkheid ter zake van arbeidsongevallen en beroepsziekten
(art. 7:658 en art. 7:611);
- het schadevergoedingsrecht (afd. 6.1.10) en de tijdelijke regeling verhaalsrechten (afd. 6.3.5);
- de overige verbintenissen uit de wet: zaakwaarneming, onverschuldigde betaling en ongerechtvaardigde verrijking (titel 6.4).
Verbintenissen & schadevergoeding
Naast het bovenstaande geeft deze titel antwoord op de vraag welke vorderingen en collectieve acties op het buiten-contractuele aansprakelijkheidsrecht kunnen worden gebaseerd. Ook buigt de publicatie zich over het leerstuk van verjaring.
Met deze uitgave bent u bovendien weer volledig op de hoogte van alle recente wetswijzigingen. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van het recht op vergoeding van affectieschade en van de afdeling met betrekking tot schending van mededingingsrecht.
Specificaties
Over A.L.M. Keirse
Inhoudsopgave
Lijst van afkortingen / XXV
Verkort aangehaalde literatuur / XXVII
HOOFDSTUK 1
Algemene inleiding / 1
1.1 Het thema / 1
1. Verbintenissen uit de wet en schadevergoeding / 1
2. Verbintenis, rechtsplicht, vermogensrecht, nakoming / 2
3. Plaats van ‘verbintenissen uit de wet’ in de wet / 2
4. Samenloop wanprestatie en onrechtmatige daad / 3
5. Rechtvaardiging voor het ontstaan van verbintenissen / 5
6. Vertrekpunt: ieder draagt zijn eigen schade… / 6
7. Doelen van het aansprakelijkheidsrecht / 8
8. Onderscheid en samenhang met strafrecht / 9
9. Aansprakelijkheid en verzekering / 11
10. Maatschappelijke en juridische ontwikkeling / 12
11. Europeanisering / 14
12. Rechtsvergelijking / 16
HOOFDSTUK 2
Aansprakelijkheid voor eigen gedrag op grond van art. 6:162 / 19
2.1 Inleiding / 19
13. Overzicht van de stof / 19
14. Het wettelijk systeem / 20
15. De onrechtmatige gedraging / 20
16. De toerekening / 21
17. Aansprakelijkheid van rechtspersonen / 21
18. De onrechtmatigheid van de gedraging en de betekenis van de rechtvaardigingsgrond / 23
19. De relativiteit van de normschending / 24
20. Onderlinge verhouding van de onrechtmatigheidscriteria / 25
21. Strijd met de wet en inbreuk vroeger als enige criteria / 26
22. De verruiming door Lindenbaum-Cohen / 26
2.2 Strijd met een wettelijke plicht / 27
23. Hoofdregel / 27
24. Specifieke voorschriften / 28
25. De rol van wettelijke strafbepalingen / 28
26. Sterkere positie bij schending wettelijke norm / 29
27. Bijkomende voordelen van het zich kunnen beroepen op de schending van een wettelijke norm / 30
28. Soms speelt de overtreding van een wettelijke bepaling een minder prominente rol / 30
29. Overtreding van een wettelijk voorschrift ook door de eiser zelf / 31
30. Zijdelingse betekenis van wettelijke voorschriften / 32
31. Afrondende opmerkingen over de schending van een wettelijke plicht / 32
2.3 De rechtsinbreuk / 33
32. De inbreuk op een (subjectief) recht / 33
33. Fundamenteel belang van subjectieve rechten / 34
34. Welke subjectieve rechten? / 34
35. Problemen met de toepassing van het criterium inbreuk op een recht / 35
36. Beperking tot directe, rechtstreekse en opzettelijke inbreuk / 37
37. Toetsing vooraf aan andere criteria / 38
38. Bevat de inbreuk zelf een gedragsnorm? / 39
39. Extra toetsing aan ongeschreven normen / 40
40. Voordeel van het zich kunnen beroepen op de schending van een subjectief recht / 41
41. Het belang van de inbreuk / 41
2.4 Strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt / 42
2.4.1 Algemeen / 42
42. Wat is ‘hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt’? / 42
43. Een (zeer) breed toepassingsbereik / 43
44. Bewijslast: ‘res ipsa loquitur’ / 43
45. Vuistregels en gezichtspunten: algemene en bijzondere regels / 44
46. Verschillende situaties / 44
2.4.2 Gevaarzetting / 45
47. Kelderluikfactoren voor gevaarzettende situaties / 45
48. Sport en spel: contextgebonden gedragsnormen / 48
49. Sportsituaties en spelregels / 50
50. Specifieke zorgplicht voor terreinbeheerders en opstallen / 51
51. Zorginrichtingen en onderwijsinstellingen / 53
52. Huis-, tuin- en keukensituaties / 54
53. Zuiver nalaten; bewustheid van gevaar / 55
2.4.3 Zorgvuldigheidsnormen buiten gevaarzettingssituaties / 56
54. Andere situaties dan gevaarzettende / 56
55. Hinder / 56
56. Hinder tussen verafgelegen gebruikers / 58
57. Beroepsaansprakelijkheid / 59
57a. Aansprakelijkheid banken / 61
57b. Bestuurdersaansprakelijkheid / 62
58. Andere gevallen van onzorgvuldig gedrag / 62
2.5 Relativiteit / 65
59. Het relatieve karakter van de onrechtmatigheid / 65
60. Driedubbele functie van art. 6:163 / 65
61. Relativiteit bij de verschillende onrechtmatigheidscategorieën / 67
62. Wie wordt beschermd bij de inbreuk op een subjectief recht? / 68
63. Strijd met wettelijke normen / 69
63a. Correctie Langemeijer / 71
64. Wat is de beschermingsomvang van ongeschreven zorgvuldigheidsnormen? / 71
65. De betekenis van het relativiteitsvereiste / 73
2.6 Afsluitende opmerkingen over de beantwoording van de onrechtmatigheidsvraag / 73
66. Van algemeen naar bijzonder; van abstract naar concreet / 73
2.7 De toerekening van onrechtmatig gedrag aan de dader / 74
67. De persoon van de dader; toerekening / 74
68. Wat betekent ‘schuld’? / 75
69. Schuld en toerekening en de vraag naar persoonlijke verwijtbaarheid / 75
70. Het ontbreken van schuld / 76
71. Dubbelzinnige betekenis van ‘schuld’ in de rechtspraak en in lid 3 van art. 6:162 / 77
72. Toerekenen op grond van de in het verkeer geldende opvattingen / 78
73. De verschillende toerekeningsgronden: ‘schuld’ en ‘krachtens verkeersopvattingen’ / 79
74. Het ontbreken van toerekening is uitzonderlijk; bewijslast / 80
75. Aansprakelijkheid ondanks geestelijke en lichamelijke tekortkomingen / 80
76. Regres op de toezichthouder / 81
77. Kinderen / 81
2.8 Enkele bijzondere bepalingen uit afdeling 6.3.1 / 81
78. Groepsaansprakelijkheid / 81
79. Rectificatie / 82
80. Afwijzing verbodsactie / 83
HOOFDSTUK 3
Kwalitatieve aansprakelijkheid (afdeling 6.3.2) / 85
3.1 Inleiding / 85
81. Afdeling 6.3.2 / 85
A. Aansprakelijkheid voor personen / 86
3.2 Algemene opmerkingen / 86
82. De persoon voor wie aansprakelijkheid bestaat moet zelf een fout hebben begaan / 86
3.3 Aansprakelijkheid van ouders/voogden voor kinderen / 87
3.3.1 Inleiding / 87
83. Drie leeftijdscategorieën / 87
3.3.2 Kinderen tot 14 jaar / 88
84. Aansprakelijkheid doorgeschoven van kind naar ouder / 88
85. Vereisten voor aansprakelijkheid / 88
3.3.3 Kinderen van 14 en 15 jaar / 89
86. Maatstaf voor aansprakelijkheid / 89
3.4 Aansprakelijkheid van werkgevers voor ondergeschikten / 90
