Futurologen zijn vaak niet meer dan koffiedikkijkers, zoals elke science fiction-film na verloop van tijd laat doorschemeren. Zo zijn de vliegende auto's en zelfstrikkende schoenveters die Back to the Future II voor ons tijdperk in gedachten had, nog steeds toekomstmuziek. Toch zijn de contouren van bepaalde ontwikkelingen met de nodige slagen om de arm wel degelijk te voorspellen. In The Inevitable schetst de Amerikaanse journalist Kevin Kelly twaalf trends die de komende dertig jaar gemeengoed zullen worden. De mede-oprichter van het tijdschrijft Wired vertoeft al decennia in de voorhoede van de IT-revolutie. Als zodanig heeft hij zicht op een toekomst waarin al onze lichaamsfuncties continu gemeten worden, kunstmatige intelligentie nieuwe vormen van bewustzijn zal ontsluiten, elk gebruiksvoorwerp interactief wordt, en virtuele werkelijkheid definitief door zal breken. Deze metatrends zijn 'onvermijdelijk' omdat ze bepaald worden door de technologie, die een eigen, autonome dynamiek heeft. Op welke manier deze ontwikkelingen onze samenleving zullen veranderen is nog onduidelijk. Maar grote kans dat de meeste toepassingen al in een prototype voorhanden zijn. In de woorden van schrijver William Gibson: de toekomst is al aanwezig, ze is alleen nog niet evenredig gedistribueerd.
De snelheid van de veranderingen legt een enorme druk op bedrijven. Met name grote ondernemingen lopen het gevaar om door de tijdsgeest te worden ingehaald en hun relevantie te verliezen. Om zich tegen dit risico in te dekken zoeken veel organisaties hun heil in 'best practices', procedures die hun nut ruimschoots bewezen hebben. Toch is dit precies wat leiders niet moeten doen, zegt de Amerikaanse veranderingsexpert John Kotter. Vertrouwen op beproefde methoden is een vorm van terugkijken, terwijl overleven in een nieuw paradigma een kwestie is van vooruitzien. In Zo doen we dat hier niet! beschrijft Kotter hoe organisaties in periodes van tegenspoed succesvol kunnen blijven. Net als zijn eerdere bestseller Onze ijsberg smelt!, waarin een groep pinguïns worstelt met een slinkende gletsjer, heeft het boek de vorm van een parabel. Dit keer volgt Kotter het bestaan van twee groepen stokstaartjes in de Afrikaanse Kalahariwoestijn. De ene clan is betrouwbaar, efficiënt, en tot in de puntjes georganiseerd. De andere groep is wars van hiërarchie en gedraagt zich als een startup. Een periode van droogte en een invasie van roofdieren dreigen beide samenlevingen de nek om te draaien. Maar door het beste van twee werelden te combineren weten de stokstaartjes het tij te keren.
Externe dreigingen zijn niet de enige factoren die het langetermijnsucces van een bedrijf kunnen ondermijnen. Soms komt het probleem van binnenuit, bijvoorbeeld doordat kernprincipes verwateren en een organisatie de aansluiting verliest met haar klanten. De kwestie wordt vaak opgelost door een beroep te doen op de oprichter. Zo zijn pioniers als Steve Jobs, Michael Dell en Charles Schwab op een gegeven moment allemaal teruggekeerd om hun geesteskindje van de ondergang te redden. In The Founder's Mentality beschrijven bedrijfsadviseurs Chris Zook en James Allen hoe organisaties de mentaliteit van hun stichters ook zónder hun persoonlijke aanwezigheid levend kunnen houden. Oprichters hebben drie karakteristieken die de moeite van het navolgen waard zijn. Het zijn rebellen die de status quo willen veranderen, ze hebben een persoonlijk belang in het bedrijf, en ze zijn geobsedeerd met klanten en producten, en niet zozeer met processen. De voordelen van deze instelling zijn aanzienlijk: zo blijken beursgenoteerde bedrijven met een sterke invloed van hun oprichter drie keer beter te presteren dan andere fondsen.
Zook en Allens advies om de mentaliteit van hun oprichter over te nemen zal er niet bij elke organisatie even makkelijk ingaan. Pioniers hebben vaak de reputatie om uitzonderlijk, en daarmee onnavolgbaar te zijn. Toch is het idee van de pure individualist een mythe, zegt Wharton-wetenschapper en marketingexpert Jonah Berger in Invisible Influence. We laten ons allemaal door elkaar beïnvloeden, op manieren die we vaak niet eens beseffen. In veel gevallen is daar niets mis mee. Het zou uitputtend zijn als we bij elke beslissing onszelf als enige informatiebron zouden moeten raadplegen, in plaats van af te kunnen gaan op de kennis en het advies van anderen. Maar soms botst die sociale invloed met onze drang om een eigen persoonlijkheid te etaleren. In zekere zin proberen we allemaal op dezelfde manier anders te zijn, aldus Berger. Zelfs de grootste rebel laat zich sturen, al is het alleen maar door het tegengestelde te doen van wat hem of haar verwacht wordt. Zoals een karakter in de satirische animatieserie SouthPark het gekscherend stelde: 'Je kunt geen non-conformist zijn als je geen koffie drinkt.'
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.