Mensenrechten en migratierecht
Mensenrechtennormen als grond voor toelating en verblijf
Samenvatting
Dit boek heeft als doel een systematische mensenrechten benadering van het migratierecht te schetsen. Daartoe wordt onderzocht in hoeverre een recht op toelating en verblijf kan voort vloeien uit mensenrechten normen. Alom bekend zijn in dat verband het recht op respect voor gezinsleven en het refoulementverbod voortvloeiend uit het verbod op foltering en op een vernederende en onmenselijke behandeling.
De rode draad in dit onderzoek vormt een tweedeling in mensenrechtennormen door middel van de concepten binding en bodem. Het begrip binding ziet op het idee dat mensen op meerdere manieren, via netwerken, met elkaar en met één of meerdere staten verbonden zijn. Dergelijke netwerken kunnen ook grensoverschrijdende implicaties hebben. Met name het recht op respect voor privé leven blijkt verregaande implicaties te hebben als bindingsnorm. Het begrip bodem ziet op het idee dat (bepaalde) grondrechten een ondergrens (bodem) hebben, die niet over schreden mag worden. Dat houdt in dat ook bij uitzetting naar situaties waarin een beperking van de grondrechten dreigt, die onder grens niet aan getast mag worden. Het recht op een eerlijk proces heeft grote consequenties als bodemnorm.
Dit onderzoek biedt niet alleen een overzicht van bestaande rechtspraak van het EHRM over grondrechten en het migratierecht, het verschaft ook een vernieuwend kader om toekomstige gevallen inzake toelating en uitzetting aan mensenrechtenbepalingen te onder werpen. Het vormt daarmee een waardevol naslagwerk voor academici en andere deskundigen in het migratierecht, maar is ook nuttig voor de rechts praktijk.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Inleiding 15
1.1.1 Onderwerp en doel van het onderzoek 15
1.1.2 ‘Binding’ en ‘bodem’ als kernbegrippen 19
1.2 Grondslagen van de bindings- en bodembenadering in EHRMrechtspraak 21
1.2.1 Algemene uitgangspunten voor toepassing van het EVRM in migratiecontext 22
1.2.1.1 Toepasselijkheid van het EVRM in migratiezaken 23
1.2.1.2 Toepassing van het EVRM en de jurisdictievraag 24
1.2.1.3 De immigratieclausule 27
1.2.2 Het recht op respect voor gezinsleven als bindingsnorm 29
1.2.2.1 Family life: ook over grenzen heen 30
1.2.2.2 Belangenafweging: mate van binding met land van herkomst en land van ontvangst 34
1.2.2.3 Belangenafweging onder artikel 8 EVRM bij toelating en uitzetting 36
1.2.2.4 Concluderend 40
1.2.3 Artikel 3 EVRM als bodemnorm 41
1.2.3.1 Artikel 3 EVRM: een impliciet refoulementverbod 42
1.2.3.2 Artikel 3 EVRM: “fundamental value” 43
1.2.3.3 Bodembescherming bij toetsing aan artikel 3 EVRM: minimum level of severity 46
1.2.3.4 Concluderend 51
1.2.4 Afsluitende opmerkingen: binding en bodem als juridische bouwstenen 51
1.3 Theoretische grondslagen voor de bindings- en bodembenadering 53
1.3.1 Mensenrechtenclaims en het migratierecht: drie standpunten 55
