John Freeman begint 'De terreur van e-mail' met een historisch overzicht van schriftelijke correspondentie. In het begin konden nog weinig mensen lezen en schrijven. Ook het rondbrengen van post was niet zonder risico. Door de uitvinding van het telegram werd het versturen van post een stuk goedkoper en daarmee ook populairder. Later maakte een telegrafienetwerk het mogelijk dat post snel tussen landen kon worden verspreid. In deze tijd (19e eeuw) spreekt men al over informatie overload. Tegelijk werd in toenemende mate misbruik gemaakt van de post met het versturen van anonieme brieven. Ook namen klachten toe over schrijfstijl; enige elegantie lijkt te ontbreken bij die snelgeschreven brieven en kaarten. In 1954 werd de term 'junkmail' uitgevonden. Telegrafie verliest het uiteindelijk van de telefoon. Het internet begon als een netwerk tussen universiteiten, met de bedoeling rekenkracht te delen. Al snel bleek iets anders veel populairder te zijn: e-mail. Dit eerste deel over de post en haar geschiedenis, uitkomend bij e-mail is tamelijk uitgebreid met veel details. Wat mij betreft komt Freeman in het deel erna met veel meer interessante en nieuwe informatie, bijvoorbeeld als hij over e-mailverslaving praat. Het gedrag van iemand die telkens zijn inbox bekijkt om te zien of er een nieuw bericht is, is vergelijkbaar met een gokverslaafde aan de fruitautomaat in een casino. Het overhalen van de automaatarm is op zich niet belonend, maar op den duur wel. Die spanning, zal het deze keer wel iets opleveren, maakt dat verslaafden geld in blijven werpen. Het gedrag wordt een keer beloond. Iets dergelijks gebeurt ook met e-mail. De beloning van elke keer e-mail checken, is dat er op een gegeven moment wel een nieuw bericht is. Dit geeft het gevoel dat iemand aan ons denkt. E-mailverslaafden willen graag dat anderen hen nodig hebben en het ontvangen van e-mail bevestigt dit gevoel. 'De terreur van e-mail' gaat vaak niet alleen over e-mail, maar over communicatitechnologie in de brede zin. Freeman laat zien wat er allemaal mis is aan e-mail: het leidt af van het echte werk, lijdt tot verslaving en kan ontremming ontlokken, waardoor we dingen schrijven die we nooit zouden durven zeggen. E-mail heeft tot menig misverstand geleid. Freeman bouwt het verhaal zo op dat de lezer zich aan het eind afvraagt: 'Kunnen we nog ontkomen aan deze ellende?' Gelukkig, in het laatste hoofdstuk biedt Freeman zijn oplossing aan, namelijk vertraging. In plaats van constant te willen versnellen, is vertragen de manier om stress het hoofd te bieden. Wat houdt dit in? Minder vaak de e-mail lezen, bijvoorbeeld. Twee keer per dag is meer dan genoeg en zeker niet bij het opstaan of slapen gaan. Schrijf goede e-mails en behandel geen complexe problemen in een e-mail, zijn nog een paar tips. Freeman heeft ruim 200 pagina's nodig om tot dit advies te komen, wat een lange aanloop is. Hij herinnert ons aan vooral de negatieve kant van e-mail. Persoonlijk denk ik dat dit boek en de boodschap van Freeman in een essay beter tot zijn recht waren gekomen.
Over Carla Verwijs
Carla Verwijs is managementconsultant met een specialisatie in kennismanagement.