In de kredietcrisis ziet hij een bevestiging van zijn gelijk. De crisis is volgens hem de uitwas van een sluipende ontwikkeling die is ingezet door Thatcher en Reagan. Van der Zwan: ‘Neem de geweldige belastingconcessies die werden gedaan aan grootverdieners. Economen kwamen aandragen met prachtige redeneringen, alsof dit ook vanuit economisch oogpunt een wenselijke ontwikkeling was. In werkelijkheid ging het om een politiek-maatschappelijke revolte. Kijk ook naar het marktgedrag van banken en andere financiële instellingen. Waar was de onzichtbaar sturende hand, door Adam Smith gepropageerd als resultaat van het onafhankelijke gedrag van de marktpartijen? Als lemmingen zijn de topmannen van de financiële wereld achter elkaar aan gegaan, hun ondergang tegemoet.’
Heeft de Partij van de Arbeid een goed ideologisch antwoord op deze crisis?
Ze heeft helemaal geen ideologisch antwoord. Er zijn alleen ad hoc maatregelen genomen. Het is nog te vroeg om in te schatten waar dit op uitloopt. Uiteindelijk moet het leiden tot een herwaardering van de rol van de overheid in het economische systeem.
U heeft zich in het verleden erg kritisch uitgelaten over Wouter Bos, die u omschreef als ‘onzeker’ en ‘aangeslagen’. Heeft zijn optreden als minister in crisistijd u milder gestemd?
Ik blijf kritisch over zijn rol als partijleider, maar als minister is hij tot nog toe goed uit de crisis tevoorschijn gekomen. Het heeft hem zelfverzekerder gemaakt. Een paar maanden geleden had hij zich niet in zijn hoofd gehaald om Ella Vogelaar uit haar functie te zetten. Dat ferme optreden is ingegeven door de positie die hij nu inneemt. Of de crisis de PvdA ook blijvend electoraal voordeel oplevert, is de vraag. De echt zware opgaven voor de regering moeten nog komen. Je kunt ervan uitgaan dat in de voorjaarsnota de eerste harde noten gekraakt worden. Niemand weet hoe de electorale gunsten dan verdeeld worden. Nu is de dramatiek van de situatie nog niet erg groot.
U spreekt over een renaissance van de staat. Is dat een constatering, of een wens? Als het aan Bos ligt, is de overheidsbemoeienis met de financiële sector slechts tijdelijk.
De verzorgingsstaat die na de oorlog ontstond, is niet geboren uit een weloverwogen opvatting over hoe de staat zich zou moeten gedragen. Eigenlijk was het een opeenstapeling van ad hoc maatregelen waarin je achteraf de trekken van een verzorgingsstaat herkent. Er lag geen blauwdruk aan ten grondslag. Ik denk dat het nu weer zo gaat. Er is een opeenstapeling van maatregelen die zijn ingegeven door reële gebeurtenissen. De hele financiële sector wordt momenteel overgenomen of gefinancierd door overheden. Nu is er alweer sprake van een tweede ronde in de financiering van de financiële sector. De overheid wordt daarin meegezogen. Als de stof optrekt, zal blijken dat de staat weer een veel belangrijker rol speelt in het economisch leven.
Moet de overheid nauw betrokken blijven bij de financiële instellingen waar het een belang in heeft, of moet zij juist afstand scheppen, bijvoorbeeld door een onafhankelijke organisatie in het leven te roepen als tussenpersoon.
Zo’n organisatie hebben we gehad, dat was de Nationale Investeringsbank, waarvan ik president-directeur was. In de periode tussen 1945 en 1998 lichtte die bank bedrijven door die in de problemen kwamen en versterkte met langlopende leningen, participaties en door de overheid gegarandeerde achtergestelde kredieten de kapitaalsbasis van noodlijdende ondernemingen. Toen ik in 1983 aantrad bij de bank, hadden we vrijwel alle grote Nederlandse ondernemingen in de boeken staan. Helaas heeft Gerrit Zalm als minister van Financiën de bank in 1999 geprivatiseerd, waardoor deze zijn functie niet meer kon vervullen en een speelbal werd van speculanten. Dat is enkel gedaan op basis van de filosofie dat de staat zich zo min mogelijk met de economie moet bemoeien. Zo zie je maar weer hoe belangrijke beslissingen worden ingegeven door ideologieën, niet door rationele argumenten. Door een rechtstreeks belang te nemen in bedrijven manoeuvreert de overheid zichzelf in een riskante positie. Ze moet nog maar zien dat ze het geïnvesteerde vermogen in ABN AMRO terugverdient. De oplopende overheidsschuld moet gefinancierd worden, wat weer kan leiden tot rentestijgingen. Interventies kunnen verkeerd uitpakken.
Hoe komt onze economie uit deze crisis tevoorschijn? Keren we terug naar het Rijnlandse model?
In het Angelsaksische model is het aandeelhoudersbelang maatgevend. Het lijkt me evident dat daar de oorzaak van de ellende ligt. Er wordt volstrekt voorbij gegaan aan de belangen van de andere stakeholders. Ik denk dat we het einde beleven van deze vorm van aandeelhouderskapitalisme en terugkeren naar de stakeholdersbenadering van het Rijnlandse model.
Over Rob Hartgers
Rob Hartgers is freelance journalist.