1.3.2 ‘Vervolging’ in het vluchtelingenrecht: bodem 57
1.3.3 Transnational ties: binding 67
1.4 Methodologische benadering; afbakening en opbouw onderzoek 71
1.4.1 Methodologische benadering 71
1.4.1.1 Het consistentiebeginsel in het EVRM-systeem 73
1.4.1.2 Consistentie-analyse operationaliseren 75
1.4.2 Onderzoeksvraag; afbakening en opbouw onderzoek 77
1.4.2.1 Onderzoeksvraag 77
1.4.2.2 Afbakening onderzoek 78
1.4.2.3 Opbouw onderzoek 83
1.4.2.4 Binding en bodem in mensenrechtenbepalingen 85
1.4.3 Wetenschappelijke bijdrage 89
2 Het recht op respect voor privéleven in het migratierecht 93
2.1 Inleiding 93
2.2 Het recht op respect voor privéleven in artikel 8 EVRM 94
2.2.1 Inleiding 94
2.2.2 Reikwijdte van het begrip ‘privéleven’: verruiming en categorisering 94
2.2.3 Beperkingssystematiek bij het recht op respect voor privéleven 97
2.2.4 Bindings- en bodemaspecten 101
2.2.4.1 Binding: sociale identiteit 101
2.2.4.2 Bodem: persoonlijke identiteit & geestelijke en fysieke integriteit 106
2.3 Het recht op respect voor privéleven als bindingsnorm 116
2.3.1 Inleiding 116
2.3.2 Toegang en toelating 116
2.3.2.1 Binding met het land van ontvangst: ‘zuivere’ toelatingszaken 117
2.3.2.2 Binding met het land van ontvangst: ‘hybride’ toelatingszaken 120
2.3.2.3 Binding door banden met anderen 126
2.3.2.4 Concluderend: consistentie 127
2.3.3 Uitzetting 129
2.3.3.1 Reikwijdte-vraag: familie- of privéleven? 130
2.3.3.2 Analyse: het bereik van het recht op respect voor privéleven bij uitzetting 139
2.3.3.3 Belangenafweging bij een inbreuk op het privéleven door uitzetting 143
2.3.4 Conclusie: privéleven als bindingsnorm 160
2.4 Het recht op respect voor privéleven als bodemnorm 163
2.4.1 Inleiding 163
2.4.2 Seksuele identiteit en refoulement 164
2.4.2.1 Inleiding 164
2.4.2.2 Seksuele identiteit in asielrechtspraak van het EHRM 166
2.4.2.3 Consistentieanalyse van EHRM-rechtspraak: seksuele identiteit in asielzaken 171
2.4.2.4 Het recht op respect voor privéleven en de vluchtelingendefinitie: benadering van het HvJEU 179
2.4.3 Persoonlijke identiteit en refoulement: verwesterde personen 182
2.4.3.1 Verwesterde personen in rechtspraak van het EHRM 183
2.4.3.2 Consistentie in EHRM-rechtspraak: verwesterde personen 185
2.4.4 Fysieke en geestelijke integriteit en refoulement 187
2.4.4.1 Fysieke en geestelijke integriteit in (asiel)rechtspraak van het EHRM 188
2.4.4.2 Consistentie van EHRM-rechtspraak: fysieke en geestelijke integriteit 191
2.4.5 Conclusie: het recht op respect voor privéleven als bodemnorm 193
2.5 Conclusie 194
3 Het recht op vrijheid van godsdienst in het migratierecht 199
3.1 Inleiding 199
3.2 Het recht op vrijheid van godsdienst in het EVRM 200
3.2.1 Inleiding 200
3.2.2 Reikwijdte van de godsdienstvrijheid in artikel 9 EVRM 201
3.2.2.1 Reikwijdte van ‘godsdienst’ 201
3.2.2.2 Geloofsuiting: kwestie van definiëring 202
3.2.2.3 Het individuele versus het collectieve aspect 205
3.2.3 Godsdienstvrijheid en de beperkingssystematiek van artikel 9 EVRM 206
3.2.3.1 Inmenging: vermijdbaarheid van de geloofsuiting 206
3.2.3.2 Beperkingssystematiek: forum internum en externum; negatieve en positieve verplichtingen en margin of appreciation 208
3.2.4 Godsdienstvrijheid: bodem en binding 211
3.2.4.1 Bindingsaspecten van de godsdienstvrijheid 212
3.2.4.2 Bodemaspecten van de godsdienstvrijheid 217
3.3 Vrijheid van godsdienst als bindingsnorm 224
3.3.1 Inleiding 224
3.3.2 De individuele dimensie van godsdienstvrijheid 225
3.3.2.1 Toelating ten behoeve van proselitisme en pelgrimage 226
3.3.2.2 Uitzetting vanwege godsdienstbeoefening? 233
3.3.2.3 Concluderend 239
3.3.3 De collectieve dimensie van godsdienstvrijheid 240
3.3.3.1 Toelating ten behoeve van de religieuze gemeenschap 241
3.3.3.2 Verblijfsbeëindiging en uitzetting als inbreuk op de religieuze gemeenschapsvrijheid 245
3.3.3.3 Concluderend 249
3.3.4 Conclusie: godsdienstvrijheid als bindingsnorm 250
3.4 Vrijheid van godsdienst als bodemnorm 252
3.4.1 Inleiding 252
3.4.2 Het recht op godsdienstvrijheid en het refoulementverbod 253
3.4.2.1 Godsdienstvrijheid en refoulement onder artikel 9 EVRM 253
3.4.2.2 Godsdienstvervolging en ‘ill treatment’ in de zin van artikel 3 EVRM 257
3.4.2.3 Analyse EHRM-rechtspraak: consistentie 265
3.4.3 Godsdienstvrijheid en het refoulementverbod: benadering van het HvJEU 273
3.4.3.1 De zaak Y. & Z./Bundesrepublik Deutschland 273
3.4.3.2 Analyse van rechtspraak van het HvJEU 274
3.4.4 Conclusie: godsdienstvrijheid als bodemnorm 280
3.5 Conclusie 282
4 Vrijheid van meningsuiting in het migratierecht 287
4.1 Inleiding 287
4.2 Het recht op vrijheid van meningsuiting in het EVRM 288
4.2.1 Inleiding 288
4.2.2 Artikel 10 EVRM: reikwijdte 288
4.2.3 Artikel 10 EVRM: beperkingsmogelijkheden 291
4.2.4 Artikel 16 EVRM: beperkingen op de ‘politieke’ rechten van vreemdelingen 293
4.2.5 Bindings- en bodemaspecten 296
4.2.5.1 Bindingsaspecten van het recht op vrijheid van meningsuiting 296
4.2.5.2 Bodemaspecten van het recht op vrijheid van meningsuiting 300
4.3 De vrijheid van meningsuiting als bindingsnorm 304
4.3.1 Inleiding 304
4.3.2 Toelating en vrijheid van meningsuiting 304
4.3.2.1 Nationale uitspraken over vrijheid van meningsuiting en toelating: Wilders; Moon 305
4.3.2.2 Toelating ten behoeve van de uitingsvrijheid 309
4.3.2.3 Weigering van (weder)toelating en vrijheid van meningsuiting 311
4.3.2.4 Analyse 315
4.3.3 Uitzetting en vrijheid van meningsuiting 316
4.3.3.1 Inleiding 316
4.3.3.2 Rechtspraak van het EHRM inzake uitzetting en artikel 10 EVRM 317
4.3.3.3 Analyse EHRM-rechtspraak 321
4.3.3.4 Concluderend 328
4.3.4 Conclusie: vrijheid van meningsuiting als bindingsnorm 329
4.4 De vrijheid van meningsuiting als bodemnorm 331
4.4.1 Inleiding 331
4.4.2 Vrijheid van meningsuiting, vergadering & betoging in het kader van de asielcontext 332
4.4.2.1 Vrijheid van meningsuiting en artikel 10 EVRM in de asielcontext 332
