In het voorwoord schrijft Dr. Els Borst, oud minister van Volksgezondheid, dat dit boek inspirerende lectuur is. Niet alleen spreken de geïnterviewde artsen enthousiast over de voldoening die zij beleven aan de omgang met hun patiënten, maar daarnaast voelen zij zich ook betrokken bij een bredere missie: het 'beter maken ' van de geneeskunde en de gezondheidszorg zelf.
Het rapport van het Centraal Plan Bureau (CPB): De prijs van gelijke zorg ( januari 2013) concludeert dat het zorggebruik onder alle bevolkingsgroepen toeneemt, maar vooral bij mensen met een lagere opleiding. Dat zet de solidariteit onder druk. Dat vraagt om een zorg op maat. Het rapport, dat in de eerste week van 2013 uitkwam, beheerste direct het nieuws. Zorg is voor iedereen een belangrijk onderwerp. Maar toch lijkt het vaak uitsluitend een technisch-financiële kwestie te zijn.
Hoog tijd, vond Paul Wormer, om de realiteit van de behandel- en spreekkamer eens meer in de discussie over de toekomst van de zorg te betrekken. Het zijn stuk voor stuk interessante interviews, waarin een groot aantal thema's aan de orde komen. Ik noem een enkeling van de twaalf artsen.
Floris Sanders, radioloog in het Diaconessenziekenhuis in Utrecht en Zeist zegt: Het vak is de afgelopen jaren ontzettend veranderd. Toen ik begon als radioloog was de CT-scan net in opkomst, aanvankelijk waren er maar vier scanners in Nederland.
Nu is er geen enkele drempel meer om naar een CT-scan te grijpen, niemand denkt meer na over de risico's. Maar de groei van de CT is op dit moment de belangrijkste bron van de toegevoegde stralenbelasting van de Nederlandse bevolking. En over de politiek is hij ook duidelijk. 'Politici zijn mediafiguren die ingaan op de waan van de dag en die optreden om Kamervragen over een futiel incident in Tietjerkstradeel te beantwoorden. Ik zeg het sans rancune, maar de broek die de politiek aantrekt om richting te geven aan de samenleving is dan wel erg misplaatst.'
Ook Dirk Ruwaard, hoogleraar Public Health Care Innovations in Maastricht denkt in die richting. 'De gemiddelde wetenschapper realiseert zich dat niet of nauwelijks maar een bewindspersoon heeft, behalve zijn eigen kijk op de zaak ook te maken met zijn eigen partijbelangen, met een coalitie en hij moet een meerderheid in de Kamer zien te krijgen. De wereld van de wetenschap en van de politiek liggen heel ver uit elkaar.'
Dat weerhoudt Marith Rebel-Volp, huisarts in Amsterdam, er overigens niet van om op de PvdA-kandidatenlijst voor de Tweede Kamerverkiezingen te staan, afgelopen september. 'Het zou goed zijn als er meer artsen en andere zorgverleners in de politiek zouden zitten. De praktijk wordt te weinig vertaald naar de politieke arena. Zeker nu de zorg meer gaat kosten. Zorg is een wezenlijk onderdeel van het menselijk welbevinden en ook een stabiele economische factor. We moeten er geen drama van maken dat de kosten toenemen, maar we moeten wel heel goed kijken waar we geld aan willen geven. In de huidige financiering gaat teveel geld naar de cure, naar het medisch handelen.'
Paul Brand, kinderarts in de Isala klinieken in Zwolle legt uit dat hij, in zijn praktijk, de effectiviteit van het medisch handelen vergroot door vooral aan 'motivational interviewing' te doen. Een dergelijke aanpak vraagt om drie heel concrete communicatietechnieken; je moet eerst een vertrouwensband hebben, een relatie smeden. Vervolgens moet je op zoek naar de motivatie, de drijfveren van die mensen en ten derde moet je samen tot een oplossing komen, dus je moet onderhandelen. Als we echter alleen maar prikkelen op efficiency en marktwerking zullen we daar uiteindelijk geen gezondheidswinst bij onze patiënten mee boeken'.
In zijn nawoord haalt Wormer een aantal thema's naar voren. Zo is er het dilemma van de keuze tussen generalisme en specialisme. De noodzaak om te specialiseren wordt vanwege de omvangrijkheid van de geneeskunde door eenieder gezien, maar daarbij dreigt het gevaar dat het geheel - lees de gehele patiënt - uit het oog wordt verloren.
De medische opleiding komt vrijwel in alle interviews aan bod. Margriet Schneider, internist in het UMC Utrecht, signaleert het gevaar dat tijdens de opleiding tot specialist de motivatie en inspiratie voor het vak verloren gaat in de drukte en in de noodzaak qua kennis en vaardigheden top te zijn. Verwonder en verander, is haar advies.
Samenwerking is een ander thema. Johan Lange, hoogleraar chirurgie aan het Erasmus MC in Rotterdam houdt een pleidooi voor een spanningsloze horizontale samenwerking, waarin collega's elkaar ongehinderd door rang of stand kunnen 'crosschecken'. Organiseren, maatschappelijke taken, marktwerking, loondienst en het vak van arts zijn andere thema's die in het nawoord naar voren worden gehaald.
Verwacht daarbij geen eensluidend standpunt. Die verschillen van arts tot arts. Maar zie het als een ideeënverzameling die de huidige discussie vanuit de inhoud van gezondheidszorg kan bevruchten. Ik vind het bijzonder inspirerend om de verschillende visies te lezen.
De laatste opmerking van de schrijver Paul Wormer wil ik u niet onthouden. Veel wordt geschreven en gesproken over de nadelen en gevaren van grote ego's, zowel in de profit als in de non-profitsector. Steeds duidelijker wordt, dat wat in de wandelgangen een groot ego genoemd wordt, iemand met overdreven veel interesse in en waardering voor zijn eigen persoon, een drama voor de samenwerking en daarmee voor de kwaliteit en veiligheid kan beteken. De geïnterviewde artsen lieten allen zien dat het hun vooral om de zaak ging en niet om zichzelf. Daarom heeft hun boodschap kracht en verdient deze gelezen en gehoord te worden.