How the Fuck to Be Agile? A Wakeup Call… van Erwin Verweij schudt je wakker en zet je weer met beide benen op de grond. Verweij windt er geen doekjes om: stop met agile doen en begin met agile zijn. In zo’n twintig korte maar rake hoofdstukken rekent hij af met illusies, legt misverstanden bloot en maakt duidelijk wat het echt vraagt om wendbaarheid in je werk te belichamen.
Autonomie
Verweij roept op om verandering te verwelkomen – maar alleen met de juiste intentie, de juiste tools en een diep begrip van wat er in de kern moet schuiven om het te laten werken. Hij maakt een scherp onderscheid tussen zelfsturend en zelforganiserend. Echte autonomie, stelt hij, kan alleen bestaan als er vertrouwen is. Vrijheid komt met volledige verantwoordelijkheid. Je bereikt dat niet met rituelen, maar door mensen te vertrouwen en hen eigenaar te maken van het resultaat.
Hij pleit ervoor de klant weer centraal te stellen – niet als loze slogan, maar als levend kompas. Zet échte klantwaarde boven proces. Breng empathie terug in teams. Vraag waarom. Richt je op menselijke ervaring, niet op mechanische dienstverlening. En vergeet vooral de mensen binnen je organisatie niet.
Cargo cult
Verweij schuwt de mythen niet. Waterval? Niet slecht – alleen vaak verkeerd begrepen. Scrum? Het faalt vaak niet door het framework zelf, maar omdat organisaties het in oude structuren persen. Wie Scrum klakkeloos volgt zonder het aan te passen aan de context, eindigt in een ‘cargo cult’ – en niet in echte wendbaarheid.
SAFe? Dat is volgens Verweij vaak niet meer dan een afvinklijst die alle creativiteit eruit perst. Vrijheid om te experimenteren? Onvindbaar. Spotify-model? Zelfs Spotify doet het niet meer zo. Verweij herinnert ons eraan: een framework kopiëren maakt je niet wendbaar. Je moet zélf ontdekken wat werkt – passend bij je cultuur en waarden.
eigenaarschap
Hij confronteert ons met de vraag wat eigenaarschap werkelijk betekent. Echte agility laat zich niet opleggen. Het ontstaat wanneer teams zelf kiezen wat werkt, en frameworks durven loslaten. Agility is geen set regels, maar een levend denkkader.
Hij prikt de schijntransparantie door. Als beslissingen achter gesloten deuren worden genomen, voelen mensen zich niet betrokken – hoe mooi de slides ook zijn. Echte transformatie vraagt openheid. Laat mensen binnen. Ook als het rommelig wordt. Dáár begint agility.
Hij lacht het blind vertrouwen in tools uit. Iedereen dezelfde tool gebruiken betekent niet dat je beter samenwerkt. Tools moeten het team dienen, niet andersom.
Intrinsieke motivatie
Verweij benadrukt dat jezelf agile noemen je nog niet wendbaar maakt. Het zit niet in je functietitel, maar in hoe je denkt en handelt. In je ‘waarom’. En dat moet van binnenuit komen. Duurzame verandering komt niet door druk van buiten, maar door intrinsieke motivatie.
Niet elke verandering hoeft disruptief te zijn. Soms gaat het niet om transformatie, maar om opladen: het bestaande nieuwe energie geven in plaats van nieuwe processen invoeren.
Zelfs de pandemie ziet hij als een voorbeeld. COVID-19 dwong ons om wendbaar te zijn. We leerden samenwerken, experimenteren en aanpassen – zonder dat een framework ons vertelde hoe. Plotseling wás er agility.
mindset
Zijn slotboodschap? Als ‘agile’ voelt als gewoon weer een proces, dan ís het dat waarschijnlijk ook. Agile zijn is geen performance, het is een mindset. Geen knop die je aanzet, maar een manier van zijn – elke dag opnieuw.
Verweij schrijft met de directheid van een Nederlander – en dat is een compliment. Zijn toon is ongefilterd en confronterend, maar daaronder ligt een eerlijke en doordachte zoektocht naar de ware betekenis van agile.
KOP
How the Fuck to Be Agile?
is geen handleiding. Het is een spiegel. Wie durft te kijken, ziet waar hij staat – en wat er moet veranderen.
Over Henny Portman
Henny Portman is eigenaar van Portman PM[O] Consultancy en biedt begeleiding bij het invoeren en verbeteren van project-, programma- en portfoliomanagement inclusief het opzetten en verder ontwikkelen van PMO's. Hij is auteur en blogger en publiceert regelmatig artikelen.