Je bent niet de baas, maar je moet er wel iets mee past in een duurzaamheidstrend – nog steeds vooral behorend tot de onderstroom – waarin burgers de leemte tussen markt en staat opvullen. Daarmee ademt het boek een positieve, optimistische sfeer: vertrouwen in de kwaliteiten van mensen om door te dringen tot de échte, niet van bovenaf geconstrueerde levensbehoeften.
paradox
Je bent niet de baas, maar je moet er wel iets mee van Marije van den Berg en Nico Groen vertrekt vanuit twee paradoxale aannames, die typerend zijn voor de dominante visie op de samenleving en de manier van sturen daarin. De eerste aanname is die van absolute vrijheid, zonder systeem of regulatie. De tweede aanname is die van efficiëntie van regelgeleide systemen, die vanzelf tot rechtvaardige uitkomsten zouden leiden. Inmiddels weten we dat absolute vrijheid in een democratie niet bestaat en dat een heilig geloof in efficiënte systemen mensen reduceert tot kwantificeerbare objecten, zonder erkenning van hun context. De auteurs zoeken daarom naar een ander paradigma waarin deze paradox wordt overstegen. Vrijheid ontstaat, zo stellen zij, juist wanneer systemen ruimte laten voor lokale oplossingen.
Perspectief
In haar eerdere boeken – Stop - Stopstrategie voor organisaties en De beleidsbubbel – richtte Van den Berg zich op de organisatie zelf. Haar conclusie: bureaucratische en technocratische sturing lopen vast en vragen om activisme van binnenuit. In dit nieuwe boek, dat zij samen met bestuurskundige Nico Groen schreef, verschuift het perspectief naar buiten de organisatie. Activisme leidt hier tot nieuwe vormen van gemeenschapsvorming, zowel binnen de publieke sector als in de private en overheidssector. Complexiteit is in dit kader geen excuus om niets te doen, maar juist een uitnodiging om haar ‘op te vreten’ in de dagelijkse praktijk. Door samen te doen, te leren en te verbeteren, wordt hiërarchie afgebroken en ontstaat vertrouwen in ieders ervaring. Voorbeelden zijn legio: van wonen in een coöperatie en zorg organiseren in een zorgcoöperatie tot het opwekken van energie of het afstemmen van energiebehoeften op een bedrijventerrein. Steeds staan gedeelde verantwoordelijkheid en het distribueren van leiderschap centraal. Iedereen kan, op basis van expertise, leider zijn over een deel van het geheel.
rode draden
De waarde van het boek ligt in de rode draden die erdoorheen lopen. Allereerst de relativering van wat organisaties zijn en kunnen – en daarmee ook van het vak organisatiekunde, dat vaak blijft steken in uiterlijke structuren zonder oog voor de binnenkant. Hier sluit de analyse aan bij Herman van Kampens Coherence-model, waarin gezocht wordt naar balans tussen buiten en binnen. Van den Berg en Groen spreken in dit verband over de neurologie van een organisatie: geen mechanisch product dat geoptimaliseerd kan worden, maar een ecosysteem van samenwerkende en wederzijds afhankelijke delen. Formele structuren blijken daarbij lang niet altijd nodig.
De tweede rode draad is de metafoor van de tafel. Een tafel die slechts steunt op de poten van markt en overheid is instabiel en voldoet niet aan de echte behoeften van mensen. Door de positieve kanten van beide te combineren – flexibiliteit en innovatie van de markt, duurzaamheid en rechtvaardigheid van de overheid – kunnen nieuwe gemeenschappen op lokaal niveau wel inspelen op reële behoeften en de daarbij horende complexiteit.
De derde rode draad gaat over sturing binnen gemeenschappen, teams of organisaties. Zij zijn levenskrachtig als, naar de inzichten van cyberneticus Stafford Beer, vijf systeemfuncties aanwezig en belegd zijn: uitvoering, onderlinge afstemming, operationeel management, strategie & innovatie en identiteit. Deze functies zijn niet gekoppeld aan vaste personen of posities, maar bewegen situationeel mee met de context. Hiërarchie is dus niet afwezig, maar tijdelijk en contextgebonden.
associatief
Je bent niet de baas, maar je moet er wel iets mee is sterk associatief en gekleurd door de ervaringen van beide auteurs. Wie op zoek is naar een systematisch leerboek over leiderschap en gemeenschapsvorming met aansluiting bij de dominante organisatiepraktijk, komt bedrogen uit. Daarvoor laten de auteurs te veel ruimte aan het verbeeldingsvermogen en initiatief van de lezer om zich ‘gemeenschappelijker’ te gaan gedragen. Wat daarbij enigszins ontbreekt, is de expliciete verankering van moraliteit: de waarden die gemeenschappen dragen blijven vooral impliciet.
Toch zullen veel lezers die zoeken naar een derde weg hun gading vinden in het vlot geschreven Je bent niet de baas, maar je moet er wel iets mee.
Over Paul Misdorp
Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.