Geregelde beroepen
Publiek-private samenwerking voor het opstellen van wet- en regelgeving
Samenvatting
De overheid betrekt private partijen bij de regulering van uiteenlopende onderwerpen, zoals een beroepsorganisatie voor regulering van een beroep. Veelal onder de noemer van zelfregulering, stelt de overheid in een samenwerking met de private partij wet- en regelgeving op. Vaak heeft de overheid meer invloed op regulering dan de term zelfregulering veronderstelt. Welke invloed de overheid en de private partij zullen hebben, is bij het opstellen van regelgeving nog weinig doorzichtig. Ook zijn de gevolgen van de verantwoordelijkheidsverdeling voor de private organisatie en voor de publieke en private belangen moeilijk te overzien.
Geregelde beroepen geeft wetgevingsjuristen en beleidsmedewerkers van de overheid en private organisaties inzicht in de verantwoordelijkheidsverdeling binnen wet- en regelgeving, in het bijzonder voor regulering in een samenwerking tussen de overheid en een beroepsorganisatie. Het boek biedt tevens een afwegingskader om de mogelijkheden en gevolgen van regulering in kaart te brengen bij het opstellen van wet- en regelgeving in een samenwerking tussen de overheid en een private partij.
De reeks Markt, Overheid & Recht bevat publicaties op het brede terrein van rechtsverhoudingen tussen markt en overheid. Zij maakt deel uit van de boekenreeks van het Netherlands Institute for Law and Governance (NILG).
Het NILG is een samenwerkingsverband van universiteiten en andere onderzoeksinstellingen dat zich tot doel stelt onderzoek op het terrein van Law and Governance te bevorderen. Centraal staat de balans tussen publieke en private belangen in het recht en de wijze waarop de regulering van die belangen door de publieke en private sector plaatsvindt.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Een introductie op het reguleren van een beroep door de overheid en de beroepsorganisatie: de invoering van het lerarenregister 9
1.1.1 De invoering van het lerarenregister 10
1.2 Beschrijving van beleidsvorming en het opstellen van regelgeving in een samenwerking tussen overheid en een beroepsorganisatie 11
1.2.1 Beleidsvorming 12
1.2.2 Beschrijving van de wetgevingspraktijk 14
1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen 16
1.3.1 Centrale onderzoeksvraag en deelvragen 18
1.4 Doelstelling 22
1.5 Afbakening 24
1.6 Methode van onderzoek 24
1.6.1 Toelichting op de methode bij de eerste deelvraag 25
1.6.2 Toelichting op de methode bij de tweede deelvraag 26
1.6.3 Toelichting op de methode bij de derde deelvraag 28
1.6.4 Toelichting op de methode bij het vormgeven van het afwegingskader 29
1.6.5 Toelichting op de reflectie op het afwegingskader 29
1.7 Opbouw van het onderzoek 30
2 Theoretisch kader bij regulering van een beroep door de overheid en een beroepsorganisatie 35
2.1 Inleiding 35
2.2 Afbakening van de beroepsgroep en beroepsorganisatie en hun belangen bij regulering van een beroep 37
2.2.1 Afbakening van de belangen van de beroepsgroep en beroepsorganisatie 38
2.2.2 Belangen van de beroepsgroep en beroepsorganisatie 39
2.2.3 Het borgen van publieke en private belangen bij regulering van het beroep 47
2.2.4 Afbakening van dit onderzoek 51
2.3 Reguleringsinstrumenten voor regulering van het beroep 52
2.3.1 Instrumenten voor normstelling 53
2.3.2 Instrumenten voor het houden van toezicht 55
2.3.3 Instrumenten voor handhaving en geschilbeslechting 62
2.4 Samenwerking tussen de overheid en een private partij bij regulering van een beroep 67
2.4.1 Onderhandelend wetgeven 69
2.5 Vormen van zelf- en coregulering als kwalificatie van de verantwoordelijkheidsverdeling 71
2.5.1 Rol van de overheid 73
2.5.2 Rol van het recht bij regulering van het beroep 80
2.5.3 Rol van het recht bij regulering van de beroepsorganisatie 84
2.6 Publiekrechtelijke beroepsorganisatie 91
2.6.1 Achtergrond en betekenis van artikel 134 van de Grondwet 91
2.6.2 Rol van het recht 92
2.6.3 Gevolgen publiekrechtelijke beroepsorganisatie 94
2.7 Voorwaarden voor de samenwerking tussen de overheid en de beroepsorganisatie 95
2.7.1 Algemene randvoorwaarden voor de samenwerking tussen de overheid en private partijen 95
2.7.2 Wetgevingskwaliteitseisen 99
2.7.3 Zelfregulerend vermogen 105
2.8 Slotparagraaf 111
2.8.1 Schematisch overzicht van zelf- en coregulering 116
3 Casusonderzoek 121
3.1 Beroepsgroep arbeidsdeskundigen 122
3.1.1 Inleiding 122
3.1.2 Normatief kader voor reguleringsinstrumenten 122
3.1.3 Borging van publieke belangen door beroepsgroep of andere partijen 127
3.1.4 Reguleringsinstrumenten tot borging van (publieke) belangen door beroeps organisatie 131
3.2 Beroepsgroep leraren 137
3.2.1 Inleiding 137
3.2.2 Normatief kader voor reguleringsinstrumenten 138
3.2.3 Borging van publieke belangen door beroepsgroep of andere partijen 140
3.2.4 Reguleringsinstrumenten tot borging van (publieke) belangen door beroepsorganisatie 143
3.3 Beroepsgroep huisartsen 148
3.3.1 Inleiding 148
3.3.2 Normatief kader voor reguleringsinstrumenten 149
3.3.3 Borging van publieke belangen door beroepsgroep of andere partijen 154
3.3.4 Reguleringsinstrumenten tot borging van (publieke) belangen door beroeps organisatie 161
3.4 Beroepsgroep notarissen 174
3.4.1 Inleiding 174
3.4.2 Normatief kader voor reguleringsinstrumenten 175
3.4.3 Borging van publieke belangen door beroepsgroep of andere partijen 179
3.4.4 Reguleringsinstrumenten tot borging van publieke belangen door beroeps organisatie 184
3.5 Slotparagraaf 192
4 Patronen voor verantwoordelijkheidsverdeling 193
4.1 Inleiding 193
4.2 De opbouw van het normatief kader voor taken en bevoegdheden: reguleringsniveaus 195
4.2.1 De reguleringsniveaus van wetgeving en bestuur 195
4.2.2 Nadere invulling van de overheidstaak van bestuur 197
4.3 De opbouw van het normatief kader voor taken en bevoegdheden: normatief kader voor regulering en doel en reikwijdte reguleringsinstrument 202
4.3.1 Het normatief kader voor regulering van het beroep 203
4.3.2 Invloed normatief kader voor regulering op doel en reikwijdte van het reguleringsinstrument 206
4.3.3 Reguleringsinstrument als deel van het normatief kader voor taken en bevoegdheden 208
4.4 De verantwoordelijkheid van een private partij voor het borgen van publieke of private belangen 211
4.4.1 Wijze waarop met taken en bevoegdheden publieke of private belangen worden geborgd 213
4.4.2 Samenhangende taken en bevoegdheden van verschillende partijen 217
4.5 Relatie tot de reguleringsvormen van zelf- en coregulering 220
4.5.1 Verhouding tussen coregulering en regulering door de publiekrechtelijke beroepsorganisatie 222
4.6 Slotparagraaf 225
5 Afwegingskader voor verantwoordelijkheidsverdeling bij regulering van een beroep 231
5.1 Inleiding 231
5.2 Beantwoording van de deelvragen 231
5.3 Afwegingskader voor verantwoordelijkheidsverdeling bij regulering van een beroep 236
Stap 1: verkennen van de context 242
Stap 2: mogelijkheden voor het vormgeven van regulering 250
Stap 3: gevolgen voor de overheid en de beroepsorganisatie 258
6 Reflectie op het afwegingskader 271
6.1 Relatie tussen het afwegingskader en het belang van autonomie bij regulering van het beroep 271
6.1.1 De mate waarin het zelfregulerend vermogen aanwezig is 273
6.1.2 Terugtred van de overheid bij regulering van een beroep 278
6.2 Het afwegingskader in de context van maatschappelijke en politieke onderhandeling 284
Literatuur 287
Bijlage: schema’s casuïstiek 303
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht