In Empire of AI (Karen Hao) schetst onderzoeksjournaliste Karen Hao een onthutsend beeld van de AI-industrie. Verhalen over de biljoenen die in deze sector worden gepompt om de heilige graal van artificial general intelligence (AGI) te bereiken, lezen we met verbazing. AGI is de droom van een kunstmatige superintelligentie die slimmer en beter zou zijn dan mensen. Tech-utopisten als Google-visionair Raymond Kurzweil (The Singularity is Nearer) zien dit als een onafwendbare fase in de geschiedenis: de singularity, het moment waarop technologie de mens voorbijstreeft.
Zelfs topwetenschappers als Geoffrey Hinton – ooit ‘Godfather of AI’ en Nobelprijswinnaar – voorspellen dat dit al binnen vijf jaar kan gebeuren. En hij betwijfelt ernstig of dit gunstig zal uitpakken voor de mensheid (CNN).
Een race zonder duidelijke eindbestemming
Die voorspellingen moeten we met een flinke korrel zout nemen. Er is immers niet eens een sluitende definitie van wat AGI precies inhoudt. Wetenschappers discussiëren al decennia over de vraag wat ‘intelligentie’ eigenlijk is.
Toch is de wedloop volop gaande. Naast OpenAI doen ook Microsoft (deels aandeelhouder), Musk’s xAI, Meta (LLaMA), Google (Gemini), Anthropic (Claude, opgezet door oud-OpenAI’ers) en het Chinese open source DeepSeek mee. Deze race bepaalt in hoge mate onze toekomst – zonder dat de samenleving daar inspraak in heeft.
Techno-utopisme en transhumanisme
De zorgen nemen toe. In een interview met de Volkskrant stelde AI-specialist Michiel Bakker dat de vraag niet meer is óf superintelligentie eraan komt, maar wanneer. Volgens hem zijn wij uiteindelijk ‘een biologische computer’ en dus zou een niet-biologische computer in principe hetzelfde kunnen. Dat gedachtegoed – bekend als transhumanisme – is wijdverbreid binnen OpenAI. Het roept fundamentele vragen op over de toekomst van de mensheid.
Het groeimodel van OpenAI
Karen Hao laat zien hoe deze dynamiek tot stand kwam. In 2023 overleefde CEO Sam Altman een machtsstrijd binnen OpenAI. Sindsdien hanteert hij een schaalstrategie: ieder product moet tien keer beter zijn dan het vorige. Dat betekent exponentiële groei, met bijbehorende investeringen in megadatacentra ter grootte van veertig voetbalvelden – slurpend aan grondstoffen, energie en water.
OpenAI begon in 2015 als non-profit, met de missie om superintelligentie beschikbaar te maken voor de mensheid. GPT-1 werd in 2018 nog getraind op een paar reguliere chips. GPT-3.5 – de doorbraak – draaide al op 18.000 high-end Nvidia-chips in Microsofts Azure-cloud. Over GPT-5 weten we niets meer: specificaties en transparantie zijn ingeruild voor geheimhouding en winst. Sinds 2024 is OpenAI officieel een profit-organisatie.
Barsten in het model
De eerste scheuren zijn zichtbaar. Investeerders willen rendement zien, wat leidt tot agressievere marketing. Daarbij gebruiken AI-bedrijven zoveel mogelijk data, vaak zonder zich te bekommeren om auteursrechten en privacy. Rechtszaken stapelen zich op: Anthropic schikte onlangs voor 1,5 miljard dollar met Marvel-rechthebbenden.
Ook andere misstanden komen aan het licht: slechte arbeidsomstandigheden van dataschoonmakers in Afrika en Latijns-Amerika, een niet-duurzaam groeimodel voor datacentra en een grote afhankelijkheid van Chinese grondstoffen (90% van cruciale materialen).
Daarbovenop spelen hardnekkige biases in de algoritmen: een overwegend westers, conservatief, mannelijk en wit perspectief. Omdat de meeste trainingsdata Engelstalig en van lage kwaliteit zijn (jaren ’90 tot heden), blijven andere talen en culturen zwaar ondervertegenwoordigd.
Interne strijd
Binnen OpenAI woedt bovendien een stammenstrijd. De ‘Boomers’, waaronder Altman, zien vooral kansen in AGI. De ‘Doomers’ – ooit verantwoordelijk voor ethiek en veiligheid – waarschuwen voor existentiële risico’s. Sinds Altman in 2023 zijn macht verstevigde hebben de meesten van hen het bedrijf verlaten.
Is er een alternatief?
Gegeven de enorme macht van OpenAI en andere AI-bedrijven is de vraag gerechtvaardigd: is er nog hoop? Hao wijst op alternatieven. Zo traint Te Hiku, een Maori-initiatief, AI-modellen om de taal te reo Maori te behouden. Initiatiefnemer Mahelona vergelijkt Big Tech met kolonisatie:
‘Data is the last frontier of colonization. (…) AI is just a land grab all over again. Big Tech likes to collect your data for free – to build whatever they want – and then sell it back to you as a service.’
Dit voorbeeld laat zien dat AI ook gemeenschapsgedreven, respectvol, inclusief en democratisch kan worden ontwikkeld.
Over Bertrand Weegenaar
Bertrand Weegenaar is als hogeschooldocent HBO-ICT werkzaam op Windesheim. Zijn voorliefde ligt bij de onderwerpen strategie, marketing, geschiedenis; biografieën en internet; e-business.