Een centrale vraag in 'Aan de slag met diversiteit' luidt: 'Hoe maak ik contact met de ander?' Deze ogenschijnlijk simpele vraag is lastig te beantwoorden, zeker wanneer mensen ermee overvallen worden. De auteur ontrafelt de vraag door te kijken naar het wereldbeeld en het mensbeeld. Hij onderscheidt bij het wereldbeeld twee opvattingen: de opvatting waarbij geloofd wordt dat je zelf je leven kunt beïnvloeden. Deze actieve vorm van oriëntatie wordt ook wel aangeduid als Aristoteles-georiënteerde cultuur, die zijn aanhangers vooral in het westen kent.
De tegenhanger van deze cultuur gaat uit van de gedachte dat er meer is tussen hemel en aarde. Mensen leggen hun lot meer in handen van een hogere autoriteit. Deze meer passieve vorm van wereldbeeld wordt ook wel aangeduid als Platoonse georiënteerde cultuur, vernoemd naar de Griekse filosoof Plato. Het boek is prettig leesbaar: nergens krijgt de lezer een zware cursus filosofie voorgeschoteld of wordt het te technisch. Ook is het geen zwaar theoretisch boek, Azghari voelt namelijk goed aan wanneer hij het met een voorbeeld of een casus moet komen. Op dezelfde heldere manier legt hij ook uit dat het mensbeeld dat mensen huldigen van invloed is op hun communicatie met anderen.
Na het eerste hoofdstuk waarin een uitstekende inleiding wordt geboden rond het begrip diversiteit, wordt in het tweede hoofdstuk de praktische aanpak die de auteur voor ogen staat, uit de doeken gedaan.
Dit tweede hoofdstuk vormt de kern van het boek en behandelt de toepassing van de kennis en vaardigheden. De essentie vormt het zogenaamde 'brugmodel'.
Dit model illustreert de kern van het diversiteitsdenken aan de hand van drie vragen:
1. Wat kan ik weten?
2. Hoe wil ik met de ander omgaan? en
3. Wat doe ik?
Het stellen van vragen blijkt voor de auteur een belangrijke vaardigheid te zijn bij het ontwikkelen van het diversiteitsdenken. Vragen die hulpverleners moeten stellen, want voor hen is dit boek voornamelijk geschreven. Azghari illustreert aan de hand van diverse praktijkvoorbeelden dat hulpverleners er soms onvoldoende in slagen om contact te maken met de ander.
Het westerse wereldbeeld kan de hulpverleners nog wel eens in de weg staan wanneer deze hun gelijk willen halen en de waarheid naar boven willen brengen. Maar zoals de auteur terecht stelt: het gaat erom dat de ander juist verder wordt geholpen.
De vraag : 'Hoe maak ik contact?' betekent dus niet slechts vanuit je eigen waarden denken en handelen maar je ook en vooral bewust zijn van wat de ander nodig heeft. De titel geeft duidelijk aan dat de auteur praktische handvatten wil aanreiken.
De aanzet is goed, maar het had nog uitgebreider gemogen. Uitgebreider dan de wereld- en mensbeelden, ondanks de prima uitleg ervan. Bijvoorbeeld: hoe leer je hulpverleners dingen af die ze altijd al hebben gedaan? Het boek bespreekt de vaardigheden met een hoge kenniscomponent waardoor 'het aan-de-slag-gehalte' enigszins ondergesneeuwd raakt. Maar ondanks dit kleine kritiekpunt kan ik dit boek van harte aanbevelen aan allen die het diversiteitsdenken verder willen uitdragen.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.