87. Inleiding, ratio en vereisten voor aansprakelijkheid / 90
88. Ondergeschikt en zeggenschap / 91
89. Uitlening / 92
90. Functioneel verband: kansvergroting en zeggenschap / 93
91. Een natuurlijk persoon als werkgever / 94
92. Onderlinge draagplicht van werkgever/werknemer / 94
3.5 Aansprakelijkheid van opdrachtgevers voor niet-ondergeschikten / 95
93. Aansprakelijkheid voor niet-ondergeschikte hulppersonen / 95
3.6 Aansprakelijkheid van vertegenwoordigden voor vertegenwoordigers / 97
94. Aansprakelijkheid door vertegenwoordiging / 97
B. Aansprakelijkheid voor zaken en stoffen / 98
95. Inleiding / 98
3.7 Aansprakelijkheid voor gebrekkige zaken / 99
3.7.1 Lid 1 (criteria voor aansprakelijkheid) / 99
96. Inleiding / 99
97. Roerende zaak / 100
98. Gebrek vereist / 100
99. Bijzonder gevaar / 101
100. Bekendheid / 101
101. Schade aan personen of zaken / 102
102. Tenzij … / 103
103. Aansprakelijke persoon / 104
3.7.2 Lid 2 (verhouding tot productaansprakelijkheid) / 104
104. Aansprakelijkheid van de producent gaat voor / 104
105. Producent niet aansprakelijk / 105
106. Stelplicht en bewijslast / 106
107. Uitgezonderde zaken / 106
3.8 Aansprakelijkheid voor opstallen / 106
108. Inleiding en ratio / 106
109. Wat is een opstal? / 107
110. Gebrek vereist / 108
111. Tenzij … / 112
112. Aansprakelijke persoon / 113
3.9 Aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen / 115
113. Inleiding en ratio / 115
114. Het begrip stof / 115
115. Bijzonder gevaar van ernstige aard / 116
116. Gevaar in plaats van gebrek / 116
117. Bekendheid / 117
118. Schade aan personen of zaken / 117
119. Aansprakelijke persoon / 117
3.10 Aansprakelijkheid voor stortplaatsen / 118
120. Aansprakelijkheid voor stortplaatsen / 118
3.11 Aansprakelijkheid voor mijnbouwwerken / 119
121. Aansprakelijkheid voor mijnbouwwerken / 119
3.12 Uitzonderingen op aansprakelijkheid voor gevaarlijke stoffen, stortplaatsen, mijnbouwwerken / 122
122. Bevrijdende omstandigheden / 122
3.13 Aansprakelijkheid voor dieren / 124
123. Inleiding en grondslag der aansprakelijkheid / 124
124. Door een dier aangerichte schade / 125
125. De bezitter is aansprakelijk / 126
126. Tenzij … / 127
3.14 Bijzondere regels inzake de aansprakelijke persoon / 129
127. Inleiding / 129
128. Medebezitters hoofdelijk aansprakelijk / 129
129. Aansprakelijke persoon bij overdracht onder opschortende voorwaarde / 130
130. Uitoefening in bedrijfsverband / 130
131. Hoofdelijke aansprakelijkheid van gezamenlijke exploitanten / 133
132. Jeugdige leeftijd of geestelijke of lichamelijke tekortkoming / 133
3.15 Kosten van preventie van (verdere) schade / 133
133. Uitbreiding van het schadebegrip / 133
HOOFDSTUK 4
Productaansprakelijkheid / 137
4.1 Inleiding / 137
134. Aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door producten / 137
4.2 Productaansprakelijkheid ex art. 6:185 e.v. / 138
135. Wat is een product? / 138
136. Uitgesloten producten / 140
137. In het verkeer brengen van het product / 140
138. Aansprakelijkheid bij gebrekkigheid van het product / 141
139. Geen verwijt vereist / 144
140. Bevrijdende omstandigheden / 144
141. Eigen schuld van benadeelde en gedraging van een derde / 147
142. De producent als aansprakelijke persoon / 147
143. Bewijslast / 149
144. Voor vergoeding in aanmerking komende schade / 150
145. Verjaring en verval van het vorderingsrecht / 152
146. Exoneratie niet toegestaan / 153
147. Voor de benadeelde gunstiger bepalingen van Nederlands recht / 153
148. De richtlijn als Europees recht / 153
4.3 Verhouding tot andere grondslagen voor aansprakelijkheid voor producten / 155
148a. Aanvullend karakter / 155
149. Verhouding richtlijn productaansprakelijkheid tot regeling onrechtmatige daad / 156
150. Aansluiting bij de noties van gebrek en in het verkeer brengen van het product / 158
151. Toerekening krachtens art. 6:162 lid 3 / 159
152. Bewijslast / 160
152a. Verhouding richtlijn productaansprakelijkheid tot andere buitencontractuele grondslagen voor aansprakelijkheid voor producten / 161
152b. Samenloop met contractuele aansprakelijkheid / 161
152c. Productveiligheid / 162
153. Waarschuwingsplicht en product recall / 163
HOOFDSTUK 5
Aansprakelijkheid voor motorrijtuigen / 167
154. Inleiding / 167
155. Hoofdlijnen van art. 185 WVW / 167
156. De 100%-regel voor slachtoffers jonger dan 14 jaar / 169
157. Het overmachtverweer / 171
158. Het beroep op eigen schuld: de 50%-regel / 172
159. Causale verdeling en extra billijkheidscorrectie / 175
160. De positie van regresnemers / 176
161. Welke normen zijn van toepassing op de regresvordering? / 178
162. Schade van de gemotoriseerde: reflexwerking van art. 185 WVW / 180
163. Wijziging van het stelsel van verkeersaansprakelijkheid / 184
HOOFDSTUK 6
Oneerlijke handelspraktijken, misleidende en vergelijkende reclame, aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer, schending van mededingingsrecht / 185
164. Inleiding / 185
165. Oneerlijke handelspraktijken, misleidende en vergelijkende reclame / 185
165a. Oneerlijke handelspraktijken / 185
165b. Kern van de regeling / 186
165c. Wat is misleidend? / 187
165d. Wat is agressief? / 188
165e. Wie kan wat vorderen? / 188
165f. Misleidende en vergelijkende reclame / 189
165g. Onrechtmatigheid en toerekening, omkering bewijslast / 191
165h. Verbod en rectificatie / 193
166. Aansprakelijkheid bij elektronisch rechtsverkeer / 194
167. Oneerlijke mededinging / 195
167a. Achtergrond, doel en opzet van de regeling / 195
167b. Externe hoofdelijkheid en onderlinge draagplicht / 196
167c. Doorberekeningsverweer / 198
HOOFDSTUK 7
Onrechtmatige overheidsdaad / 201
7.1 Inleiding / 201
168. Normen voor de overheid / 201
7.2 De competentieverdeling tussen de burgerlijke rechter en bestuursrechter / 202
169. De bevoegdheid van de rechter en de ontvankelijkheid van eiser / 202
170. Verzoekschrift bij bestuursrechter of schadevergoedingseis bij burgerlijke rechter? / 203
171. De betekenis van het oordeel van de bestuursrechter / 205
172. De leer van de formele rechtskracht / 206
7.3 De onrechtmatigheid van overheidshandelen / 207
173. Toetsing aan alle onrechtmatigheidscriteria / 207
174. De aard van het overheidshandelen / 207
175. Beleidsvrijheid / 208
176. Marginale toetsing / 209
177. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur / 210
177a. Schending van mensenrechten / 211
7.4 Onrechtmatige wetgeving / 212
178. Wetgeving in materiële zin / 212
179. Wetgeving in formele zin / 213
180. Niet tijdige of onjuiste omzetting van EU-wetgeving / 216
181. Verdragen / 218
7.5 Onrechtmatige rechtspraak / 218
182. Terughoudendheid / 218
7.6 Vernietigde of niet tijdige besluiten / 222
183. Vernietigde besluiten / 222
183a. Niet tijdig besloten / 225
7.7 Strafvorderlijk optreden / 226
184. Strafvorderlijk optreden / 226
7.7.A Toezicht / 228
184a. Toezicht / 228
7.8 Rechtmatige overheidsdaad: gelijkheid voor de openbare lasten / 230
185. Rechtmatig of onrechtmatig? / 230
185a. Nadeelcompensatie / 233
HOOFDSTUK 8
Arbeidsongevallen en beroepsziekten / 235
186. Inleiding / 235
187. Art. 7:658 / 237
188. Zorgplicht / 239
189. Eigen schuld / 242
190. Andere arbeidsverhoudingen / 245
191. Beroepsziekten / 247
192. Aanvullende bescherming door goed werkgeverschap / 249
193. Verzekeringsplicht voor verkeer / 251
194. Drie arbeidsrechtelijke aansprakelijkheidsregiems / 253
HOOFDSTUK 9
Schadevergoedingsrecht / 255
195. Inleiding en plan van behandeling / 255
9.1 Beginsel van volledige vergoeding / 256
196. Beginsel met vele uitzonderingen / 256
9.2 Inhoud en bereik van afdeling 6.1.10 / 256
197. Inhoud van afdeling 6.1.10 / 256
198. Bereik afdeling 6.1.10: wettelijke verplichtingen tot schadevergoeding / 257
9.3 Schade / 258
199. Schade is niet gedefinieerd / 258
200. Schade is een vermindering in een object / 258
201. Vergoeding van vergeefs gemaakte kosten / 259
201a. Verlies van een kans / 260
201b. Proportionele aansprakelijkheid / 262
9.4 Onderscheidingen / 266
202. Vermogensschade en ander nadeel / 266
203. Vermogensschade: geleden verlies en gederfde winst / 266
204. Personenschade, zaakschade en zuivere vermogensschade / 267
205. Bereddingskosten, expertisekosten en incassokosten / 268
9.5 Wijze van begroting / 273
206. Wijze van begroting: vrijheid van de rechter / 273
207. Uitgangspunt: concrete schadebegroting / 275
208. Uitzondering: abstracte schadebegroting / 276
209. Belang voor opeisbaarheid van de schadevergoedingsvordering / 280
210. Bijzondere wijze van begroting: winstafdracht / 281
211. Probleem bij de schadebegroting: toekomstige schade / 283
9.6 Vorm van schadevergoeding / 285
212. Schadevergoeding in geld of in natura / 285
9.7 Omvang van de schadevergoeding / 286
213. Inleiding / 286
214. Causaliteit: vestiging en omvang / 287
215. Een (bewijs)probleem in de vestigingsfase / 287
216. Van de adequatieleer naar de leer van de toerekening naar redelijkheid / 293
217. Multifactorbenadering / 294
218. Deelregels van Brunner / 294
219. Enkele gevallen nader beschouwd / 295
220. Toerekening bij risicoaansprakelijkheid / 296
221. Leiding- en kabelschades / 297
222. Toerekening bij personenschade / 298
223. Bijzondere omstandigheden / 301
224. Invloed op schadebegroting / 301
224a. Op weg naar een eenvoudig beslisschema? / 302
225. Voordeelstoerekening / 303
226. Eigen schuld. Inleiding / 311
227. Twee maatstaven: causale verdeling en billijkheidscorrectie / 312
228. Causale verdeling / 312
229. Billijkheidscorrectie / 314
230. Eigen schuld in het verkeer / 315
231. Zaak van benadeelde in de macht van een derde / 316
232. Reflexwerking van bijzondere aansprakelijkheden / 317
233. Bijzondere eigenschuldregels / 318
234. Risico-aanvaarding is geen zelfstandig leerstuk / 319
235. Schadebeperkingsplicht / 320
9.8 Meervoudige causaliteit, alternatieve causaliteit en hoofdelijkheid / 320
236. Inleiding / 320
