Frits Fentener van Vlissingen groeit op in een welgesteld milieu van koopmannen en handelslieden. Op 22-jarige leeftijd haalt zijn vader hem, na een weinig succesvolle technische studie, naar het familiebedrijf Steenkolen Handels Vereeniging (SHV), waar hij moet hij laten zien wat hij waard is. Weinigen zullen op dat moment voorspeld hebben dat hij als directievoorzitter van SHV en lid van diverse adviesraden van de regering zijn stempel drukt op de vooroorlogse samenleving. Het succesverhaal over Fentener van Vlissingen begint als hij na enkele jaren de directiefunctie van zijn vader overneemt.
Hij sluit een lucratief contract met een kolensyndicaat en verkrijgt daarmee het monopolie op de import van kolen uit het Duitse Westfalen. Door vervolgens wurgcontracten af te sluiten met distributeurs en grote detailhandelzaken in te lijven, domineert SHV vrijwel de volledige kolenmarkt. Van der Zwan maakt in dit verband geen gewag van de ontwikkelingen in de USA waar in 1910 het congres het machtige Standard Oil van oliemagnaat John D. Rockefeller, dat vrijwel de volledige Amerikaanse oliemarkt beheerst, op de knieën krijgt en tot een opsplitsing dwingt. Van der Zwan zet Fentener van Vlissingen neer als een meedogenloze, hooghartige en egocentrische bestuurder die, door kartel- en monopolievorming en sluw positiespel, VHS uitbouwt tot een machtig en omvangrijk handelsimperium. Zich verplaatsen in anderen was niet zijn sterkste punt. Hij heeft weinig oog voor de belangen van zijn werknemers, en met mensen of organisaties die hem niet welgezind zijn maakt hij zonder meer korte metten. In de Eerste Wereldoorlog maakt Van Vlissingen deel uit van een commissie die de regering adviseert over het voorkomen van een mogelijke stagnatie in de import en distributie van kolen. Zijn lidmaatschap roept her en der vraagtekens op vanwege zijn nauwe banden met de Duitse kolenindustrie en de belangenverstrengeling met zijn directiefunctie bij SHV. En dit bleek in de praktijk ook terecht. Meermalen weet hij zaken die het algemeen maatschappelijk belang betreffen een zodanige wending te geven dat ze ook het belang van SHV dienen. Met al zijn posities in adviescommissie en belangen in tal van bedrijven ontwikkelt Fentener van Vlissingen zich tot kopstuk van het Nederlandse bedrijfsleven en tot een gerespecteerd publiek figuur. Als vertegenwoordiger van Unitas, een beleggingsmaatschappij van SHV, speelt hij een voorname rol in de oprichting van bedrijven als Hoogovens, Akzo, KLM en Werkspoor. In december 1932 wordt Fentener van Vlissingen tot voorzitter van de Internationale Kamer van Koophandel gekozen. Dit geeft zijn prestige in Nederland extra glans en zorgt ervoor dat hij waardevolle internationale contacten opdoet. De kracht van Frits van Vlissingen ligt niet zozeer in de praktische besturing van het bedrijf. Van der Zwan heeft daarover ook weinig te melden. Veel meer is hij degene die de strategische lijnen uitzet en via zijn zakelijke contacten en netwerken SHV uitbouwt tot een conglomeraat van bedrijven. Van deze kwaliteiten maakt hij slim gebruik als in de jaren dertig Hitler op het politieke toneel verschijnt en er sprake is van een internationale economische crisis. Terwijl het Nederlandse bedrijfsleven in zwaar weer verkeert, weet Fentener van Vlissingen er door zijn nauwe banden met de Nederlandse en Duitse overheden voor te zorgen dat de winst van SHV blijft stijgen. Gezien ook zijn dubieuze handelswijze in de Eerste Wereldoorlog wekt het weinig verbazing dat sommige van zijn politieke vrienden hem voor een halve fascist aanzien. Als het er in de Tweede Wereldoorlog echt opaankomt en Nederland kleur moet bekennen kiest hij, omwille van zijn zakelijke en maatschappelijke belangen, niet openlijk de kant van Duitsland. Om zijn nationale gezindheid te tonen neemt hij zitting in het Nationaal Comité voor Economische Samenwerking, dat echter door toedoen van de Duitsers een vroege dood sterft. Tegen het einde van de oorlog financiert SHV het verzet om te voorkomen dat het verzet zijn peilen op de SHV zou richten. Desondanks belandt Fentener van Vlissingen vanwege zijn nauwe banden met het Duitse bedrijfsleven, op de zwarte lijst van de geallieerden. Niemand minder dan prins Bernard en de toenmalige minister Van den Brink schieten hem te hulp als de geallieerden dreigen tot confiscatie van SHV over te gaan. In 1942 dringt het Duitse kolensyndicaat, dat inmiddels een aanmerkelijk belang heeft opgebouwd, aan op een transparante interne organisatie van SHV en splitst het op in drie divisies. Fentener van Vlissingen doet afstand van de dagelijkse leiding en draagt deze over aan zijn zoon. Na de Tweede Wereldoorlog stelt het Marshallplan SHV in de gelegenheid een voorname rol te spelen in de aanvoer en distributie van Amerikaanse kolen. Ook verwerft het al gauw een positie in de opkomende oliehandel. In 1952 legt Fentener van Vlissingen al zijn bestuursfuncties neer en is het spoedig stil rond deze dynamische figuur. Van der Zwan levert met 'Hij overwon iedereen op een vrouw na' een degelijke maar tamelijk eendimensionale biografie af. Hij zet zijn hoofdpersoon neer als strateeg en spin in het web van maatschappelijke organisaties en bedrijven zonder echt inzicht te verschaffen in diens psyche, karakter, levensstijl of gewoonten. We maken Fentener van Vlissingen niet mee temidden van gezinsleden, vrienden of vertrouwelingen en zien hem ook niet acteren als directievoorzitter als hij mensen aanstuurt, besluiten neemt of onderhandelingen voert. Ook over de buitenechtelijke relatie waar de titel naar verwijst komen we nauwelijks wat te weten. Deze biografie heeft dan ook meer weg van een bedrijfsgeschiedenis met Fentener van Vlissingen in de hoofdrol, dan van een gedetailleerd (en pikant) levensverhaal van een markante en invloedrijke persoonlijkheid.
Over Jan Boerstra
Jan Boerstra is senior organisatieadviseur en projectleider bij de provincie Flevoland.