Wie in deze onzekere en op drift geraakte wereld wil overleven, moet bereid zijn om anders te denken en zich anders te gedragen. Een van de obstakels daarbij is mensen die verandering van denken en doen langs conventionele weg proberen te bereiken. Om ondernemender, klantgerichter of creatiever te worden, sleutelt men bijvoorbeeld naar hartenlust aan bestaande structuren en probeert men nieuwe procedures in het leven te roepen die het gewenste gedrag dienen te ondersteunen. Meestal lukt dat niet. Dat komt omdat de invloed van omgevingen op menselijk gedrag maar zeer beperkt is.
Een andere mogelijkheid is dat men kiest voor een collectieve (her)programmering, die bekend staat als ‘cultuurverandering’. Uitgangspunt is steevast een of meerdere nieuwe cultuurwaarden die door de top als wenselijk worden beschouwd. Aan de hand van interne communicatiecampagnes en trainingen worden managers en medewerkers vervolgens aangemoedigd om zich de nieuwe waarde eigen te maken. Omdat de nieuwe gedragspatronen echter van hogerhand worden opgedrongen, ontbreekt het aan betrokkenheid en eigenaarschap om ze ook daadwerkelijk na te leven. Bovendien zijn de nieuwe waarden vaak zo abstract geformuleerd dat niemand er iets mee kan beginnen. De concrete aansporing tot échte gedragsverandering blijft derhalve achterwege.
Is er een alternatief denkbaar? Ja, die van de positieve deviatie. Positieve deviatie richt zich op een beperkte groep mensen – koplopers – die het gewenste gedrag reeds vertonen en die als rolmodel voor anderen willen fungeren. Positieve deviatie is niet bedacht door hooggeleerde theoretici. Integendeel, de kracht ervan is door praktijkmensen ontdekt, die zich bezighielden met het oplossen van taaie problemen als ondervoeding van kinderen in Derde Wereldlanden. Men speurde naar ‘positieve afwijkingen’. In Vietnam, waar ondervoeding van kinderen een gigantisch probleem vormde, vond men bijvoorbeeld enkele moeders die wél in staat waren om hun kinderen op gezonde wijze te voeden. Door exact na te gaan wat deze moeders anders deden en deze kennis vervolgens onder de rest van de bevolking te verspreiden, haalde men in korte tijd opzienbarende resultaten.
Positieve deviatie, zo heb ik inmiddels van nabij kunnen constateren, is ook een probate aanpak om je team of organisatie in snel tempo in de gewenste richting te bewegen. Om dat te kunnen doen moet je heel wat vanzelfsprekendheden loslaten. Je moet breken met de neiging om eerst oeverloze analyses te maken. Vuistdikke plannen en dito road maps zijn uit den boze. Het creëren van een breed draagvlak mag niet je primaire aandachtspunt zijn. Idem dito voor dwarsliggers, die je rustig links moet laten liggen. Je concentreert je daarentegen volledig op het ondersteunen van de beperkte groep van positieve devianten binnen je organisatie. Door hen de ruimte te geven om hun denkbeelden en gedragingen te perfectioneren en door te demonstreren dat hun oplossingen écht beter werken, kun je erin slagen om de afwachtende massa over de streep te trekken.
De moraal van het verhaal: als de nood hoog en de problematiek complex is, richt je dan niet op het oplossen van problemen, maar op het kopiëren van successen. Dat is leuker, makkelijker én effectiever.
Over Hans van der Loo
Hans van der Loo richt zich op zelfmotivatie en psychologische veiligheid in teams. Hij is onderzoeker, facilitator en auteur van meerdere bestsellers, zoals 'Kus de visie wakker, 'Psychologische veiligheid','Teaming: de nieuwe realiteit van samenwerken' en 'Gitig gedoe op de werkplek'. deze laatste is Managementboek van het jaar 2024.