237. Meervoudige causaliteit / 321
238. Alternatieve causaliteit / 323
239. Het DES-arrest / 325
240. Hoofdelijkheid bij aansprakelijkheid voor dezelfde schade / 326
241. Aansprakelijkheid voor dezelfde schade is essentiële voorwaarde / 327
242. Verhouding tussen aansprakelijke personen onderling: draagplicht / 327
243. Hoofdelijke aansprakelijkheid en eigen schuld van de benadeelde / 328
244. Omslag bij insolventie / 328
9.9 Letselschade en overlijdensschade / 329
245. Inleiding / 329
246. Letselschade / 329
247. Smartengeld / 330
248. In welke gevallen heeft men recht op smartengeld? / 331
249. Omvang van de vergoeding / 333
250. Overgang van het recht op smartengeld / 334
251. Schrik- en affectieschade / 335
252. De positie van derden / 340
253. Verplaatste schade / 341
253a. Affectieschade in geval van ernstig blijvend letsel / 343
254. Overlijdensschade / 344
255. Een drietal schadesoorten / 344
256. Kring van gerechtigden tot vergoeding van gederfd levensonderhoud / 346
257. Omvang van de vergoeding in geval van gederfd levensonderhoud / 346
9.10 Matiging en limitering / 349
258. Inleiding / 349
259. Rechterlijke matiging / 350
260. Matigingsplicht / 351
261. Matigingsverbod / 352
262. Limitering / 353
263. Rechtvaardiging van limitering / 354
264. Limitering komt tot nu toe weinig voor / 354
HOOFDSTUK 10
De Tijdelijke regeling verhaalsrechten / 355
265. Inleiding / 355
266. Inhoud en achtergrond van art. 6:197 / 356
267. Consequenties / 357
268. Reflexwerking van art. 6:197: jurisprudentiële beperking van regres / 358
HOOFDSTUK 11
Zaakwaarneming / 361
11.1 Bronnen van verbintenis; overige verbintenissen uit de wet / 361
269. Inleiding; afbakening / 361
270. Plan van behandeling en literatuur / 362
11.2 Inleiding zaakwaarneming / 363
271. Grondslag / 363
272. Afbakening ten opzichte van ongewenste bemoeizucht en opdracht / 364
11.3 Vereisten voor zaakwaarneming / 365
273. Inleiding / 365
274. Het behartigen van andermans belang / 365
275. Willens en wetens / 366
276. Zonder bevoegdheid daartoe / 367
277. Redelijke grond / 368
278. Goedkeuring door de belanghebbende / 369
279. Termijn voor goedkeuring / 370
11.4 Gevolgen zaakwaarneming / 371
11.4.1 Verplichtingen van de belanghebbende / 371
280. Schadevergoedingsverplichting belanghebbende; goedkeuring / 371
281. Vergoeding voor inkomstenderving / 371
11.4.2 Verplichtingen en bevoegdheden van de zaakwaarnemer / 372
282. Zorgplicht zaakwaarnemer / 373
283. Vertegenwoordigingsbevoegdheid zaakwaarnemer / 373
284. Voortzettingsplicht zaakwaarnemer / 374
285. Rekening en verantwoording zaakwaarnemer / 375
286. Opschortings- en retentierecht zaakwaarnemer / 375
11.5 Samenloop / 376
287. Inleiding / 376
288. Zaakwaarneming en vinderschap / 376
289. Zaakwaarneming en onrechtmatige daad / 377
HOOFDSTUK 12
Onverschuldigde betaling / 379
290. Grondslag / 379
12.1 Vereisten voor onverschuldigde betaling / 379
291. Inleiding / 379
292. Prestatie (betaling) / 380
293. Aan wie en door wie is gepresteerd? / 381
293a. Complicaties bij girale betaling / 382
294. Zonder rechtsgrond / 384
12.2 Gevolgen onverschuldigde betaling / 387
12.2.1 Terugvordering van een onverschuldigd betaalde geldsom / 387
295. Inleiding / 387
296. Koersverschil / 387
297. Renteverlies / 388
12.2.2 Terugvordering en ongedaanmaking / 390
298. Terugvordering van een zonder rechtsgrond gegeven goed; vruchten; kosten / 390
299. Onderscheid feitelijk geven tegenover overdragen / 390
300. Teruggave is niet meer mogelijk / 391
301. Ongedaanmaking van een prestatie van andere aard / 393
12.2.3 Bijzondere gevolgen / 395
302. Inleiding / 395
303. Handelingsonbekwaamheid / 395
304. Namens een ander onbevoegd ontvangen geldsom / 395
305. Waardevergoeding op grond van een nietige overeenkomst / 396
305a. Faillissement en onverschuldigde betaling / 397
12.3 Samenloop / 399
306. Inleiding / 399
307. Onverschuldigde betaling en revindicatie / 399
308. Onverschuldigde betaling en onrechtmatige daad / 400
HOOFDSTUK 13
Ongerechtvaardigde verrijking / 403
309. Grondslag / 403
13.1 Vereisten voor ongerechtvaardigde verrijking / 405
310. Inleiding / 405
311. Verrijking / 405
312. Verarming / 406
313. Causaal verband tussen verrijking en verarming; indirecte verrijking / 407
314. Ongerechtvaardigd / 410
315. Rechtvaardiging door een rechtshandeling / 412
316. Rechtvaardiging door de wet / 413
317. Aanvullende redelijkheidstoets / 415
318. De vordering ex art. 6:212 als grond voor bijzondere verrijkingsacties / 416
13.2 Gevolgen ongerechtvaardigde verrijking / 417
319. Inleiding / 417
320. Ontstaan van de vordering uit ongerechtvaardigde verrijking / 417
321. Beperking en verval van de verrijkingsvordering / 418
322. Vaststelling van de schadevergoeding / 419
323. Afwikkeling van de schadevergoedingsverplichting / 421
13.3 Samenloop / 421
324. Inleiding / 421
325. Ongerechtvaardigde verrijking en onrechtmatige daad / 423
326. Ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling / 423
327. Ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming / 424
328. Ongerechtvaardigde verrijking en ongedaanmaking bij ontbinding; ongerechtvaardigde verrijking als verweer / 425
HOOFDSTUK 14
Op art. 6:162 te baseren vorderingen en collectieve acties / 427
329. Inleiding / 427
330. Verklaring voor recht / 427
331. Rechterlijk verbod / 428
331a. Rechterlijk bevel en schadevoorkoming / 429
332. De bevoegdheid van belangenorganisaties / 430
332a. Collectieve afwikkeling massaschade / 432
332b. Op weg naar een collectieve schadevergoedingsactie? / 433
333. Rectificatie / 434
HOOFDSTUK 15
Verjaring / 435
15.1 Inleiding / 435
334. Inleiding / 435
15.2 De korte (5 jaar) termijn / 437
335. Uitgangspunten / 437
335a. Bekendheid met schade en aansprakelijke persoon / 438
335b. De positie van regresnemers / 441
335c. Beroep op verstrijken van korte termijn onmogelijk / 443
15.3 Schade door letsel en overlijden / 445
335d. Bijzondere regel voor schade door letsel en overlijden / 445
15.4 De lange verjaringstermijn / 446
336. De 20-jaartermijn / 446
337. Uitbreiding van de termijn in verband met milieuverontreiniging, art. 6:175 en strafbare feiten / 446
337a. Beroep op verstrijken lange termijn onaanvaardbaar / 447
15.5 Diverse onderwerpen / 450
338. Onrechtmatige toestand / 450
339. Rechtsvorderingen ter zake van een tekortkoming in de nakoming / 451
340. Stuiting / 451
341. Verlenging / 453
342. Verval / 454
Jurisprudentieregister / 455
Wetsartikelenregister / 487
Trefwoordenregister / 495
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht