Help, de wethouder wil dat het advies wordt aangepast, en in de gemeenteraad is een motie aangenomen die mij veel extra werk bezorgt. En waarom gaat het hier allemaal zo langzaam? Dit soort kwesties zijn aan de orde van de dag in de trainingen die ik geef in politiek-bestuurlijke sensitiviteit. Heel fijn dat er nu een boek is dat gemeenteambtenaren helpt te begrijpen waarom het werkt zoals het werkt, en hoe je ermee omgaat: Beleidsmaker bij de gemeente.
Spoedcursus
In vier delen neemt Visser je mee in de wereld van de gemeente als werk- en opdrachtgever. In deel één staat het speelveld centraal: de spelers en de context. Wat doet een wethouder, wat doet de gemeenteraad? Hoe verloopt de besluitvorming (en ja, dat gaat niet snel)? Wat is BOB? En wat is de relatie met provincie en Rijk? Zijn alle gemeenten op dezelfde manier georganiseerd?
Een zeer nuttige spoedcursus, die je als adviseur duidelijk maakt dat je niet alleen met je directe leidinggevende als opdrachtgever te maken hebt. Dit vormt een mooie brug naar deel twee, waarin Visser beschrijft welke competenties je als beleidsadviseur nodig hebt: samenwerken binnen en buiten de organisatie en schrijfvaardigheid. Inclusief een fijne lijst met jargonvertalers om beleidstaal om te zetten in gewoon begrijpelijk Nederlands.
Dagelijkse praktijk
Deel drie gaat over de dagelijkse praktijk. Wanneer doe je je werk eigenlijk goed? En hoe ga je om met de trage bureaucratische dynamiek? Interessant en actueel is de vraag wat je moet doen als jouw persoonlijke waarden botsen met die van je bestuurlijke opdrachtgever. Je bent een loyale uitvoerder, maar wat als je het echt niet eens bent met bestuurlijke en politieke wensen? Of als die niet mogelijk zijn, of zelfs in strijd met wet- en regelgeving?
Visser biedt hiervoor een persoonlijke waardenkaart die je kunt invullen voor houvast, en een stappenplan om te onderzoeken of – en zo ja hoe – je bij dilemma’s loyale tegenspraak kunt geven.
Praktisch
Visser eindigt Beleidsmaker bij de gemeente met het meest praktische deel: aan de slag! Met opdrachten en invulbladen kun je meteen werken met de instrumenten en methodes die in de eerste drie delen aan bod komen. Die zijn bijna allemaal specifiek op het gemeentelijke domein gericht: invulbladen om je politieke context en de identiteit van jouw gemeente in kaart te brengen, om de planning- en controlcyclus te leren kennen, en voor je eigen werk: met welke samenwerkingspartners je te maken hebt.
De meer algemene hulpmiddelen komen uit het werk van Stephen Covey. Het eerste is het Eisenhowerkwadrant om prioriteiten te stellen: wat is dringend en/of belangrijk? En de uitsmijter is een algemeen model dat voor veel inhoudelijk betrokken adviseurs heel waardevol is: de cirkel van invloed en betrokkenheid. Het helpt je om te gaan met vaak onvermijdelijke frustraties.
Maar liefst 146 (oud-)beleidsmedewerkers leverden in een enquête input voor Beleidsmaker bij de gemeente. Dat heeft, samen met Vissers eigen ervaringen en andere bronnen, vele waardevolle inzichten en adviezen opgeleverd. Met een beknopte theoretische onderbouwing is het een prettig en vooral nuttig boek voor beginnende beleidsambtenaren.
Over Liesbeth Tettero
Liesbeth Tettero is trainer en coach in het openbaar bestuur (www.publice.nl) en van ambitieuze vrouwen (www.feministerie.nl).