Kostenverhogend of onvoorzien: een groot verschil of is dát te overzien?
Een onderzoek naar de toepassingskaders van par. 47 UAV 2012 en par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005
Samenvatting
De bouwsector is in de afgelopen jaren geconfronteerd met sterk veranderende omstandigheden, zoals extreem laag water, de PFAS-problematiek en de COVID-19 pandemie. Het is duidelijk dat deze omstandigheden van invloed zijn op de uitvoering van bouwprojecten. Minder duidelijk is het antwoord op de vraag voor wiens rekening de gevolgen van deze omstandigheden behoren te komen: heeft een opdrachtnemer recht op kostenvergoeding?
Als de UAV 2012 of UAV-GC 2005 van toepassing zijn op de overeenkomst, kan een grondslag voor kostenvergoeding mogelijk worden gevonden in par. 47 UAV 2012 of par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005. Op het eerste gezicht lijken deze regelingen uit te gaan van verschillende systemen, maar is dat ook zo? Gelden voor een beroep op par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 andere criteria dan voor een beroep op par. 47 UAV 2012? En zo ja, is dat terecht of problematisch? En wat zou anders moeten of beter kunnen?
Dit boek geeft niet alleen antwoord op de hiervoor genoemde vragen, maar ook praktische kaders voor de toepassing van art. 6:258 BW, par. 47 UAV 2012 en par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005. Daarnaast bevat het een handig jurisprudentieoverzicht waarin 46 uitspraken uit de periode 1976 – 2020 over kostenverhogende en onvoorziene omstandigheden op overzichtelijke wijze zijn opgenomen. Het boek is de neerslag van de scriptie die Jaap Springelkamp schreef in het kader van de master Bouwrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
De scriptie is bekroond met de Scriptieprijs van het Instituut voor Bouwrecht in de categorie Privaatrechtelijk Bouwrecht (eerste prijs). Volgens de jury is sprake van een zeer grondig en gesystematiseerd onderzoek, waarvan de resultaten van belang zijn voor de praktijk én de wetenschap. Het gedetailleerde jurisprudentieonderzoek naar de toepassing van par. 47 UAV 2012 verdient volgens de jury bijzondere vermelding. De auteur is momenteel als (juridisch) contractmanager werkzaam bij Heijmans. Daarvoor heeft hij een ruime ervaring opgedaan in de voorbereiding en uitvoering van infrastructurele bouwprojecten.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Een grondslag voor bijbetaling of aanpassing van de aanneemsom? 1
1.1.1 Par. 47 UAV 2012 versus par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 1
1.1.2 Het verschillende toepassingsbereik van de UAV 2012 en UAV-GC 2005 2
1.2 De onderzoeksvraag 3
1.3 De opzet van het onderzoek 3
1.3.1 Onderzoeksmethode 3
1.3.2 Leeswijzer 4
1.4 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie 5
2 Wanneer kan een omstandigheid worden aangemerkt als ‘onvoorziene omstandigheid’?
2.1 Onvoorziene omstandigheden (art. 6:258 BW en par. 44 lid 1 sub c UAV-GC) 7
2.2 Overmacht (art. 6:75 BW) 8
2.3 Dwaling (art. 6:228 BW) 9
2.4 Kostenverhogende omstandigheden (art. 7:753 BW en par. 47 UAV 2012) 10
2.5 Verhouding tussen de bepalingen 10
2.6 Beantwoording van de eerste deelvraag 11
3 Wat zijn in het algemeen contractenrecht de criteria voor een beroep op art. 6:258 BW?
3.1 Totstandkoming art. 6:258 BW 13
3.2 Criteria voor een geslaagd beroep op art. 6:258 BW 14
3.3 Is de omstandigheid in de overeenkomst verdisconteerd? 15
3.4 Is de omstandigheid van dien aard dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen ongewijzigde instandhouding mag verwachten? 17
3.5 Behoort de omstandigheid krachtens de aard van de overeenkomst voor rekening te blijven van degene die een beroep doet op art. 6:258 BW? 18
3.6 Is sprake van een omstandigheid die krachtens de in het verkeer geldende opvatting voor rekening behoort te blijven van degene die een beroep doet op art. 6:258 BW? 20
3.7 Beantwoording van de tweede deelvraag 21
3.7.1 Het toepassingskader voor art. 6:258 BW 22
3.7.2 Tot slot 22
4 Wat zijn de criteria voor een beroep op par. 47 UAV 2012 in het bouwcontractenrecht?
4.1 Totstandkoming par. 47 UAV 24
4.2 Criteria voor een geslaagd beroep op par. 47 UAV 2012 24
4.3 Is de omstandigheid van dien aard dat bij de totstandkoming van de overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zou voordoen? 24
4.4 Kan deze omstandigheid aan de aannemer worden toegerekend? 26
4.4.1 Toerekening vanwege schuld 26
4.4.2 Toerekening krachtens de wet 26
4.4.3 Toerekening op grond van de aard van de overeenkomst 28
4.4.4 Toerekening krachtens de verkeersopvatting 29
4.5 Het ‘aanzienlijkheidsvereiste’ 33
4.5.1 De verschillende manieren om te toetsen aan het aanzienlijkheidsvereiste 34
4.5.2 Wanneer is sprake is van een aanzienlijke stijging van de kosten? 35
4.5.3 Volledige vergoeding of uitsluitend het meerdere boven de ondergrens? 38
4.6 Vergoeding naar redelijkheid en billijkheid 40
4.7 Beantwoording van de derde deelvraag 41
4.7.1 Het toepassingskader voor par. 47 UAV 2012 43
4.7.2 Tot slot 44
5 Kan op basis van art. 6:258 BW en par. 47 UAV 2012 een toepassingskader voor par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 worden geformuleerd?
5.1 Criteria voor een geslaagd beroep op par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 46
5.2 Vaststellen van de omstandigheid 46
5.3 Is de omstandigheid expliciet onderdeel van de overeenkomst? 46
5.4 Behoort de omstandigheid krachtens de aard van de overeenkomst voor rekening van de opdrachtnemer te blijven? 47
5.5 Is sprake van een omstandigheid die op grond van de verkeersopvatting voor rekening van de opdrachtnemer behoort te blijven? 50
5.5.1 De generieke verkeersopvatting 50
5.5.2 De specifieke verkeersopvatting 53
5.6 Is de omstandigheid van dien aard dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen ongewijzigde instandhouding mag verwachten? 55
5.6.1 Vallen de gevolgen buiten het ondernemersrisico? 55
5.6.2 Kostenvergoeding en/of termijnsverlenging naar redelijkheid en billijkheid 56
5.7 Beantwoording van de vierde deelvraag 59
5.7.1 Het toepassingskader voor par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 60
5.7.2 Tot slot 61
6 Casus
6.1 Recente omstandigheden 63
6.1.1 Extreem laag water en half beladen schepen 63
6.1.2 Stikstof emissie in relatie tot de verantwoordelijkheden voor het naleven van wet- en regelgeving 65
6.1.3 Gewijzigde PFAS- regelgeving of niet meer dan een ander inzicht? 66
6.1.4 De COVID-19 pandemie, in hoeverre was deze te voorzien? 68
6.1.5 Tijdige leverantie van rioleringsbuizen 70
6.2 Risico’s verband houdende met ontwerpwerkzaamheden of onvolledige informatie 72
6.2.1 Het state of the art-risico 72
6.2.2 Het informatierisico 74
6.3 Beantwoording van de vijfde deelvraag 78
6.3.1 Met welke gevallen wordt anders omgegaan? 78
6.3.2 Tot slot 79
7 Vergelijking van par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 en par. 47 UAV 2012
7.1 Verschillen en gelijkenissen tussen het toepassingskader van par. 47 UAV 2012 en par. 44 lid 1 sub c UAV-GC 2005 81
7.1.1 Stap 1: vaststellen van de omstandigheid 81
7.1.2 Stap 2: is de omstandigheid expliciet verdisconteerd in de overeenkomst? 82
7.1.3 Stap 3: is de omstandigheid impliciet verdisconteerd in de overeenkomst? 83
7.1.4 Stap 4: toets aan de hand van de maatstaven van de redelijkheid en billijkheid 83
7.2 Is het gewenst of problematisch dat de regelingen van elkaar afwijken of op hetzelfde neerkomen? 84
7.2.1 De bewijslastverdeling ten aanzien van het state of the art-risico 84
7.2.2 Het ontbreken van een regeling voor de omgang met het informatierisico 85
7.2.3 De bewijslast dat ongewijzigde instandhouding in strijd is met de maatstaven van redelijkheid en billijkheid 85
7.3 Tot slot: wat kan anders of moet beter? 87
Literatuurlijst 91
Aangehaalde jurisprudentie 97
Bijlage 1 - Analyse jurisprudentie onvoorziene en kostenverhogende omstandigheden 99
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht