I De staat 9
1 Kenmerken 9
2 Soevereiniteit 12
3 Staatsvormen 16
4 Rechtsstaat 18
5 Democratie 20
6 Presidentiële en parlementaire democratieën 28
7 Monisme en dualisme 30
8 Scheiding en spreiding van machten en bevoegdheden 32
9 De cruciale vragen van het staatsrecht 36
10 De balans in het staatsrecht 37
II Grondwet 39
11 De Grondwet van 1983 39
12 Grondwettelijke ontwikkeling 41
13 Kenmerken van constituties en grondwetten 44
III Grondrechten 47
14 Definitie 47
15 Bronnen 47
16 Klassieke en sociale rechten 48
17 Horizontale werking 51
18 Beperkingen en botsingen 54
19 Internationale dimensie 57
20 Gelijkheid 61
21 Integriteit 63
22 Persoonlijke vrijheid 65
23 Vrijheid van meningsuiting en kiesrecht 65
24 Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging 68
25 Vereniging, vergadering en betoging 68
26 Privacy 73
27 Gezinsleven 75
28 Eerlijk proces 76
29 Sociale rechten 79
30 Onderwijs 79
31 Eigendom 80
IV Parlement 81
32 Tweede Kamer: samenstelling 81
33 Kiesrecht 81
34 Kiesstelsel 82
35 Zittingsduur, parlementair jaar, ontbinding 87
36 Tweede Kamer: bevoegdheden 87
37 Regeringsvorming 88
38 Regeling eigen werkzaamheden 93
39 Aandeel in de wetgeving 94
40 Controle van de regering 96
41 Eerste Kamer: samenstelling 98
42 Eerste Kamer: bevoegdheden 99
V Regering 105
43 Terminologie 105
44 Totstandkoming 105
45 Bevoegdheden/taken 110
46 Voorbeelden 110
47 Politie, Defensie, Belastingdienst, Openbaar Ministerieen Veiligheidsdiensten 112
48 Andere belangrijke overheidsdiensten 115
VI Raad van State, Algemene Rekenkamer, Nationale ombudsman en vaste colleges van advies 118
49 Raad van State 118
50 Algemene Rekenkamer 119
51 Nationale ombudsman 120
52 Vaste colleges van advies 122
VII Koninklijk Huis 126
53 Lidmaatschap 126
54 Het koningschap 127
VIII Wetgeving 129
55 Wetten in formele zin 129
56 Wetten in materiële zin 131
57 Begroting en belastingen: algemeen 132
58 Begroting 133
59 Belastingen 133
IX Bestuur 135
60 Bestuursorganen 135
61 Kwalificaties van bestuurshandelen 136
62 Normering van bestuurshandelen 137
63 Controle op bestuurshandelen 138
64 Inhoud van bestuur 141
X Rechtspraak 143
65 Organisatie van de rechterlijke macht 143
66 Toegang tot de rechter 143
67 Onafhankelijkheid en onpartijdigheid 145
68 Overige eisen 145
69 Het systeem van rechtsbescherming 146
70 Bestuursrechtelijk procesrecht 148
71 Uitspraakbevoegdheden 149
72 De gewone rechter 149
73 Toetsing 152
74 Constitutionele toetsing 153
XI Decentralisatie 159
75 Provincies en hun organen 159
76 Werkwijze en taken 160
77 Gemeenten en hun organen 161
78 Werkwijze en taken 166
79 Verordenende bevoegdheid van provincies en gemeenten 167
80 Waterschappen 168
81 Openbare lichamen als bedoeld in art. 134 Grondwet 169
82 Gemeenschappelijke regelingen en veiligheidsregio’s 169
83 Toezicht 172
XII Internationalisering 176
84 Internationaal recht 176
85 Bronnen van internationaal recht 176
86 Nederland en de binding aan internationaal recht 177
87 De doorwerking van internationaal recht in de Nederlandse rechtsorde 180
88 Internationale organisaties 185
XIII Europeanisering 193
89 Verdragsstructuur 193
90 Instellingen 195
91 Europees Parlement 195
92 Commissie 200
93 Europese Raad en Raad van Ministers 202
94 Hof van Justitie 203
95 Europese Centrale Bank 205
96 Besluiten 205
97 De eigen rechtsorde 207
98 Unie-beleid, EMU en vervlechting Unie-beleid 209
XIV Nederland binnen het Koninkrijk 213
99 Het Koninkrijk 213
100 De Koninkrijksorganen 214
Trefwoordenregister 217