Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De vierde managementcrisis: innoveren naar vraaggestuurd management

Steeds meer gepromoveerden op het gebied van organisatie- of bedrijfskunde geven een populaire versie of handelseditie uit van hun proefschrift in de vorm van een managementboek. Zo ook Rob Land die onderzoek deed naar het management binnen een organisatie waar zelfsturing wordt toegepast.

Remko van der Honing | 14 april 2004 | 3-4 minuten leestijd

In 1990 startte Land zijn promotie-onderzoek vanuit de overtuiging dat de 'oude manier van sturen' (managen) niet meer werkte bij de 'nieuwe manier van werken' (zelfsturing). Als onderzoeker en als coach heeft hij organisatie begeleid bij verandertrajecten. Diverse organisaties richten het primaire proces 'zelfsturend' in. Medewerkers krijgen de verantwoordelijkheid over de het uitvoeren van eigen werkzaamheden.

Teams krijgen een doelstelling en gaan daar zelfstandig mee aan de slag. Tegelijkertijd wordt de organisatie op hiërarchische wijze aangestuurd, top-down. Dit leidt tot conflicten en demotivatie van de medewerkers. Land ging op zoek naar de oplossing en dat heeft uiteindelijk mede geresulteerd in het boek 'De vierde managementcrisis'. Reeds in de inleiding geeft Land het antwoord op zijn probleem: vraaggestuurde dienstverlening in een op zelfsturing en partnership gebaseerd besturingssysteem. Het management zal zich moeten omvormen en gaan streven naar voorwaardenscheppende dienstverlening.

Het topmanagement zal centrale sturing moeten combineren met het coachen van decentrale zelfstuurders. Verticale sturingslijnen (hiërarchisch) worden gekanteld in horizontale, marktgerichte lijnen, de keten begint bij de klant en eindigt bij het bestuur van een organisatie. Het gelijkwaardig samenwerken op de diverse niveaus binnen een organisatie is het partnership waar de auteur over spreekt. Het duurt tot hoofdstuk vijf voordat duidelijk wordt wat nu die vierde managementcrisis is. Dat begrip blijkt terug te voeren tot de omslagpunten in de besturingssystemen van organisaties. Crisis 1 is de opkomst van formele regelsystemen in het openbaar bestuur en binnen organisaties. Taken worden opgedeeld en toegewezen aan medewerkers, zodra mensen zich daar tegen verzetten, ontstaat crisis 2, het ontstaan van sociale structuren. Volgens de auteur is crisis 3 het botsen tussen centraal aangestuurde lijn en de marktgerichte, decentrale lijn in de organisatiestructuur. En in crisis 4 moet het management de eenzijdige beheersing loslaten en wederzijds commitment toestaan. Waar in het gehele boek elk begrip tot in detail wordt verklaard en wordt onderbouwd blijft uitleg over 'de crises' achterwege. Ik kreeg dan ook het gevoel dat Land heeft gezocht naar een pakkende titel en daarom het begrip managementcrisis heeft geïntroduceerd. Hoofdstuk zeven van het boek geeft een omschrijving van de ervaringen van een organisatie die de ontwikkelingstheorie hebben doorlopen. Dit geeft meer achtergrond, maar toch blijft het een abstract verhaal: het VASRI-systeem is een uitzondering. Dit systeem maakt voor iedereen in de organisatie duidelijk wie voor welke sturingstaak in een team verantwoordelijk (V) is, wie deze persoon daarop mag aanspreken (A), wie de verantwoordelijke steunt (S) bij het waarmaken van de verantwoordelijkheid, wie de verantwoordelijke moet raadplegen (R) en wie achteraf geïnformeerd (I) dient te worden. Ik kreeg tegenzin bij het doorlezen van hoofdstuk acht (praktijkervaringen en lessen in bestuurlijke innovatie) waarin het ontdekken van deze ontwikkeltheorie door Land wordt vergeleken met het bewijs dat Galilei levert over de stelling van Copernicus. Door het gebruik van de sterrenkijker en het waarnemen van bewegingen van planeten vond Galilei het wetenschappelijke bewijs dat de aarde om de zon draait. Toen de promovendus Land de waarnemingen bij organisaties in zijn referentiekader (model VZP) kon beschrijven, werd de uitkomst acceptabel. Hij presenteert zich daarmee als een roepende in een wereld waarin managers geen afstand willen doen van hun positie, en daarmee wordt de weg nog niet vrij gemaakt voor de zelfstandig denkende en sturende mens. Galilei heeft een paar eeuwen later zijn definitieve gelijk gekregen, zal Land dat op die termijn ook krijgen? Er kan bijna worden volstaan met het lezen van de inleiding van dit boek. En daarbij moet opgemerkt worden dat het boek met name geschreven is voor organisaties die zelfsturing hebben ingevoerd of mogelijkerwijs gaan invoeren. Ondanks het feit dat het boek een handelseditie is, leest het als een ingewikkeld, wetenschappelijk onderbouwd verhaal dat op diverse punten ver af staat van de praktijk. In het boek staat aangegeven dat lang niet alle organisaties in aanmerking komen voor zelfsturing, bezint voor u begint!

Over Remko van der Honing
Remko van der Honing was werkzaam bij Crucell en schreef recensies op persoonlijke titel.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden