Het onderzoek in de enquêteprocedure
Beginselen van behoorlijk onderzoek en werkwijzen voor de onderzoeker in de enquêteprocedure
Samenvatting
In de enquêteprocedure – een verzoekschriftprocedure bij de Ondernemingskamer (OK) – worden geschillen binnen de rechtspersoon beslecht. Een belangrijk onderdeel van de enquêteprocedure is het onderzoek, dat wordt genormeerd door de beginselen van behoorlijk onderzoek. Wat deze beginselen zijn, is echter niet duidelijk. In de praktijk is er regelmatig kritiek op de onderzoeksmethode en verslaglegging van het onderzoek in de enquêteprocedure. Waaraan het enquêteonderzoek moet voldoen zou daarom op enigerlei wijze moeten worden vastgelegd, omdat de praktijk daaraan behoefte heeft.
De onduidelijkheid rondom het onderzoek heeft veelal betrekking op zowel de empirische als normatieve karaktertrekken van de enquêteprocedure. Een daarbij altijd terugkerende vraag is ook of de onderzoeker zich in het verslag moet onthouden van normatieve oordelen, bijvoorbeeld of er sprake is geweest van wanbeleid.
In dit boek onderzoekt mr.drs. Mathias Wielinga Carvajal of er een scheiding bestaat tussen empirisch en normatief onderzoek in de enquêteprocedure, en wat de gevolgen daarvan zouden zijn voor de manier van onderzoeken. Daarnaast onderzoekt de auteur door welke beginselen van behoorlijk onderzoek het onderzoek wordt genormeerd, en of het wenselijk is om de normering en werkwijze in het onderzoek anders in te kleden. De auteur doet een voorstel voor alternatieve beginselen van behoorlijk onderzoek en een bijpassende werkwijze in de vorm van richtlijnen, en analyseert diepgaand de Leidraad van de Ondernemingskamer.
Met dit boek geeft de auteur inzicht in de plaats en aard van de onderzoeksfase en de normering daarvan door de beginselen van behoorlijk onderzoek. Daarmee biedt dit boek een goede inkijk in het onderzoek in de enquêteprocedure bij de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam, vooral voor procesadvocaten in de ondernemingsrechtelijke praktijk.
Specificaties
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Introductie 1
1.2 Enquêteprocedure 3
1.3 Onderzoek 7
1.3.1 Onderzoeksvraag en deelvragen 7
1.3.2 Doelstelling 8
1.3.3 Afbakening 8
1.3.4 Methodologie 9
1.3.5 Beperkingen 10
1.4 Leeswijzer 10
2 Scheiding empirisch en normatief onderzoek 13
2.1 Inleiding 13
2.2 Onderzoek in enquête 14
2.2.1 Doel onderzoek 14
2.2.2 Onderzoek als kern van de procedure 14
2.2.3 Waarheidsvinding centraal 16
2.3 Taken onderzoekers 17
2.3.1 Kerntaken onderzoekers 17
2.3.2 Overige taken 18
2.3.3 Vergelijking deskundige 18
2.4 Verhouding Ondernemingskamer tot het onderzoek 19
2.5 Enquêteonderzoek: een afgescheiden empirisch onderzoek 22
2.5.1 Enquêteonderzoek: een empirisch onderzoek 22
2.5.2 Scheiding empirisch van normatief onderzoek 24
2.6 Tussenconclusie 29
3 Gevolgen scheiding empirisch en normatief onderzoek 31
3.1 Inleiding 31
3.2 Gevolgen voor de taakopvatting 32
3.2.1 Praktijkonderzoek: taakopvatting in de praktijk 32
3.2.2 Literatuuronderzoek: drie stromingen 34
3.2.3 Wenselijke taakopvatting in een empirische onderzoeksfase 38
3.3 Gevolgen voor de onderzoeksopdracht, -omvang en -periode 43
3.4 Tussenconclusie 46
4 Beginselen van behoorlijk onderzoek 49
4.1 Inleiding 49
4.2 Functie van de beginselen 49
4.2.1 Waarborgfuncties beginselen 49
4.2.2 Eerste functie: eerlijk en zorgvuldig proces 50
4.2.3 Tweede functie: goed onderzoek 56
4.3 Geldend recht: beginselen van behoorlijk onderzoek 58
4.3.1 Wettelijke beginselen van behoorlijk onderzoek 59
4.3.2 (On)geschreven beginselen van behoorlijk onderzoek 60
4.3.2.1 Fundamentele beginselen van behoorlijk onderzoek (Hermans 2003) 60
4.3.2.2 Richtlijnen voor de onderzoeker in enquêteprocedures (Blanco Fernández, Holtzer en Van Solinge 2004) 61
4.3.2.3 Aandachtspunten, aanbevelingen en suggesties voor onderzoekers (OK 2013) 62
4.3.2.4 Beginselen van behoorlijk onderzoek (Hermans 2017) 64
4.3.3 Aanvulling regeling deskundigenbericht? 65
4.3.4 Beginselen naar geldend recht 66
4.4 Tussenconclusie 67
5 Wenselijk recht: beginselen en werkwijze 69
5.1 Inleiding 69
5.2 Wenselijkheid alternatieve beginselen en werkwijze 69
5.2.1 Onderzoekspraktijk: een gebrek aan transparantie en verantwoording 69
5.2.2 Huidige beginselen ontoereikend voor waarborgfunctie 71
5.2.3 Scheiding empirisch en normatief onderzoek 74
5.3 Voorstel alternatieve beginselen 75
5.3.1 Beginselen als waarborg voor een eerlijk en zorgvuldig proces 75
5.3.2 Beginselen als waarborg voor goed onderzoek 79
5.4 Voorstel alternatieve werkwijze 81
5.4.1 Wijze van onderzoek 82
5.4.2 Wijze van verslaglegging 97
5.5 Richtlijnen 104
5.5.1 Richtlijnen als optimale vorm 104
5.5.2 Voorstel: Richtlijnen voor de onderzoeker in enquête 2019 105
5.5.3 Bekwaam onderzoeker als additionele waarborg 107
5.6 Tussenconclusie 108
6 Conclusie 109
6.1 Scheiding empirisch en normatief onderzoek 109
6.2 Gevolgen scheiding 109
6.3 Beginselen van behoorlijk onderzoek naar geldend recht 110
6.4 Alternatieve beginselen en werkwijze 110
6.5 Eindconclusie 113
Addendum 115
1. Een nieuwe Leidraad 115
2. Analyse ‘Leidraad voor onderzoekers in enquêteprocedures’ 115
3. Conclusie Leidraad voor onderzoekers in enquêteprocedures 127
4. Op naar een meer methodologische inkleding van het onderzoek? 131
Geraadpleegde literatuur 133
Geraadpleegde jurisprudentie 147
Bijlage 1: Codeerinstructies Praktijkonderzoek 151
Bijlage 2: Bevindingen praktijkonderzoek 155
Bijlage 3: Richtlijnen voor de onderzoeker in enquête 2019 187
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht