Het 'China Handboek 2006' is opgedeeld in drie delen. Allereerst komen de politiek, economie en maatschappij aan de orde. In het eerste artikel beschrijft NRC-correspondent Garrie van Pinxteren de politieke dilemma's in China. Het gezicht van de communistische eenpartijstaat werkt vervreemdend.
Ondanks het neonlicht en de nieuwste Audi's en BMW's is China een markteconomie waarin de communistische partij nog steeds een grote rol speelt. De partij richt zich (zeker na de protesten van studenten op het Plein van de Hemelse Vrede) op politieke stabiliteit. In totaal zijn zevintig miljoen Chinezen (dus grofweg 1 op de 20) lid van de partij. Dit is noodzakelijk voor een ambtelijke carrière, maar ook van belang voor de opkomende klasse van privé-ondernemers.
Binnen staatsbedrijven heeft de partij een eigen kantoor en de partijsecretaris is vaak machtiger dan de fabrieksdirecteur. Deel twee richt zich op het zakendoen in China. Ondanks de enorme omvang van het land en het grote aantal consumenten, is het voor Westerse ondernemingen niet gemakkelijk om profijtelijk zaken te doen in China. Onder andere Ahold, Numico en Friesland Coberco kunnen daarover meepraten.
In het boek worden daar de volgende redenen voor gegeven: het onderschatten van de concurrentiekracht (van zowel Chinese als Westerse ondernemingen), het negeren van adviezen die Chinese partners geven, en een gebrek aan flexibiliteit bij Nederlandse managers om de strategie aan de (snel veranderende) omstandigheden aan te passen. Gelukkig zijn er ook positieve verhalen: Philips, TPG, DSM en Akzo Nobel expanderen er snel. De hoge economische groei van China heeft daarnaast een immens effect op de wereldwijde vraag naar onder andere olie, cement, kolen, staal en tarwe. Naast de ervaringen van grote multinationals geeft het handboek ook tips over contracteren en de manier waarop Chinezen over contracten onderhandelen.
In sommige gevallen probeert men de 'tegenstander' tijdens het diner dronken te voeren om daarna de contractuele details door te spreken! Maar een contract is slechts een begin. Controle op de naleving ervan is noodzakelijk, maar ook lastig. Sommige ondernemers schijnen copyright uit te leggen als 'the right to copy'.
Het hoofdstuk over management laat zien dat werken als manager in China ook een uitdaging is. Voorbeelden zijn: bedrog door eigen personeel, het gebrek aan loyaliteit (voor een paar centen meer stapt een medewerker over naar een concurrent), en het moeten aantrekken van het dubbele aantal medewerkers in vergelijking met de Nederlandse situatie om eenzelfde hoeveelheid werk uit te voeren.
Naast inhoudelijke bijdragen bevat het boek in het laatste deel ook een overzicht van organisaties die ondernemers kunnen ondersteunen bij het zakendoen in China. Denk hierbij aan overheidssubsidies, reisorganisaties, (de onvermijdelijke) adviesbureaus, de Kamer van Koophandel, organisaties voor handelsbevordering, banken, aanbieders van opleidingen, enzovoort. Het 'China Handboek 2006' van Jan van der Made is een absolute aanrader voor elke ondernemer of manager die zaken doet of wil doen met de China, de snelst groeiende economie ter wereld!