'Mag ik niet meer ziek zijn?' Deze vraag is een drogreden, toont Marleen Teunis in 'Werken, iedereen wordt er beter van'. Een medewerker die ziek wordt, wordt ook niet ontslagen van zijn plicht om zijn huur te betalen, het schoolgeld van zijn kinderen op te brengen en zijn hypotheeklast te voldoen. In haar optiek dient de medewerker niet ontslagen te worden van zijn plicht om zijn arbeidscontract na te leven bij ziekte.
Dit boek is dan ook gebaseerd op de overtuiging dat ziek zijn en thuisblijven eerder tot nare gevolgen leidt dan ziek zijn en blijven werken. Door middel van beleid, protocollen en oplossingsgerichte gespreksvoering helpt oplossingsgericht verzuimmanagement om mensen bij het werk te betrekken, ook als ze ziek zijn.
Kern van de methode oplossingsgericht verzuimmanagement is om verder te kijken dan naar de medische ingangsklacht. U bekijkt de belastbaarheid, hoe de medewerker met zijn situatie omgaat en vertaalt dat vervolgens in een viertal mobiliteitscodes.
Het best kan ik de kern van het boek weergeven met een voorbeeld: 'Karin was al een jaar thuis. Zij was diabeet en had een bijnierafwijking. Haar vader was anderhalf jaar geleden overleden en na een half jaar doorwerken was het haar te veel geworden. Ze was een vaderskind en werkte bij hetzelfde bedrijf als haar vader. Dus: overspannen thuis. Op het moment dat ik Karin sprak, kon ze niets meer. Ze durfde niet alleen thuis te zijn, dus haar moeder of haar partner was altijd bij haar. Zoals ze zelf beschreef, kreeg ze zeker drie keer per dag een hypo en dan was ze van de wereld. Werk hervatten was niet aan de orde want ze moest elke dag met de trein naar haar werk. In termen van oplossingsgericht werken was haar beperking het reizen. Ik heb aan onze medisch adviseur gevraagd of drie keer een hypo denkbaar was. Zijn antwoord was dat dit een uitzonderlijk geval moest zijn; voor zover zijn kennis strekte was het nooit voorgekomen.
Deze twee gegevens: reizen als beperkende factor en de uitzonderlijke frequentie van de hypoaanvallen, maken werken op de werkplek voor Karin niet mogelijk. Ik sprak met Karin af na te denken over haar situatie. Als ik het goed begrijp, zou je kunnen werken wanneer het reisprobleem is opgelost. Karin beaamde dit. Een jobcoach is vervolgens met Karin gaan reizen. Elke dag van huis naar het werk.
Nadat het een week prima was verlopen, stelde de jobcoach voor om boven in de trein te gaan zitten, terwijl Karin beneden plaats nam. Onderwijl zouden ze met de mobiele telefoon contact onderhouden. De derde stap was dat Karin niet wist of de jobcoach in de trein zat. Uiteindelijk is het gelukt om Karin zelfstandig te laten reizen, terwijl zich nimmer meer een niet-behandelbare hypo heeft voorgedaan.
Karin was haar coach enorm dankbaar, ze had niet alleen haar werk terug. Ook haar leven had ze terug. Het haalde haar uit haar sociale isolement. Een mooier compliment kan een coach niet krijgen.'
Met dit boek probeert Marleen Teunis een eind te maken aan de 'goedbedoelde verwaarlozing' van zieke medewerkers. Want hoe langer de medewerker van de werkvloer weg is, hoe moeilijker de terugkeer wordt. Van de mensen die dertien weken ziek thuiszitten, blijkt dat na een jaar 37 procent weer volledig aan het werk is. Bij ruim 30 procent heeft de werknemer het werk niet hervat of is opnieuw uitgevallen. De rest is met arbeidsreïntegratie bezig of op arbeidstherapeutische basis aan het werk.
'Werken, iedereen wordt er beter van' is een inspirerend boek met heldere voorbeelden van een doortastende maar respectvolle benadering van zieke medewerkers en een krachtig pleidooi voor een duurzaam personeelsbeleid.