Komt-ie! ‘We zijn met onze organisaties aangeland in een situatie waarbij de mens niet alleen het productieproces van goederen automatiseert, maar ook het productieproces van diensten. Aan een dienst is onlosmakelijk een persoon verbonden, dus zou je kunnen stellen dat de mens in toenemende mate zichzelf aan het automatiseren is. Probleem is alleen dat een mens meerdere dimensies heeft. Diens kennis is prima als een productiemiddel te automatiseren en te gebruiken, maar diens identiteit staat het delen van die kennis vaak in de weg.’
Voortgaand in die lijn denkt Arens dat wij mensen moeten leren inzien dat we onze kennis niet zijn. We moeten leren haar consequent te delen en zodoende veel meer mogelijk maken dan we nu doen. Dat is voor de meesten van ons moeilijk, want daarmee geef je de angst op dat als je je kennis vrijgeeft, dat in zou houden dat jij minder waard wordt. Je moet als het ware bereid zijn je kennis ter deling en vermenigvuldiging in de grond te stoppen. Net als een aardappel. En dat is dus lastig.
Begrijpt u het nog? En bent u nog geboeid? Dan kunt u dit boek gerust tot u nemen. Het bevat namelijk heus een belangwekkende boodschap. Namelijk dat zonder regels een organisatie niet functioneert. En dat als iedereen de moeite neemt zich die regels eigen te maken (anders dan ‘uit z’n hoofd te leren’), het werk er een stuk prettiger op wordt, omdat misverstanden en machtsspelletjes veel minder kans krijgen. In het anti-autoritaire Nederland waar elke zichzelf respecterende werknemer na maximaal tien jaar zichzelf ontpopt tot ZZP’er heus een dapper geluid.
Maar de manier waarop Arens ons vervolgens probeert duidelijk te maken dat zijn zelf ontwikkelde IT-systeem ideaal is om op een dynamische manier die regelgeving altijd voor iedereen toegankelijk te maken, doet vooral geforceerd aan. De jolige vormgeving maakt het er uiteindelijk niet beter op en de speciaal door Ben Tiggelaar bedachte titel al helemaal niet.