'Wat hebben ze nú weer bedacht?!' Deze kreet moet bekend klinken... wie heeft dit niet gehoord aan het begin of tijdens verandertrajecten, als de eerste tekenen van verandermoeheid zich aandienen? Johanna Kroon windt er geen doekjes om en misschien is dat ook wat we van een doorgewinterd professional in communicatie moeten verwachten: veranderdoelen worden soepeler bereikt als niet het veranderdoel, maar de relatie voorop gesteld wordt. En naarmate het vertrouwen in deze benadering groeit bij uzelf en bij de ander, aldus Kroon, zult u bovendien ervaren dat het steeds makkelijker wordt om verder te veranderen. 'Het werk zal er, voor u en het team, plezieriger op worden.' Wel, dat belooft wat! En het is niet het enige dat deze werkwijze teweeg zal brengen. 'Als u het principe relatie eerst gaat toepassen, zult u in uzelf een kwaliteit ontwikkelen waar veel vraag naar is en die leiderschap wordt genoemd. Leiderschap is in feite niets anders dan het vermogen om doelen te bereiken met een groep die u tot een hechte eenheid heeft gesmeed en waar iedereen bij wil horen. Relatie eerst dus, daarna doelen.' Ik moet heel eerlijk zeggen, dat ik de neiging had dit boekje terzijde te leggen toen ik dit las. Zo gesteld, lijkt het vak van verandermanagement te worden gedegradeerd tot iets onbetekenends, dat niet meer teweeg kan brengen dan de toepassing van enkele Jip-en-Janneke spreuken als 'relatie eerst'. Toch leert aandachtige bestudering van 'Wat hebben ze nú weer bedacht?!' dat er wel degelijk meer komt kijken bij het bewerkstelligen van veranderingen in organisaties. In latere hoofdstukken staat Johanna Kroon uitgebreid stil bij onderwerpen als besef van urgentie creëren, kansloze veranderinitiatieven herkennen en - bij haar in juiste handen - communiceren over veranderplannen. Daarbij worden in korte en beeldend geschreven kaders pakkende voorbeelden uit de praktijk beschreven, die een illustratie geven van wat 'relatie eerst' kan opleveren. En ja, gedoe komt er toch in verandertrajecten, om maar eens een bestseller in het genre te citeren. Dus behandelt Kroon weerstanden en manieren om daarmee om te gaan in een apart hoofdstuk. Ook hier weer vanuit een positieve grondhouding: zonder wrijving geen glans, hetgeen de positief ingestelden zal aanspreken. Toch weet 'Wat hebben ze nú weer bedacht?!' dieper te gaan dan de hoofdstuktitels doen vermoeden en verwacht ik dat dit werk een warm welkom zal vinden bij de lezers die zich minder oriënteren op theoretische en gedegen literatuur. Mensen die gewoon wat praktische handvatten zoeken om met veranderingen om te gaan, op een manier die voorbij gaat aan de gebruikelijke planmatige aanpakken. Daarover is al genoeg gepubliceerd. Het slot van het boek vind ik wat kunstmatig. In het laatste hoofdstuk behandelt Kroon het verschil tussen een manager en een leider, een en ander aan de hand van het werk van Robert Quinn. Wat dat betreft ben ik meer gecharmeerd van één van de citaten in het boek en wel die van Benjamin Disraeli 'Ik moet het volk volgen. Ik ben tenslotte hun leider.' Een heel treffende samenvatting van de bedoelingen van Johanna Kroon.
Over Perry Oostrum
Per Oostrum begon met schrijven op de middelbare school. Wie niet? Serieus werd het toen hij over zijn grote passie, popmuziek, begon te publiceren in verschillende tijdschriften. 'Mannenleed, een crisisroman' is zijn eerste fictieve werk. Hij werkt als zelfstandig adviseur op het vlak van het onderkennen en beheersbaar maken van risico's en het realiseren van organisatieveranderingen. Per is getrouwd, heeft twee zonen en woont in Wassenaar.