Asser 10-III Internationaal vermogensrecht
Samenvatting
Dit boek vormt het sluitstuk van de drie delen gewijd aan het internationaal privaatrecht. In dit boek wordt het internationaal vermogensrecht integraal behandeld en is onmisbaar voor juristen die, als advocaat, bedrijfsjurist, rechter of anderszins, betrokken zijn bij de internationale rechtspraktijk.
Asser 10-III Internationaal vermogensrecht vormt het sluitstuk van de drie delen gewijd aan het internationaal privaatrecht. In dit boek wordt het internationaal vermogensrecht integraal behandeld. Bij de behandeling is zo veel mogelijk de structuur van het Nederlandse burgerlijk recht aangehouden, maar is ook nagestreefd om recht te doen aan de eigenheid van het internationaal privaatrecht en de daarbij behorende veelheid van - grotendeels internationale en Europese - bronnen. Vanwege hun grote belang voor de internationale rechtspraktijk komen ook het rechtspersonenrecht en aspecten van het insolventierecht ruimschoots aan bod.
In de eerste zes hoofdstukken van het boek wordt ingegaan op het internationaal rechtspersonenrecht, de vertegenwoordiging krachtens volmacht, het goederenrecht en het trustrecht. De verschillende onderwerpen en leerstukken worden uitgediept aan de hand van Europese regelgeving en rechtspraak, verdragen en Boek 10 BW, in wisselwerking met het materiële recht. De laatste vier hoofdstukken zijn gewijd aan het internationaal verbintenissenrecht, waarvoor de verordeningen Rome I en II de belangrijkste bronnen zijn. Aandacht wordt besteed aan de verhouding van het conflictenrecht tot het eenvormig privaatrecht en aan enkele leerstukken die tot het Nederlandse algemeen vermogensrecht behoren. Vervolgens komt het conflictenrecht voor internationale overeenkomsten, de onrechtmatige daad en de overige verbintenissen uit de wet aan de orde.
Dit boek is onmisbaar voor juristen die, als advocaat, bedrijfsjurist, rechter of anderszins, betrokken zijn bij de internationale rechtspraktijk. Tevens levert het een bijdrage aan de theorievorming en rechtsontwikkeling op de verschillende terreinen.
Specificaties
Inhoudsopgave
Voorwoord bij de tweede druk XIII
Uitgebreide inhoudsopgave XXIII
Enige afkortingen LV
Lijst van verkort aangehaalde werken LIX
Hoofdstuk 1 - Rechtspersonen 1
1.1 Inleidende opmerkingen 1
1.2 De incorporatieleer in Boek 10 BW 10
1.2.I Corporaties 10
1.2.II De incorporatieleer 12
1.3 Reikwijdte van het incorporatierecht 16
1.3.I Inleiding 16
1.3.II Oprichting 17
1.3.III Rechtspersoonlijkheid, bevoegdheidsbeperkingen en vertrouwensbescherming 19
1.3.IV Inwendig bestel 23
1.3.V Enquête, uitkoop, geschillenregeling 25
1.3.VI Kapitaal, vermogen en aandelen 30
1.3.VIA Corporatie en overeenkomst 32
1.3.VII Vertegenwoordiging 37
1.3.VIII Onrechtmatige daad 44
1.3.IX Aansprakelijkheid van bestuurders en andere functionarissen 44
1.3.X Doorbraak van aansprakelijkheid 58
1.3.XI Beëindiging van de corporatie 62
1.3.XII Fusie, omzetting en (af)splitsing 66
1.4 De incorporatieleer begrensd: formeel buitenlandse vennootschappen 76
1.4.I Algemeen 76
1.4.II Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen 77
1.5 De Europese dimensie 89
1.5.I Inleiding: de vrijheid van vestiging 89
1.5.II Het recht op toegang in de lidstaat van ontvangst 91
1.5.III Het recht om de lidstaat van oorsprong te verlaten 96
1.5.IV Grensoverschrijdende fusie, zetelverplaatsing, omzetting en splitsing 103
1.5.V Europese rechtspersonen 110
1.6 Openbare orde en terrorisme 111
Hoofdstuk 2 - Vertegenwoordiging krachtens volmacht 115
2.1 Inleidende opmerkingen 115
2.2 Haags Vertegenwoordigingsverdrag 117
2.2.I Inleiding 117
2.2.II Onmiddellijke en middellijke vertegenwoordiging 119
2.2.III Uitdrukkelijke uitsluitingen en voorbehouden 121
2.2.IV Impliciete uitsluitingen 126
2.3 Volmacht 130
2.3.I Inleiding 130
2.3.II Verwijzingsregeling voor volmacht 130
2.3.III Verhouding tussen de interne en de externe relatie 136
2.3.IV De volmachtverlening 140
2.3.V Substitutie, gezamenlijke volmacht 144
2.3.VI Belangenverstrengeling en toerekenbare schijn 145
2.3.VII Geregistreerde volmacht en wettelijk gefi xeerde volmacht 147
2.3.VIII Einde van de volmacht en onherroepelijke volmacht 149
2.3.IX Rechtskeuze en voorrangsregels 152
2.4 Toerekening van rechtshandelingen 155
2.4.I Inleiding 155
2.4.II Onbevoegde vertegenwoordiging en bekrachtiging 156
2.4.III (On)middellijke vertegenwoordiging 157
2.4.IV Drittschaden, toerekening kennis en privatieve lastgeving 160
Hoofdstuk 3 - Goederenrecht 163
3.1 Inleidende opmerkingen 163
3.1.I IPR-regels voor goederenrecht 163
3.1.II Reikwijdte van het goederenrechtelijk regime 165
3.1.III Onderwerpen die niet tot het goederenrechtelijk regime behoren 173
3.1.IV Gemeenschap 174
3.1.V Formele geldigheid 176
3.1.VI Rechtsmacht 179
3.2 Vorderingen 180
3.2.I Inleiding 180
3.2.II Overdraagbaarheid van een vordering 183
3.2.III Levering van een vordering op naam en andere goederenrechtelijke aspecten 186
3.2.III.A Cessie onder de regimes van EVO, Rome I en Boek 10 BW 186
3.2.III.B Aanknoping van de cessie volgens art. 10:135 BW 191
3.2.III.C Reikwijdte van de verwijzingsregels voor cessie 197
3.2.III.D Cessie van toekomstige vorderingen 202
3.2.III.E Uitoefening van de in de vordering besloten rechten 207
3.2.IV De verbintenisrechtelijke aspecten van de cessie 208
3.3 Aandelen en girale effecten 211
3.3.I Inleiding 211
3.3.II Aandelen op naam en toonderaandelen 211
3.3.III Giraal overdraagbare effecten 216
3.4 Assimilatie van buitenlandse zekerheidsrechten in het Nederlandse beslag-, executie- en insolventierecht 230
3.4.I Assimilatie en substitutie 230
3.4.II Executiestatuut (lex executionis) 235
3.4.III Executie buitenlandse zekerheidsrechten 238
3.4.IV Verdeling executieopbrengst 241
3.4.V Bescherming goederenrechtelijke rechten tijdens insolventie 245
3.5 Pauliana 252
3.5.I Algemeen 252
3.5.II Faillissementspauliana 254
3.5.III Ongedaanmaking 260
Hoofdstuk 4 - Roerende zaken 261
4.1 Inleidende opmerkingen 261
4.1.I De lex-rei-sitae-regel 261
4.1.II Exceptieclausule: land van bestemming en accessoire aanknoping 265
4.1.III Levering en bezwaring van roerende en onroerende zaken 267
4.1.IV Overdracht onder voorwaarde en levering bij voorbaat 272
4.1.V Levering van gestolen of verduisterde zaken waarvan situs onbekend is 277
4.1.VI Validering en bekrachtiging 278
4.2 Bezit en verjaring 280
4.2.I Bezit: inleiding 280
4.2.II Functies van bezit 281
4.2.III Verjaring 284
4.3 Derdenbescherming 290
4.4 Vervoersmiddelen, vervoerde zaken en zakenrechtelijke papieren 296
4.4.I Inleiding 296
4.4.II Transportmiddelen 296
4.4.III Vervoerde zaken 300
4.4.IV Zakenrechtelijke papieren 305
4.5 Conflit mobile 307
4.5.I Inleiding 307
4.5.II Systeem Nederlands IPR 309
4.5.III Vertrouwensbescherming 314
4.6 Onverenigbaarheid met de nieuwe wet van ligging 318
4.6.I Inleiding 318
4.6.II Openbare orde en voorrangsregels 320
4.6.III Strijd met dwingende goederenrechtelijke regels van
de nieuwe wet van ligging 321
4.6.IV Fundamentele beginselen van goederenrecht 324
Hoofdstuk 5 - Eigendomsvoorbehoud, ontbinding en vernietiging, reclamerecht en retentierecht 329
5.1 Inleidende opmerkingen 329
5.2 Eigendomsvoorbehoud 331
5.2.I Aanknoping eigendomsvoorbehoud 331
5.2.II Obligatoire aspecten van het eigendomsvoorbehoud 334
5.2.III ‘Verlengd’ eigendomsvoorbehoud 337
5.2.IV Eigendomsvoorbehoud en faillissement 341
5.3 Vernietiging, ontbinding en recht van reclame 343
5.4 Recht van retentie 352
Hoofdstuk 6 - Trusts 363
6.1 Inleidende opmerkingen 363
6.2 Toepassingsgebied Haags Trustverdrag 367
6.2.I Formeel en materieel toepassingsgebied 367
6.2.II ‘Verdragstrusts’ (art. 2 HTV) 369
6.2.III ‘Constructive trusts’ (art. 3 HTV) 377
6.2.IV Aan de instelling van de trust voorafgaande kwesties (art. 4 HTV) 378
6.3 Toepasselijk recht en erkenning 383
6.3.I Inleiding 383
6.3.II Toepasselijk recht 384
6.3.II.A Algemeen 384
6.3.II.B Rechtskeuze 384
6.3.II.C Objectief toepasselijk recht 388
6.3.II.D Reikwijdte toepasselijk recht 389
6.3.III Erkenning 390
6.3.III.A Inleiding 390
6.3.III.B Erkenning van het ‘trust fund’ 392
6.3.IV Beperkingen voor de erkenning van trusts 394
6.4 Assimilatie van de trust in het Nederlandse recht 402
6.4.I Inpassing afgescheiden vermogen 402
6.4.II Onbevoegd vervreemde trustgoederen (‘tracing’) 407
6.4.III Assimilatie in procesrecht 412
Hoofdstuk 7 - Verbintenissen algemeen 415
7.1 Inleidende opmerkingen 415
7.1.I Reikwijdte, uitleg en toepassing Rome I en II 415
7.1.II Verhouding tot eenvormig privaatrecht en bijzondere conflictregels 420
7.2 De verbintenis in het algemeen 429
7.3 Pluraliteit en hoofdelijkheid 435
7.3.I Inleiding 435
7.3.II Externe rechtsgevolgen van passieve hoofdelijkheid 437
7.4 Subrogatie en regres 443
7.4.I Inleiding 443
7.4.II Subrogatie 445
7.4.III Regres 450
7.5 Verrekening 451
7.5.I Verrekening volgens burgerlijk recht 451
7.5.II Verrekening en insolventie 459
7.6 Schuld- en contractsoverneming, afstand en vermenging 463
Hoofdstuk 8 - Verbintenissen uit overeenkomst 467
8.1 Inleidende opmerkingen 467
8.1.I De Rome I-verordening 467
8.1.II Beginselen en enkele kernbegrippen 471
8.2 Toepassingsgebied van Rome I 473
8.2.I Materieel toepassingsgebied 473
8.2.I.A Verbintenissen uit overeenkomst 474
8.2.I.B Burgerlijke en handelszaken 477
8.2.I.C Onderwerpen die buiten de materiële reikwijdte vallen 478
8.2.I.D Faillissement en lopende overeenkomsten 488
8.2.II Formeel toepassingsgebied 490
8.3 Rechtskeuze 492
8.3.I Vrijheid van rechtskeuze 492
8.3.II Beperkingen op de rechtskeuzebevoegdheid 494
8.3.II.A Algemeen 494
8.3.II.B Internationaliteitsvereiste en dwingend recht 495
8.3.II.C Dwingend Unierecht 500
8.3.III Wijze van uitbrengen rechtskeuze 501
8.3.III.A Uitdrukkelijke rechtskeuze 502
8.3.III.B Stilzwijgende rechtskeuze 503
8.3.IV Tijdstip van de rechtskeuze 506
8.3.V Rechtskeuzevarianten 510
8.3.V.A Partiële en dépeçerende rechtskeuze 510
8.3.V.B Voorwaardelijke (‘fl oating’) rechtskeuze 513
8.3.V.C Stabilisatieclausules (‘Versteinerung’) 514
8.3.V.D Rechtskeuze voor eenvormig privaatrecht en niet-statelijk recht 515
8.3.VI Rechtskeuzeovereenkomst en wilsovereenstemming 521
8.4 Objectieve aanknoping onder art. 4 Rome I 523
8.4.I Inleiding 523
8.4.II De benoemde overeenkomsten 524
8.4.II.A Koop van roerende zaken (sub a) 524
8.4.II.B Overeenkomsten van dienstverlening (sub b) 526
8.4.II.C Koop en huur onroerende zaken (sub c) 531
8.4.II.D Franchise- en distributieovereenkomst (sub e en f) 533
8.4.II.E Ter veiling gesloten overeenkomsten (sub g) 535
8.4.II.F Multilaterale systemen (sub h) 536
8.4.III De leer van de kenmerkende prestatie 537
8.4.III.A Algemeen 537
8.4.III.B Vaststelling van de kenmerkende prestatie 538
8.4.III.C Verschillende typen van overeenkomsten 539
8.4.III.D Lokalisatie en tijdstip kenmerkende prestatie 542
8.4.IV De exceptieclausule: nauwere verbondenheid 542
8.4.IV.A Algemeen 542
8.4.IV.B Toepassing van de exceptieclausule 546
8.4.V Geen kenmerkende prestatie 554
8.5 Consumentenovereenkomst 556
8.5.I Inleiding 556
8.5.II Materieel toepassingsbereik 557
8.5.III Totstandkomingsvoorwaarden 568
8.5.IV Objectieve verwijzingsregeling 576
8.5.V Beperkte werking rechtskeuze 578
8.5.VI Verhouding tot consumentenbeschermende richtlijnen 581
8.6 Arbeidsovereenkomst 585
8.6.I Inleiding 585
8.6.II Materieel toepassingsbereik 587
8.6.III Objectieve verwijzingsregeling 593
8.6.IV Beperkte werking rechtskeuze 603
8.6.V Cao’s en toepasselijk recht 605
8.6.VI Voorrangsregels in het arbeidsrecht 606
8.7 Vervoersovereenkomst en verzekeringsovereenkomst 610
8.7.I Inleiding 610
8.7.II Vervoersovereenkomst 611
8.7.II.A Opzet regeling en verhouding tot eenvormig recht 611
8.7.II.B Toepassingsbereik Rome I en art. 5 Rome I 614
8.7.II.C Toepasselijk recht goederenvervoer 617
8.7.II.D Toepasselijk recht passagiersvervoer 619
8.7.III Verzekeringsovereenkomst 621
8.7.III.A Achtergrond en opzet regeling verzekeringsovereenkomsten 621
8.7.III.B Toepassingsbereik Rome I en art. 7 Rome I 623
8.7.III.C Begrip en ligging risico 625
8.7.III.D Toepasselijk recht grote risico’s 627
8.7.III.E Overige risico’s, verplichte verzekering, herverzekering 628
8.8 Voorrangsregels en openbare orde 632
8.8.I Voorrangsregels 632
8.8.I.A Identificatie van voorrangsregels 634
8.8.I.B Voorrangsregels van de lex fori 637
8.8.I.C Voorrangsregels van het land van nakoming 640
8.8.II De openbare-orde-exceptie 647
8.9 Reikwijdte contractsstatuut 648
8.9.I Inleiding 648
8.9.II Totstandkoming van de overeenkomst 649
8.9.III Materiële geldigheid 652
8.9.IV Formele geldigheid 655
8.9.V De door art. 12 lid 1 Rome I genoemde onderwerpen 657
8.9.VI Het recht van het land van nakoming 660
8.9.VII De gevolgen van de overeenkomst ten aanzien van derden 661
Hoofdstuk 9 - Verbintenissen uit de wet: onrechtmatige daad 667
9.1 Inleidende opmerkingen 667
9.1.I De Rome II-verordening 667
9.1.II Beginselen en enkele kernbegrippen 670
9.2 Toepassingsgebied van Rome II 672
9.2.I Materieel toepassingsgebied 672
9.2.I.A Niet-contractuele verbintenissen 673
9.2.I.B Burgerlijke en handelszaken 674
9.2.I.C Onderwerpen die buiten de materiële reikwijdte vallen 675
9.2.II Formeel en territoriaal toepassingsgebied 678
9.3 Hoofdregel van art. 4 Rome II 679
9.3.I Inleiding 679
9.3.II Primaire aanknoping: land waar de schade zich voordoet 686
9.3.II.A Schadeveroorzakende gebeurtenis en indirecte gevolgen 687
9.3.II.B Lokalisering van het land waar de schade zich voordoet 689
9.3.III Uitzondering gemeenschappelijk woonland 703
9.3.IV Algemene exceptie: nauwere verbondenheid 705
9.4 Mededinging, prospectusaansprakelijkheid en intellectuele eigendom 714
9.4.I Mededinging 715
9.4.I.A Inleiding 715
9.4.I.B Oneerlijke concurrentie 719
9.4.I.C Daden die de vrije concurrentie beperken 722
9.4.I.D Uitsluiting rechtskeuze 725
9.4.II Prospectusaansprakelijkheid 725
9.4.II.A Inleiding; toepasselijke regels 725
9.4.II.B Objectieve verwijzingsregel van art. 4 Rome II 728
9.4.II.C Rechtskeuze 734
9.4.III Intellectuele eigendom 735
9.4.III.A Inleiding 735
9.4.III.B Inbreuk intellectueel-eigendomsrecht 740
9.4.III.C Inbreuk EU-intellectueel-eigendomsrecht 741
9.4.III.D Uitsluiting rechtskeuze 743
9.5 Milieuschade en collectieve actie bij arbeidsconfl icten 744
9.5.I Milieuschade 744
9.5.I.A Inleiding en toepassingsgebied art. 7 Rome II 744
9.5.I.B Toepasselijk recht 746
9.5.I.C ‘Local data’ 751
9.5.II Collectieve actie bij arbeidsconfl icten 753
9.5.II.A Inleiding en toepassingsgebied art. 9 Rome II 753
9.5.II.B Toepasselijk recht 756
9.6 Verkeersongevallen en productaansprakelijkheid 760
9.6.I Verkeersongevallen 760
9.6.I.A Inleiding en toepassingsgebied Haags Verkeersongevallenverdrag 760
9.6.I.B Toepassingsgebied Haags Verkeersongevallenverdrag 761
9.6.I.C Het toepasselijke recht 765
9.6.II Productaansprakelijkheid 772
9.6.II.A Inleiding 772
9.6.II.B Toepassingsgebied Haags Productaansprakelijkheidsverdrag 775
9.6.II.C Het toepasselijke recht 782
9.6.II.D Productaansprakelijkheid in Rome II 789
9.7 Rechtskeuze 790
9.7.I Rechtskeuzebevoegdheid 790
9.7.II Beperkingen op de rechtskeuzebevoegdheid 792
9.7.III Nadere voorwaarden en modaliteiten 794
9.8 Voorrangsregels, veiligheidsvoorschriften en openbare orde 797
9.8.I Voorrangsregels 797
9.8.II Veiligheidsvoorschriften en gedragsregels 800
9.8.III De openbare-orde-exceptie 803
9.9 Reikwijdte van het op de onrechtmatige daad toepasselijke recht 805
9.9.I De door het toepasselijke recht bestreken onderwerpen 805
9.9.II De rechtstreekse vordering van de benadeelde op de verzekeraar (‘action directe’) 810
Hoofdstuk 10 - Verbintenissen uit rechtmatige daad 815
10.1 Ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling 815
10.1.I Inleiding 815
10.1.II De verwijzingscategorie ‘ongerechtvaardigde verrijking’ 816
10.1.III Accessoire aanknoping 822
10.1.III.A Algemeen 822
10.1.III.B De drie vereisten 823
10.1.IV Land waar de verrijking zich voordoet 832
10.1.V Uitzonderingen: gemeenschappelijke verblijfplaats en nauwere verbondenheid 836
10.2 Zaakwaarneming 840
10.2.I Inleiding 840
10.2.II De verwijzingscategorie ‘zaakwaarneming’ 841
10.2.III Accessoire aanknoping 843
10.2.IV Land waar de zaakwaarnemer heeft gehandeld 846
10.2.V Uitzonderingen: gemeenschappelijke verblijfplaats en nauwere verbondenheid 846
10.3 Precontractuele aansprakelijkheid 848
10.3.I Inleiding 848
10.3.II De verwijzingscategorie ‘precontractuele aansprakelijkheid’ 850
10.3.III Accessoire aanknoping 853
10.3.IV Land waar de schade zich voordoet 857
10.3.V Uitzonderingen: gemeenschappelijke verblijfplaats en nauwere verbondenheid 858
Zakenregister 861
Wetsartikelenregister 871
Jurisprudentieregister 891
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht