Toen ik in 2015 aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde, was ik al een aantal maanden werkzaam voor de farmaceutische industrie. Het was echter helemaal niet mijn bedoeling om de academie te verlaten, want ik wilde dolgraag een eigen onderzoekslijn opzetten. Na meer dan een jaar regelen en schrijven had ik een plan voor een vierjarig fellowship. Als finalist verdedigde ik gepassioneerd waarom onderzoek doen meer moest zijn dan alleen theorie. Ik wilde vooral de buitenwereld helpen én juist niet in een cocon vol publicaties en onderwijsuren verzamelen. Mijn afkeer voor pure theorie vormde, onbedoeld, het perfecte fundament voor mijn afwijzing.
vrijheid
Tot zover mijn academische carrière die ik zelfstandig een halt toeriep. Niet omdat ik geen andere opties had, maar eerder omdat ik voor het eerst voelde dat de academische wereld mij minder vrijheid zou geven dan de wereld daarbuiten. Onderzoek doen is boven alles geld verzamelen, en ik was niet van plan om mijn plek in dit grote hamsterwiel te nemen. Wie aan zijn promotietraject begint, zal hier geen last van hebben. Vanaf je allereerste dag word je verteld dat alleen in de academische wereld het (pure) onderzoek tot zijn recht komt. Niet voor niets wordt de academie ook wel de ‘light side of the force’ genoemd. Toch laat Stan van Pelt in zijn boek heel duidelijk zien dat daar waar licht heerst, ook ruimte is voor een hele grote schaduw.
Wetenschapsfraude
Hoewel de titel van Sloppy science ‘slordige wetenschap’ betekent, is slordigheid niet de schaduw waar Van Pelt naar wijst, maar waar frauderende onderzoekers zich mee weren. Wetenschapsfraude - wat betekent dat iemand met voorbedachten rade willens en wetens werk verzet dat niet door de wetenschappelijke beugel kan - kost zo nu en dan een doctoraat of hoogleraarschap. Maar door de beugel genomen kost het de klokkenluider. Niet in de laatste plaats omdat integriteitscommissies en ethische commissies er soms jaren over doen om met een advies te komen dat door een Raad van Bestuur niet wordt overgenomen. Geen wonder dat Van Pelt voldoende materiaal had om duidelijk en weloverwogen te beschrijven wat er bij de emotionele achtbaan wel niet allemaal komt kijken. Omdat Van Pelt de tijd neemt om een casus van meerdere kanten te belichten, leest het uiterst prettig, soepel en weloverwogen. Hier is tijd en moeite in gegaan.
apenheuvel
Voor de buitenwereld mag de academische wereld dan wel puur en rationeel lijken, maar daar waar schaarste heerst en de apenheuvel lonkt, wordt het rationele brein overmeesterd door emoties zoals angst en schaamte. In dat opzicht verschilt de academische wereld helemaal niet zoveel van het bedrijfsleven waarvan het zich zo graag wil distantiëren. Geld is er namelijk genoeg, maar alleen voor diegenen die zich op meerdere manieren weten te onderscheiden ten koste van de rest. Het is daarmee een stoelendans waarvan een hele reeks houten stoelen is vervangen door twee of drie gouden zetels.
Niets menselijks...
Betekent dit nu dat wetenschappers niet te vertrouwen zijn en de wetenschap eigenlijk maar een mening is? Zelf vind ik van niet, en Van Pelt al helemaal niet, maar het mag duidelijk zijn dat de wetenschap geen menselijke zonde vreemd is. En eigenlijk zouden we dit ook niet mogen verwachten van een omgeving die soms nog het meest doet denken aan een legbatterij vol plofkippen.
Om de wetenschap tegen haarzelf te beschermen, is het essentieel dat we wetenschappers tegen zichzelf beschermen. Eigenlijk betekent dit niets minder dan het opstarten van een cultuurverandering waarin produceren ondergeschikt raakt aan ontdekken, en rust, reinheid én regelmaat uitnodigen tot samenwerking, transparantie en reflectie. Mocht dit alles uiteindelijk toch te veel zijn gevraagd, dan hebben we in ieder geval elke tien jaar een nieuwe reeks verhalen om lering uit te trekken. Met Sloppy science heeft Van Pelt in ieder geval zijn best gedaan.
Over Marc Jacobs
Marc Jacobs is datawetenschapper, machine learning engineer en statistisch consultant. Auteur van 'Van aardbeving tot zoönose: - over de inzet van modellen voor beleid' en 'De onttovering van AI: een pleidooi vor het gebruik van gezond verstand.