Mieren, bijen, termieten, vogels, vissen en kariboes kunnen een voorbeeld zijn. Zelfs bij complexe taken. Bioloog Peter Miller beschrijft in zijn boek ‘Smart Swarm’ uitgebreid hoe dergelijke groepen taken uitvoeren zonder dat er een manager aan te pas komt. Een bron van inspiratie voor wie geïnteresseerd is in een dieper begrip van samenwerking in groepen.
De eerste druk van ‘Smart Swarm’ van Peter Miller verscheen in 2010. Dit boek is opgebouwd uit zes delen. Na een introductie staat in drie separate hoofdstukken het gedrag van mieren, bijen en termieten centraal. Het vierde hoofdstuk behandelt vogelzwermen, scholen vis en hordes landdieren. Deze hoofstukken presenteren onderzoek uit de biologie, beschrijven het gedrag van de betreffende diersoorten en trekt parallellen met menselijke gedrag. Het voorlaatste hoofdstuk behandelt de keerzijde van groepsgedrag en het boek sluit af met conclusies.
De smart swarm staat centraal: een groep van individuen die op elkaar en de omgeving reageren op een manier die hen als groep in staat stelt om te gaan met onzekerheid, complexiteit en verandering. Deze groepen maken gebruik van flexibel, adaptief en betrouwbaar groepsgedrag. Door de hoofdstukken heen wordt duidelijk dat dit op vier principes gestoeld is: zelf-organisatie, diversiteit van kennis, indirecte samenwerking en adaptief nabootsen.
Dit boek is sterk doordat het diep in gaat op de voorbeelden. Er wordt veel vooraanstaand onderzoek aangehaald, ook als de bevindingen door later onderzoek herzien zijn. Voorname bouwstenen voor groepsgedrag staan (in de eerste druk) wel verspreid over de tekst. Dit betekent wel dat de lezer het gehele boek moet lezen om de essentie er uit te kunnen halen. Ondanks dat dit boek een wetenschappelijk gehalte heeft, schrijft Miller duidelijk en in begrijpelijk Engels: ‘By observing ant colonies, for example, we’ve seen how a large number of individuals without supervision can accomplish difficult tasks by following simple rules when the meet and interact. Because a colony distributes problem solving among many individuals, it not only allocates its resources efficiently but also adjusts rapidly to changes in the environment.’ Voor de andere genoemde diersoorten beschrijft Miller op even toegankelijke wijze welke specifieke kenmerk hen uniek maakt.
De kracht van dit boek is tevens de keerzijde. Miller gaat diep in op het gedrag van diverse diersoorten. Dit is nodig voor een goed begrip en zal tegelijkertijd op sommigen als langdradig overkomen. Daarbij is dit boek in het Engels geschreven en dat zal sommigen afschrikken.
Dit boek is een aanrader voor wie een dieper begrip wil hebben van zelfsturende teams. De kernboodschappen zijn goed onderbouwd én inspirerend om te lezen. Het kan velen helpen zich effectief en efficiënt te organiseren. Tegelijkertijd is het niet toegankelijk voor een groot publiek. En dat is jammer. Laten we daarom hopen dat eens een compactere versie in het Nederlands op de markt verschijnt.