De titel van Iedereen kan presenteren! roept nogal wat reacties op. ‘Iedereen kan presenteren? Wat een onzin!’ Vaak komt dit soort reacties van de mensen die zich een eindeloze reeks slaapverwekkende presentaties (vaak tijdens congressen en vergaderingen) herinneren waarbij zij in het publiek zaten. Die terugdenken aan de sprekers die droog hun powerpoints voorlazen, zich haperend door een taai verhaal heen worstelden of die een onbegrijpelijk en ongestructureerd betoog afstaken.
Ik kan hen deze reactie niet kwalijk nemen. Met dergelijke ervaringen is het ook lastig om de stelling dat iedereen kan presenteren met volle overgave te omarmen.
‘Iedereen kan presenteren? Flauwekul! En ik ben het bewijs!’ Dit is de reactie van degenen die duizend doden sterven als ze ineens in het middelpunt van de belangstelling staan. Die het klamme zweet in de handen hebben als ze plotseling ‘iets’ moeten zeggen tijdens een voorstelrondje, die vooraf al dagenlang buikpijn hebben als ze moeten speechen tijdens een bruiloft of die met knikkende knieën een presentatie geven aan collega’s of klanten. Ook vanuit hun perspectief is de reactie te begrijpen. Als je het zelf doodeng vindt om voor een groep te staan, lijkt de stelling ‘iedereen kan presenteren’ nogal onrealistisch.
Toch weet ik zeker dat iedereen kan presenteren. Ik baseer me daarbij op de honderden cursisten die ik de afgelopen 15 jaar heb geholpen. Daar zaten alle typen tussen. Van zenuwpezen tot hakkelaars, van murmelaars tot warhoofden. En ik heb nog steeds de eerste cursist niet ontmoet die na een training niet kon presenteren. Mijn stelling en de titel van het boek zijn dus keihard: iedereen kan presenteren. Tenminste, als je je aan enkele stelregels houdt.
Die leest u in mijn boek. Maar ik geef u hier alvast wel 2 redenen dat iedereen kan presenteren.
Reden 1. Compenseer je zwakte met je kracht
Aan mijn visie ligt een compensatietheorie ten grondslag. Een goede presentatie voldoet aan 3 eisen. Hij is informatief, overtuigend en leuk. De presentatievaardigheden en het verhaal van de presentatie hebben allemaal invloed op deze 3 eisen. Zo maakt een zachte stem een presentatie minder informatief terwijl een stem met veel intonatie een presentatie juist leuker maakt.
Nog een voorbeeld: Een presentator die de hele tijd stilstaat, maakt een presentatie minder leuk. Maar een presentator die in zijn verhaal veel anekdotes gebruikt maakt de presentatie juist leuker. Dat betekent dat een presentator die moeite heeft met ‘bewegen voor de groep’ en waarbij de presentatie dus aan amusementswaarde inboet, dit bijvoorbeeld kan compenseren door veel anekdotes te vertellen. Zo werkt de compensatietheorie in grote lijnen. Het voordeel hiervan is dat je vooral focust op wat je al goed kunt. En daarvoor moet je de regels aan je laars lappen.
Want toen ik begon met het geven van presentatietrainingen ging ik me verdiepen in het presentatievak. Wat ik vooral aantrof, waren veel regels over presenteren.
- Je mag niet met je handen in je zakken staan.
- Je mag niet met je rug naar het publiek staan.
- Je moet bewegen voor de groep.
Et cetera.
Dat verbaasde mij. Want ik herinnerde me van mijn middelbareschooltijd een docent Geschiedenis die al deze regels aan zijn laars lapte en bij wie ik toch aan zijn lippen hing. De beste man zondigde tegen alle regels van de klassieke presentatietechniek. Hij hing er half onderuitgezakt bij. Hij had zijn benen op zijn bureau liggen. En toch vertelde hij zo boeiend dat je wilde dat hij nooit zou stoppen. Met zijn verhalen en boeiende intonatie wist hij alle andere ‘missers’ ruimschoots te compenseren. Toen realiseerde ik me dat presenteren niet over het volgen van regels gaat. Dat het erom gaat dat je sterke punten zo sterk zijn dat je jezelf allerlei zwaktes kunt veroorloven.
Reden 2. Bereid voor
Ik geloof in voorbereiden. Omdat de kwaliteit van een presentatie voor 80% zit in de voorbereiding. Een goed verhaal vertellen, kun je namelijk alleen als je het verhaal vooraf slim opbouwt. Dus als je elementen van storytelling erin verwerkt. Als je vooraf je overgangen tussen onderwerpen bedenkt. Als je het verhaal ophangt aan het juiste publieksmotief en als je de juiste approaches gebruikt. Als je de structuur van je presentatie goed kiest. Zelfs de interactie met het publiek kun je voorafgaand aan de presentatie plannen.
Eigenlijk moet je een presentatie zo maken dat je niets aan het toeval overlaat. En dat je zelfs als je begint te stotteren of vlekken in je nek krijgt, je toch nog een topprestatie neerzet.
En dat is echt voor iedereen haalbaar. En ik mag het zeggen, want toen ik studeerde, was ik op het vlak van presenteren de grootste schijterd van al mijn jaargenoten. Ik durfde niet te spreken voor een groep. Als iemand iets moest presenteren, wist ik me altijd te verstoppen achter mijn studiegenoten.
Dat is nu gelukkig anders, omdat ik heb geleerd me goed voor te bereiden en mijn sterke punten weet te benutten. En omdat ik het gewoon ben gaan doen. Met knikkende knieën en klamme handen. Maar ik ben dan nu ook het levende bewijs: iedereen kan presenteren!
Martijn Jacobs is auteur van het boek Iedereen kan presenteren! Hij is directeur van communicatiebureau Loo van Eck.