4.4.2.2 Vrijheid van meningsuiting, vereniging & betoging in het kader van artikel 3 EVRM 334
4.4.2.3 Analyse 335
4.4.3 Meningsuiting en vluchtelingschap 339
4.4.3.1 Inleiding 339
4.4.3.2 ‘Politieke overtuiging’ in de vluchtelingendefinitie 339
4.4.3.3 Politieke overtuiging en vervolging 341
4.4.3.4 Concluderend: alle beperkingen van politieke uitingen leiden tot een refoulementverbod? 342
4.4.4 Conclusie: vrijheid van meningsuiting als bodemnorm 344
4.5 Conclusie 345
5 Procedurele normen in het migratierecht 349
5.1 Inleiding 349
5.2 Procedurele normen in het EVRM 351
5.2.1 Inleiding 351
5.2.2 Artikel 6 EVRM: het recht op een eerlijk proces 351
5.2.2.1 Het bereik van artikel 6 EVRM 351
5.2.2.2 Beperkingsmogelijkheden van artikel 6 EVRM 355
5.2.3 Artikel 5 EVRM: het recht op vrijheid en veiligheid 357
5.2.3.1 Het bereik van procedurele rechten onder artikel 5 EVRM 357
5.2.3.2 Beperkingsmogelijkheden met betrekking tot artikel 5 EVRM 358
5.2.4 Overige procedurele normen in het EVRM 360
5.2.5 Bindingsaspecten van procedurele normen 364
5.2.5.1 Artikel 6 EVRM: toegang tot de rechter en universele rechtsmacht/forum necessitatis 364
5.2.5.2 Artikel 5 EVRM: fysieke vrijheid en bewegingsvrijheid 368
5.2.6 Bodemaspecten 370
5.2.6.1 Bodemaspecten van artikel 6 EVRM 370
5.2.6.2 Bodemaspecten van artikel 5 EVRM 378
5.3 Artikel 6 EVRM als bindings- en bodemnorm 381
5.3.1 Inleiding 381
5.3.2 Artikel 6 EVRM als bindingsnorm 381
5.3.3 Artikel 6 EVRM als bodemnorm 384
5.3.3.1 Inleiding 384
5.3.3.2 Uitlevering: de Soering-doctrine 385
5.3.3.3 Uitzetting: de Soering-doctrine toegepast 388
5.3.3.4 De tweede fase uitleveringszaken: de introductie van interstatelijke waarborgen 389
5.3.3.5 Schending van artikel 6 EVRM bij uitzetting: Othman tegen het Verenigd Koninkrijk 391
5.3.3.6 De derde fase uitleveringszaken: CIA-methoden 393
5.3.4 Analyse: artikel 6 EVRM als refoulementverbod 394
5.3.4.1 Inleiding 394
5.3.4.2 Flagrante schending van het recht op een eerlijk proces vormt een refoulementverbod 395
5.3.4.3 Criterium: ‘flagrant denial of justice’ 395
5.3.4.4 Bereik van artikel 6 EVRM bij refoulementzaken 398
5.3.4.5 Bewijstest: reëel risico 402
5.3.4.6 Concluderend 404
5.4 Artikel 5 EVRM als bindings- en bodemnorm 406
5.4.1 Inleiding 406
5.4.2 Artikel 5 EVRM als bindingsnorm 406
5.4.3 Artikel 5 EVRM als bodemnorm 407
5.4.3.1 EHRM-rechtspraak inzake artikel 5 EVRM als refoulementverbod 407
5.4.3.2 Uitzettingszaken 407
5.4.3.3 Uitleveringszaken 410
5.4.4 Analyse: toepassing van artikel 5 EVRM als refoulementverbod 412
5.4.4.1 Artikel 5 EVRM als refoulementverbod 412
5.4.4.2 Criterium: ‘flagrant breach of the prohibition of arbitrary detention’ 412
5.4.4.3 Bereik van artikel 5 EVRM bij refoulement: bodemaspecten 414
5.4.4.4 Bewijstest: reëel risico 416
5.4.4.5 Concluderend 417
5.5 Conclusie 418
5.5.1 Procedurele normen als bindingsnormen 418
5.5.2 Procedurele normen als bodemnormen 419
6 Sociaal-economische normen in het migratierecht 421
6.1 Sociaal-economische rechten in context 421
6.1.1 Inleiding 421
6.1.2 Typen rechten in het EVRM: burger- en politieke rechten versus sociaal-economische rechten 421
6.1.3 Sociaal-economische rechten in migratiezaken 425
6.1.4 Sociaal-economische rechten in het vluchtelingenrecht 429
6.2 Het recht op onderwijs in het migratierecht 433
6.2.1 Inleiding 433
6.2.2 Het recht op onderwijs in het EVRM 433
6.2.2.1 Bereik van het recht op onderwijs: twee subrechten 433
6.2.2.2 Impliciete beperkingsmogelijkheden bij het recht op onderwijs 440
6.2.3 Bindings- en bodemaspecten 443
6.2.3.1 Bindingsaspecten van het recht op (vrijheid) van onderwijs 443
6.2.3.2 Bodemaspecten van het recht op (vrijheid) van onderwijs 446
6.2.4 Het recht op onderwijs als bindingsnorm 451
6.2.4.1 Inleiding 451
6.2.4.2 Toelating ten behoeve van onderwijs 454
6.2.4.3 Voortzetting van verblijf vanwege onderwijs 457
6.2.4.4 De instrumentele waarde van het recht op onderwijs: invulling van andere rechten 462
6.2.4.5 Concluderend: het recht op onderwijs als bindingsnorm 463
6.2.5 Het recht op onderwijs als bodemnorm 464
6.2.5.1 Inleiding 464
6.2.5.2 Het recht op onderwijs als zelfstandig refoulementverbod 466
6.2.5.3 Het recht op onderwijs in het licht van andere EVRMbepalingen 469
6.2.5.4 Het recht op onderwijs en vervolging 471
6.2.5.5 Concluderend 474
6.2.6 Conclusie: het recht op onderwijs als bindings- en bodemnorm 475
6.3 Het recht op eigendom in het migratierecht 477
6.3.1 Inleiding 477
6.3.2 Het recht op eigendom in het EVRM 478
6.3.2.1 Inleiding 478
6.3.2.2 Het bereik van het recht op eigendom in het EVRM 478
6.3.2.3 Beperkingsmogelijkheden van het recht op eigendom 479
6.3.2.4 Het recht op eigendom en vreemdelingen 482
6.3.3 Bindings- en bodemaspecten 483
6.3.3.1 Bindingsaspecten van het recht op eigendom 483
6.3.3.2 Bodemaspecten van het recht op eigendom 485
6.3.4 Het recht op eigendom als bindingsnorm 487
6.3.4.1 Inleiding 487
6.3.4.2 Het recht op eigendom en toelating 488
6.3.4.3 Het recht op eigendom en uitzetting 491
6.3.4.4 Concluderend 494
6.3.5 Het recht op eigendom als bodemnorm 494
6.3.5.1 Het recht op eigendom als zelfstandig refoulementverbod in het EVRM 495
6.3.5.2 Het recht op eigendom en het verbod op onmenselijke/vernederende behandeling 497
6.3.5.3 Vervolging en eigendomsrechten 498
6.3.5.4 Concluderend 499
6.3.6 Conclusie: bindings- en bodembenadering van het recht op eigendom 500
6.4 Conclusie: sociaal-economische normen in het migratierecht 501
7 Gelijkheidsnormen in het migratierecht 503
7.1 Inleiding 503
7.2 Gelijkheidsnormen in het EVRM 504
7.2.1 Inleiding 504
7.2.2 Artikel 14 EVRM 504
7.2.2.1 Toepassingsbereik van artikel 14 EVRM 504
7.2.2.2 Beperkingsmogelijkheden van artikel 14 EVRM 506
7.2.2.3 Indirect onderscheid 508
7.2.3 Artikel 1 van het Twaalfde Protocol EVRM 509
7.2.4 Discriminatiegronden 510
7.2.4.1 Onderscheid op grond van nationaliteit 510
7.2.4.2 Onderscheid op grond van ras 514
7.2.4.3 Onderscheid op grond van geslacht 519
7.2.4.4 Onderscheid op basis van andere (in de bepaling genoemde) gronden 524
7.2.4.5 Onderscheid op basis van overige gronden 527
7.2.5 Bindings- en bodemaspecten 530
7.2.5.1 Bindingsaspecten van het gelijkheidsbeginsel 530
7.2.5.2 Bodemaspecten van het gelijkheidsbeginsel 532
7.2.6 Concluderend 534
7.3 Het gelijkheidsbeginsel als bindingsnorm 535
7.3.1 Inleiding 535
7.3.2 De zelfstandige betekenis van gelijkheidsnormen in het EVRM voor het migratierecht 535
7.3.3 Gelijkheidsnormen in het EVRM en onderscheid bij toelating en uitzetting 537
7.3.3.1 Inleiding 537
7.3.3.2 Onderscheid op grond van nationaliteit in immigratiezaken 537
7.3.3.3 Onderscheid op grond van ras in immigratiezaken 546
7.3.3.4 Onderscheid op grond van geslacht in immigratiezaken 553
7.3.3.5 Onderscheid op grond van geboorte in immigratiezaken 558
7.3.3.6 Onderscheid op basis van andere (genoemde) gronden in immigratiezaken 561
7.3.3.7 Onderscheid vanwege andere gronden: seksuele gerichtheid 564
7.3.4 Concluderend: gelijkheidsnormen als bindingsnormen 566
7.4 Het gelijkheidsbeginsel als bodemnorm 567
7.4.1 Inleiding 567
7.4.2 Artikel 14 EVRM als zelfstandig refoulementverbod 568
7.4.3 Discriminatie als ill treatment in de zin van artikel 3 EVRM 570
7.4.3.1 Discriminatie als vernederende behandeling 570
7.4.3.2 Discriminatie en (overig) ill treatment in de zin van artikel 3 EVRM 577
7.4.3.3 Tussenconclusie: discriminatie als ill treatment in de zin van artikel 3 EVRM 580
7.4.4 Discriminatie = ill treatment = refoulementverbod? 581
7.4.4.1 Inleiding 581
7.4.4.2 Raciale discriminatie als grond voor een refoulementverbod 583
7.4.4.3 Andere vormen van discriminatie als grond voor een refoulementverbod 588
7.4.5 Gelijkheidsnormen in de vluchtelingendefinitie 593
7.4.5.1 Inleiding 593
7.4.5.2 Vervolgingsgronden als discriminatiegronden 593
7.4.5.3 Het vervolgingsbegrip en discriminatie 598
7.4.5.4 Conclusie 601
7.4.6 Conclusie: gelijkheidsnormen in het EVRM als bodemnorm 601
7.5 Conclusie 603
8 Conclusie 607
8.1 Binding 608
8.2 Bodem 616
8.3 Binding én bodem? 623
Literatuurlijst 627
Jurisprudentielijst 651
Trefwoordenregister 665
Afkortingen 673
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- Aanbestedingsrecht
- Aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- Accountancy
- Algemeen juridisch
- Arbeidsrecht
- Bank- en effectenrecht
- Bestuursrecht
- Bouwrecht
- Burgerlijk recht en procesrecht
- Europees-internationaal recht
- Fiscaal recht
- Gezondheidsrecht
- Insolventierecht
- Intellectuele eigendom en ict-recht
- Management
- Mens en maatschappij
- Milieu- en omgevingsrecht
- Notarieel recht
- Ondernemingsrecht
- Pensioenrecht
- Personen- en familierecht
- Sociale zekerheidsrecht
- Staatsrecht
- Strafrecht en criminologie
- Vastgoed- en huurrecht
- Vreemdelingenrecht