Sinds steeds meer mensen op kantoor werken, hebben kinderen geen flauw benul wat hun ouders doen voor de kost. Het is een bekend grapje. ‘Wat doet jouw vader? Hij zit op kantoor. Wat doet hij daar? Zitten.’ Maar dat klopt niet. Hij zit niet, hij praat. Volgens econoom Arjo Klamer wordt een derde van het nationaal inkomen verdiend met praten. Praatjesmakers maken de dienst uit. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe abstracter hun werk.
Deze praatjesmakers hebben hun eigen jargon. Ze hebben al heel wat auteurs geïnspireerd tot een verklarende woordenlijst. Met Waartoe is deze tent op aarde heeft freelance journalist Carien Overdijk zich bij hen gevoegd. Doet zij het werk van Charles den Tex (Van Aai-instrumenten tot Zwaluwstaarten) of Eric Tiggeler en Mieke Vuijk (De Zwarte Woordenlijst) nog eens dunnetjes over?
Nee. In de eerste plaats omdat Overdijk aparte hoofdstukjes wijdt aan de aan stoere mannentaal ontleende kantoormetaforen. Zoals op het slagveld, in de sportarena. Daarmee werpt ze een verrassend licht op kantoortaal. Managers grijpen volgens Overdijk graag terug op metaforen als ‘speerpunt’, ‘speler van formaat’ of ‘dichttimmeren’ omdat ze hun saaie abstracte wereld avontuurlijker en spannender willen maken.
Ook onderscheidt Overdijk zich door scherpzinnige beschrijvingen van ogenschijnlijk onschuldige oer-Nederlandse woorden zoals krachtig, gevoelsmatig en ontwikkelen. Over krachtig schrijft ze: ‘Sterk, maar dan op kantoor. De informaticus spreekt van ‘een krachtig systeem’, de consultant lanceert in zijn intakegesprek ‘een krachtig instrumentarium’. Het adjectief moet de gesprekspartner overtuigen dat het modelletje beter werkt dan dat van de concurrent.’
Voor de praatjesmaker betekent gevoelsmatig: ‘Zonder na te denken. Gevoelsmatig zeg ik: nee. Gevoelsmatig iets debiteren biedt een slag om de arm. Kan je er later nog van af.’ Een echte praatjesmaker maakt, verzint of schrijft volgens Overdijk niet. Hij ontwikkelt. En dat kan van alles zijn. Van enquêtes, schema’s, protocollen, pilots, proeven tot en met programma’s.
Waartoe is deze tent op aarde? bevat ook tips. Bijvoorbeeld de categorie ‘met een omweg’. Dan zeg je: Hier moet je even flexibel in zijn. Terwijl je bedoelt: Je doet het maar, zin of geen zin. Of je vraagt: Heb je de steun van het thuisfront? Terwijl je bedoelt: Je krijgt een lading overwerk.
Bloedserieus is het allemaal niet. Kritisch wel. Soms ook bijna hilarisch. Zoals het lemma MVO. ‘Maatschappelijk verantwoord ondernemen. (..) is hip en salonfähig. Doen jullie wat aan MVO? vraagt de bankdirecteur aan zijn vrindje in de zorgbranche tijdens het rotary-etentje. Heb ik jaren geleden al een mannetje voor in huis gehaald, zegt de zorgdirecteur trots. Weet alles van de materie. Heeft een prachtig beleidsplan in elkaar getimmerd, heb ik geen omkijken naar.’
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.