Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Maatwerk in overleg

Bij begrippen als 'medezeggenschap' en 'overleg in de onderneming' denken de meesten van ons aan de traditionele vormen: de overlegvergadering met de ondernemingsraad (OR) en de onderhandelingen met de vakbonden. De auteurs van 'maatwerk in overleg' wijzen erop dat de afgelopen decennia een veelheid aan andere vormen van participatie is ontstaan: in projectgroepen, werkoverleg, verbeterteams, klankbordpanels en dergelijke. praten werknemers mee over de werkprocessen en het ondernemingsbeleid. Dat roept de vraag op, of de OR inmiddels niet overbodig is. De verrassende uitkomst van het onderzoeksrapport 'Maatwerk in overleg' is dat, hoewel de auteurs op zoek gingen naar nieuwe vormen van participatie, zij uitkwamen bij de vaststelling dat moderne participatie juist tot stand komt in de combinatie van oude en nieuwe vormen.

Hans van den Hurk | 3 augustus 2005

Waarom zijn al die nieuwe overlegvormen eigenlijk ontstaan? Om die vraag fundamenteel te kunnen beantwoorden, gingen Goodijk en Sorge na welke functies het overleg in de onderneming heeft. Zij onderscheiden er zes: van de meer traditionele functies als belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding tot modernere als communicatiekanaal, verbeteren van betrokkenheid en motivatie, benutten van expertise en middel tot nemen van eigen verantwoordelijkheid. De beide functies belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding worden van oudsher door de vakbond en OR uitgeoefend, voor de nieuwere functies is een ware waaier aan andere overlegvormen ontstaan. In welke omgeving die precies gedijen en welke factoren daarop van invloed zijn, hebben de auteurs onderzocht in dertien grote ondernemingen, waarvan bekend was dat die zoeken naar vernieuwing in de participatie van werknemers. Het onderzoek levert op dat, zoals kon worden verwacht, er verschuivingen zijn opgetreden in de functies van medezeggenschap en participatie. Het gaat tegenwoordig minder om belangentegenstellingen en machtsverhoudingen, en meer om communicatie, betrokkenheid van de werknemer, benutten van kwaliteiten van de werknemer etcetera. De opbrengst van medezeggenschap en participatie wordt gezocht in zaken als verkrijgen van draagvlak voor beleidsbeslissingen, vergroten van het probleemoplossend vermogen van de organisatie, stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Naast bekende vormen van participatie als werkoverleg en kwaliteitskringen namen de onderzoekers onder meer tijdelijke projectgroepen, ronde tafelgesprekken, klankbordpanels, lunchbijeenkomsten en digitale communicatie met de CEO waar. Met name bij jongere en hoger opgeleide medewerkers blijken deze vormen van participatie veel beter aan te slaan dan de traditionelere vormen. Maar, en dat is de verrassende wending van het boek, in tegenstelling tot aan menige stamtafel populaire meningen blijven de traditionele functies als beleidsbeïnvloeding en collectieve belangenbehartiging, wel degelijk in beeld. Het overleg met vakbond en OR verliest niet zijn functie ten gunste van modernere overlegvormen, maar blijft daarnaast van belang. Dat wil echter niet zeggen dat alles bij het oude kan blijven. Steeds minder wordt immers genoegen genomen met uniforme, collectieve regelingen. Er ontstaat behoefte aan uitgekiende oplossingen voor specifieke situaties. OR en vakbond moeten dus minder proberen alles inhoudelijk 'dicht te regelen'. Cao's zouden meer raamafspraken moeten bevatten, waarbinnen ruimte is voor flexibele invulling. De OR zou zich (onder meer) beter op hoofdlijnen moeten concentreren, moeten participeren in andere overlegvormen, minder op de juiste procedures en meer op de inhoud gericht zijn. Informeel overleg en netwerken worden belangrijke competenties. Scherp gesteld: de OR van de toekomst coördineert de medezeggenschap, maar vult die niet meer inhoudelijk in. Welk samenspel van medezeggenschap en participatie precies bij de onderneming past, hangt van een aantal factoren af. Situatie- en contextvariabelen, noemen de auteurs die. Iedere onderneming zal dus op zoek moeten naar de eigen ideale combinatie van overlegvormen. Tussen die vormen zal interactie en samenwerking nodig zijn, zoals de participatie van OR-leden in projectgroepen. Dit boek levert dus géén blauwdruk voor moderne participatie op, maar geeft een stappenplan om tot passend maatwerk te komen. 'Maatwerk in overleg' dus, de titel van dit boek kan heel letterlijk worden genomen.

Over Hans van den Hurk
Hans van den Hurk is adviseur, opleider en publicist op het gebied van arbeidsverhoudingen, arbeidsvoorwaarden en medezeggenschap.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Boek bij dit artikel

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden