Jacob Burak schreef columns voor een Israëlisch financieel magazine en deze columns zijn de basis voor zijn boek 'Tobben chimpansees ook over hun pensioen?'. Dit is te merken aan de structuur en de opbouw. Het boek bestaat uit korte hoofdstukken, die beginnen met het aanhalen van (bekende) psychologische onderzoeken over een bepaald thema. Vaak worden deze gecombineerd met een anekdote, waarmee de link naar de zakenwereld wordt gelegd. Elk hoofdstuk sluit af met een pakkende laatste zin. De spanning binnen de hoofdstukken wordt goed opgebouwd. Doordat het opzichzelfstaande hoofdstukken zijn, is het verband tussen de verschillende hoofdstukken vaak wat lastiger te ontdekken.
Veel onderzoeken die Burak aanhaalt, zijn zeer herkenbaar als je een achtergrond in de psychologie hebt, bijvoorbeeld het onderzoek van Stanley Milgram uit 1961 waarin hij proefpersonen stroomstoten laat uitdelen aan andere vrijwilligers. Soms springen de onderwerpen wat van de hak op de tak. Desalniettemin zijn het wel de interessante en prikkelende onderzoeken die hij bespreekt en weet hij in elk hoofdstuk de spanningsboog goed op te bouwen. Daardoor blijf je met plezier lezen. Het boek is opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel staan geld en geluk centraal; 'Maakt geld gelukkig?' is de vraag die Burak stelt. Niet geheel verrassend beantwoordt Burak deze vraag met 'nee' en licht dit toe door wetenschappelijk onderzoek en eigen ervaringen aan te halen. Burak geeft een interessante wending aan het vraagstuk van geluk, doordat hij niet alleen kijkt naar wat er nodig is om gelukkig te zijn. Hij belicht ook waarom iedereen gelukkig wil zijn, maar bijna niemand het is. Het gelukkig willen zijn komt doordat wij mensen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld chimpansees, in staat zijn om vooruit te kijken. Maar waarom lukt het ons dan toch zo zelden om daadwerkelijk gelukkig te zijn?
Illustratief is het citaat van Bertrand Russel dat Burak gebruikt in zijn boek: 'bedelaars zijn niet jaloers op miljonairs. Ze zijn jaloers op andere bedelaars die het net iets beter hebben.' En er is nu eenmaal altijd wel iemand in je omgeving te bedenken die het 'net iets beter heeft'. Burak besteedt ook aandacht aan de andere betekenis van het woord geluk, oftewel toeval. Hoe graag we ook willen geloven dat je met hard werken succesvol kunt worden, hard werken alleen is zelden genoeg. Behalve doorzettingsvermogen en wilskracht heb je ook een portie geluk nodig. Helaas heeft psychologisch onderzoek bij mijn weten nog niet uitgewezen dat je dat inderdaad kunt afdwingen. Mocht je toch nog in de veronderstelling zijn dat geluk een keuze is; in het tweede deel van 'Tobben chimpansees ook over hun pensioen?' wordt je duidelijk gemaakt dat dit niet op gaat. Burak haalt hiervoor de evolutionaire psychologie aan en in het bijzonder de invloed van evolutie op ons beslissingsmechanisme.
Dit mechanisme (en de emoties die daarmee gepaard gaan) doet ons soms totaal andere beslissingen nemen dan wanneer je het rationeel zou benaderen. Of je psychologie nu interessant vindt of niet en er kennis van neemt of niet, als we Burak moeten geloven is onze keuzevrijheid dus beperkt. Sterker nog: 'in werkelijkheid maken onze voorouders de keuze voor ons.' Als dat geen geruststellende gedachte is...