Ze organiseerden een call-for-papers, een poging om adviesbureaus, het bedrijfsleven en de universitaire wereld in een artikel antwoord te laten geven op de vragen:
1. Wat is uw visie op kennismanagement?
2. Wat zijn de effecten van investeren in mensen, kennis en leren?
3. Wat is de bijdrage van deze investering aan het bedrijfsresultaat?
4. Hoe kunnen we deze bijdrage/effecten inzichtelijk maken?
De artikelen zijn door een speciale commissie beoordeeld en de beste zijn gepresenteerd op een congres en opgenomen in het boek Kennisproductiviteit. Het nadeel van een bundeling van artikelen is het feit dat de hoofdstukken niet in elkaar overvloeien en dat er in de verschillende bijdragen overlappingen zitten. Helaas is dat ook het geval in dit boek. De diverse bijdragen uit de academische wereld zullen inhoudelijk kloppen, maar zijn weinig praktisch en toegepast. In meerdere artikelen wordt gewezen op het feit dat er nog geen bevredigende consensus is bereikt over de definitie van kennis en kennisproductiviteit.
Elke auteur begint daarom ook met eigen definities en (te) veel verwijzingen naar literatuur. In het artikel van Matthieu Weggeman wordt een omschrijving van kennisproductiviteit gegeven die aanspreekt. Het is de productiviteit van kennis-, ontwikkelings-, kennisdelings- en kennistoepassingsprocessen. Ontwikkelen is het vernieuwen en vergroten van eigen kennis, kennis delen is de interactie waarbij de kennis van de een wordt gebruikt voor het ontwikkelen van kennis bij een ander en tenslotte is kennis toepassen het inzetten van kennis bij een denk- of doetaak om daarmee een doel te bereiken. In zijn artikel gaat Weggeman verder in op het leidinggeven aan kenniswerkers (outputsturing, organisatorische rust en weinig regels in het throughputproces). Een ander artikel dat vernieuwend en inspirerend werkt gaat over het opstellen van een kennisgerichte strategie. Het ontwikkelen hiervan kost energie en dwingt medewerkers zich af te vragen wat er vanuit een kennisperspectief moet gebeuren om ervoor te zorgen dat een goede basis wordt gelegd voor een duurzame strategie. Het vergt ook lef om dingen anders te gaan doen, maar die inspanning zal een positieve bijdrage leveren aan de productiviteit van kennis en aan de prestaties van medewerkers en de organisatie. Wellicht is het een oordeel van een te pragmatische lezer, maar het is moeilijk voor te stellen dat er een omvangrijke groep managers bestaat die zich momenteel grote zorgen maken over kennisproductiviteit. Mochten deze managers dit boek ter hand nemen, raad ik ze aan het hoofdstuk over 'The Engine' te lezen, het kennismanagementsysteem van detacheerder Yacht. Dat artikel geeft een concrete business case, laat zien wat er uitgevoerd is en welke effecten dat heeft gehad. Het bevat genoeg praktijkervaring om geloofwaardig te zijn en beschrijft ook de mogelijke valkuilen bij een implementatietraject.