Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Floreren binnen ecologisch plafond en sociale drempel

Met Donuteconomie verschaft Oxford-wetenschapper Kate Raworth een even simpele als effectieve blauwdruk voor een rechtvaardige en duurzame economie. Jammer alleen van die naam.

Jeroen Ansink | 24 januari 2018 | 3-4 minuten leestijd

‘Je verandert nooit iets als je enkel de bestaande werkelijkheid bestrijdt,’ zei de Amerikaanse systeemtheoreticus Buckminster Fuller (1895-1983) ooit. ‘De enige manier om iets echt te veranderen is door een nieuw model te bouwen dat het oude overbodig maakt.’ Dit citaat is een favoriet van Oxford-wetenschapper Kate Raworth, wiens ‘donut’ sinds de introductie in 2012 door zowel ontwikkelingswerkers als de milieubeweging is omarmd als dé blauwdruk voor de 21e eeuwse economie. Het achterliggende idee is even simpel als effectief: het menselijk welzijn is gebonden aan een plafond van ecologische grenswaarden en een sociale drempel van voorzieningen waar iedereen recht op heeft. Zolang we binnen die twee concentrische cirkels blijven is alles oké, maar elke uitschieter buiten de donutvormige ruimte, of het nu gaat om klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit, of een tekort aan drinkwater, kan onze toekomst in gevaar brengen.

In Donuteconomie voorziet Raworth haar visuele model van een theoretisch kader, en presenteert ze zeven denkwijzen om haar aspiraties voor een betere wereld te verwezenlijken. Het boek, dat onlangs in Nederlandse vertaling is verschenen, heeft Raworth zo mogelijk nog beroemder gemaakt: de Britse kwaliteitskrant The Guardian noemde haar in een recensie zelfs ‘de John Maynard Keynes van de 21e eeuw’. Dat is misschien te veel eer: de oplossingen die Raworth suggereert zijn al eerder geopperd, haar sociale ondergrens komt uit de koker van de Verenigde Naties, en de buitenste cirkel van de donut is geïnspireerd op het werk van de Zweedse milieuwetenschapper Johan Rockström.

Maar de manier waarop Raworth haar ideeën via een overzichtelijk plaatje van een algemene context voorziet is wél nieuw. Paradoxaal genoeg laat het donutmodel in al zijn eenvoud juist de complexiteit van onze samenleving zien: voedselzekerheid, onderwijs, huisvesting en gezondheid, luchtvervuiling, klimaatverandering, ontbossing en verwoestijning - alles staat met elkaar in verband, en geen enkel vraagstuk kan met een afzonderlijke oplossing worden aangepakt.

Daarmee verschaft Raworth een waardevol instrument aan mensen die wel wíllen meewerken aan een duurzame en rechtvaardige economie, maar zich nu nog overweldigd voelen door de schaal van het probleem. Want als de donuteconomie één ding duidelijk maakt, is het dit: het hele systeem moet op de schop, en wel zo snel mogelijk. Raworth hekelt de mindset die de economie primair ziet in termen van vraag en aanbod, en gruwt van onze obsessie voor eeuwigdurende groei, wat op een eindige planeet sowieso een contradictio in terminiis is. In plaats daarvan pleit ze voor een systeem dat de nadruk legt op menselijk gedrag, tipping points, en feedback loops, en dat onder meer tot uiting komt in een basisinkomen, rentevrij geld, en circulaire economieën die agnostisch zijn over het bruto binnenlands product.

Een cruciaal hulpmiddel bij de verwezenlijking van deze doelstellingen is niet alleen een treffend visueel model, maar ook de juiste woordkeuze, stelt Raworth. Mensen die de overheid een grotere rol willen toedichten dienen zich bijvoorbeeld niet te verzetten tegen belastingverlichting, maar zich sterk te maken voor belastingrechtvaardiging, en een term als publieke uitgaven te vervangen door publieke investeringen.

Wijs advies, al roept de nadruk op verbal framing toch wat vragen op over de naamskeuze van Raworths eigen model. Een donut is vet en ongezond, en leidt zelfs tot associaties met een koffiemorsende Homer Simpson die kortsluiting in zijn kerncentrale veroorzaakt. De vergelijking met een trouwring was misschien beter geweest: het idee dat mens en planeet alleen een harmonieuze toekomst is gegund als ze met toewijding en op basis van wederzijds respect aan hun relatie blijven werken.

Over Jeroen Ansink

Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden