Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Nieuws

Professor in de vechtkooi

In Echte mannen vechten stapt professor Jonathan Gottschall de kooi in voor een gevecht. En komt hij erachter dat hij niets heeft aan al zijn leunstoel wijsheden.

Ger Post | 20 mei 2015 | 2-3 minuten leestijd

‘At the time, my life just seemed too complete, and maybe we have to break everything to make something better out of ourselves.’ Het citaat uit het boek Fight Club, dat later de basis betekende voor de gelijknamige filmklassieker, beschrijft de motivatie van de – tot dan keurige – hoofdpersoon om in de wereld van brute straatgevechten te duiken. Eenzelfde scene speelt zich vijftien jaar later af in Pennsylvania, wanneer een docent Engels uit het raam van het universiteitsgebouw kijkt en opmerkt dat er aan de overkant een vechtschool zit waar mannen op elkaar inbeuken. Hij besluit ter plekke: ik word kooivechter.

Alle kennis die Jonathan Gottschall tot dusver had over gevechten, had hij opgedaan in zijn leunstoel. Hij schreef er zelfs al eerder een boek over, The Rape of Troy, waarin hij zich vooral richtte op de wetenschap van geweld. Aan die kennis had hij helemaal niets toen hij op een avond in maart 2012 halfnaakt van zijn ene op zijn andere voet wipte. ‘Ik zie een jongeman door de menigte komen om mijn gezicht te breken, me in slaap te wurgen. Het is als een nachtmerrie.’

Aan zijn anderhalf jaar lange training als kooivechter had hij overigens ook niet zo veel. Al in de eerste minuut van het gevecht nam de tegenstander Gottschall in een armklem en voelde de docent, zo vertelde hij onlangs aan De Volkskrant, dat ‘de pezen en het kraakbeen op knappen stonden’.

De ontberingen leverden wel een mooi boek op, waarin Gottschall de wereld van de duels onderzoekt. Het is van alle tijden, schrijft hij. En van alle soorten. ‘Vechtrituelen – denk aan zeeolifanten die botsen in de branding of herten die hun geweien vergrendelen – zorgen voor de beste gevechten door in ingehouden wedstrijden risico’s te verminderen. Hetzelfde geldt voor menselijke wedstrijden, alleen dan beter.’

Gottschall is ervan overtuigd dat dit soort geregelde duels de wereld een veiligere plek maken: ‘Deze evenementen lopen van uitgebreide en dodelijke duels (pistolen bij dageraad) tot vechtsporten zoals MMA of rugby, het stoeien van jongens tot pure taalduels (rap battles, alledaagse wedstrijdjes in elkaar afzeiken). Ze komen vaak ridicuul over en eindigen soms in een drama. Maar ze hebben een belangrijke functie: ze helpen ons conflicten op te lossen en hiërarchieën te bewerkstelligen, waarbij bloedbaden en sociale chaos tot een minimum worden beperkt. Zonder de beperkende codes van de apendans, zou de wereld er somberder en gewelddadiger uitzien.’

Over Ger Post
Ger Post (1981) studeerde journalistiek en cognitieve neurowetenschappen en is nu docent brain and cognitive sciences aan de Universiteit van Amsterdam. Naast handboeken over interdisciplinair onderzoek, schrijft hij als journalist stukken over hersenonderzoek voor De Neuroloog en Managementboek Magazine.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden