Fousert houdt een pleidooi om daadwerkelijk aandacht te schenken aan de waarden en normen in de maatschappij en in een organisatie. Fousert koppelt deze (her)nieuwde aandacht voor waarden en normen (hij kiest bewust voor deze volgorde) aan leiderschap en spiritualiteit. In essentie probeert Fousert de lezer inzicht te geven in de geschiedenis van management en aan te geven, dat er een andere vorm van leiderschap is, namelijk dienstbaar leiderschap. Deze leider vindt niet de organisatie het allerbelangrijkste, vindt ook niet de aandeelhouder het allerbelangrijkste en vindt ook niet zichzelf het allerbelangrijkste. Dit door Fousert zo genoemde 'Ander leiderschap' vindt het belang van het individu, het belang van de medewerker het allerbelangrijkste. In zijn boek laat hij zich leiden door Robert K. Greenleaf die in 1991 'The Servant as Leader' publiceerde. Het artikel is door Fousert als bijlage in zijn boek opgenomen. In zijn queeste neemt Fousert de lezer mee en gaat hij op zoek naar verklaringen, waarom dit Ander leiderschap (waarom gebruikt hij niet de term 'Dienstbaar leiderschap'?) werkt en waar het vandaan komt. In elf hoofdstukken legt hij het verband tussen IQ, EQ en SQ (=Spirituele intelligentie); laat hij de lezer zien dat ideeën over leiderschap niet nieuw hoeven te zijn aan de hand van het Benedictijnse Model (zesde eeuw!); toont hij de lezer vanuit de historie, via Plato, Newton en Taylor, waarom de 21e eeuw een Ander leiderschap behoeft. Ook schuwt hij het niet om grote filosofen aan het woord te laten. Fousert doorspekt theorie met alledaagse voorbeelden uit de actualiteit of uit zijn lange loopbaan in het vakgebied personeels-management, organisatieontwikkeling en leiderschap. Daarnaast geeft Fousert in dezelfde hoofdstukken zeer praktisch toepasbare modellen en ideeën. Zoals de transitie van het managementmodel via het managementleiderschap naar écht leiderschap. Of ideeën over nieuw arbeidsvoorwaardelijk denken, nieuw competentiemanagement, nieuw capaciteitsgebruik, nieuw carrièreontwikkeling en nieuw talentmanagement. Verder verhaalt hij over een door hem ontwikkelde cyclus: 'Cultuur en Leiderschap' die van toepassing is om de diepere waarden en normen van de organisatie te doorgronden en management daadwerkelijk te stimuleren tot Ander, dienstbaar leiderschap. Het boek is zeker de moeite waard, al is het verband tussen de verschillende hoofdstukken niet altijd glashelder.Wat mij betreft kent het boek twee groepen lezers en dat is dan ook de verdienste van Fousert. Eén groep is geïnteresseerd in bovengenoemde theorie en de achtergrondfilosofie van 'Dienstbaar Leiderschap'. De andere groep is vooral geboeid door korte tabellen, korte opsommingen en bruikbare ideeën voor zichzelf. Het is geen pasklare handleiding om te komen tot dienstbaar leiderschap. Het boek zet wel aan tot denken over eigen leiderschap.
Recensie
Ander leiderschap (1e druk 2003)
Vele boeken en artikelen zijn verschenen waarin aandacht wordt schenken aan de eigenschappen, die een manager moet hebben om een organisatie te leiden. Hij (of zij, maar dat blijf ik niet herhalen) moet volgens de meer recente opvattingen hierover sluw zijn, moet een rat zijn, moet bikkelhard zijn en moet zeker niet aardig zijn. Dat is een lijst met eigenschappen, die misschien leidt tot kortstondige, zakelijke successen, maar die in ieder geval niet leidt tot het leiderschap, waar Daan Fousert in zijn boek 'Ander leiderschap' voor pleit. Het leiderschap dat volgens Fousert 'de capaciteit is om mensen bewust te maken van hun vrijheid om anders te zijn.'
Frans Eliëns
|
7 juni 2004