Het boek 'Wol' is een boek over nieuw leiderschap, dat is geschreven als fabel, niet te dik en eenvoudig verwoord. Nog meer eigenschappen die mij (naast het schaap) enthousiast maakten. De schrijvers (Cassandra Vugts & Joop Weesie) willen met hun boek een bijdrage leveren aan de bewustwording rondom het onderwerp (nieuw) leiderschap. Ze laten het aan de fantasie van de lezer over om het verhaal te spiegelen aan hun eigen (werk)situatie. Zittend in de zon sla ik het boek open en ben benieuwd hoe de schapen mij in boekvorm gaan inspireren. Drie uur later heb ik het boek uit. Het verhaal is zowel qua bewoording als qua inhoud eenvoudig. Wat dat betreft houden de schrijvers zich aan hun belofte.
Het idee van een fabel is leuk en verrassend binnen het genre van het managementboek. De vele woordgrapjes over schapen neem ik daarom maar voor lief. Centraal in het verhaal staat een schapendorp waarin schaapskuddes met elkaar samenleven en verantwoordelijk zijn voor de productie, verwerking en de export van wol. De formele leiding is in handen van een statusgevoelige directie die volledig bestaat uit directieleden van éen kudde. Er wordt slecht naar elkaar geluisterd, er wordt gestuurd op kostenbeheersing, er is geen transparantie en keuzes worden gemaakt op basis van individuele (schaaps)belangen. Allemaal karakteristieken die de schrijvers aan 'oud' leiderschap toeschrijven. Heel helder, heel duidelijk, maar misschien ook wel iets té simpel weergegeven? Eerst maar verder met het verhaal. Door een natuurramp wordt de brug tussen het ene en het andere schapendorp kapotgeslagen en komt de productieketen van de wol tot stilstand. Eigenlijk kunnen de kuddes niet zonder elkaar, maar daar waar de ene kudde blijft vasthouden aan haar oude manier van werken, legt het andere dorp zich neer bij de werkelijkheid en gaat op zoek naar mogelijkheden en kansen. In deze laatste kudde heerst saamhorigheid, waardeert en gebruikt men elkaars individuele kwaliteiten, wordt er transparant gecommuniceerd over de plannen en inspireert en motiveert het leiderschaap zijn kudde. Deze eigenschappen worden getypeerd als 'nieuw leiderschap' en leiden in het verhaal tot succes en een groot 'yes we can' gevoel. Het is me duidelijk waar de schrijvers naartoe willen: het oude type leiderschap is niet van deze tijd, zorgt niet voor een gevoel van verbondenheid en leidt niet tot succes. Saamhorigheid, waardering, samenwerking, stimulering en transparantie zijn de toverwoorden die juist wél tot succes leiden en waar een nieuwe leider op moet sturen. De eenvoudigheid waarmee deze twee types worden neergezet is goed voor de begrijpelijkheid van het boek, maar geeft ook een te simplistisch beeld van de werkelijkheid. Gelukkig onderkennen de schrijvers dat de werkelijkheid weerbarstiger is dan dat zij doen voorkomen. Die weerbarstigheid zie ik in mijn eigen werksituatie ook terugkomen. Ik zie 'oude' leiders die zichzelf onterecht het stempel van 'nieuwe' leider geven en ik zie 'nieuwe' leiders met trekjes van 'oud' leiderschap. En ikzelf? Welk type leiderschap past bij mij? Zonder twijfel de 'nieuwe' vorm van leiderschap die in deze fabel gepresenteerd wordt. In mijn rol als junior adviseur en manager moet ik nog veel leren om deze leiderschapsstijl vorm te geven. Na het lezen van dit boek weet ik in ieder geval welke vaardigheden en kwaliteiten ik (verder) moet ontwikkelen, wil ik deze stijl me eigen maken. En om ze niet te vergeten hoef ik alleen maar even naar het schaapje op het schilderij aan mijn muur te kijken.