A.P.M.J. Vonken is universitair hoofddocent bij de vaksectie internationaal privaatrecht aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Meer over A.P.M.J. VonkenVerkeersongevallen en IPR
Samenvatting
Verkeersongevallen en IPR biedt een diepgravende en geïntegreerde behandeling van IPR-vragen op het terrein van internationale verkeersongevallen op de weg. In de eerste plaats worden de regels van het Haags Verdrag inzake de op het verkeersongeval op de weg toepasselijke wet van 1971 uitgebreid besproken en inzichtelijk gemaakt, met aan de rechtspraktijk ontleende voorbeelden.
Voorts bevat het boek beschouwingen over niet door het Haags verdrag geregelde onderwerpen, waaronder allerhande regres- en subrogatiekwesties, voor zover hierbij particuliere verzekeraars en sociale verzekeringsorganen zijn betrokken. Ten slotte komen problemen van de internationale bevoegdheid van de rechter aan de orde, die specifiek de internationale onrechtmatige daad betreffen. Bij de bespreking van de in dit boek behandelde onderwerpen wordt afgestemd op en een inspiratie geput uit buitenlandse, met name Duitse, Franse en Zwitserse literatuur en rechtspraak.
Dit boek biedt de rechtspraktijk een betrouwbare gids bij de oplossing van vele vragen over verkeersongevallen op de weg met een internationaal element.
Specificaties
Inhoudsopgave
2 Onderwerp en toepassingsgebied van het HVOV 21
2.1 Korte inhoud en strekking van het HVOV 21
2.2 De structuur van de verwijzingsregels 24
2.3 Het materiële toepassingsgebied 25
2.3.1 Het onderwerp 25
2.3.2 De ‘niet-contractuele’ aansprakelijkheid 26
2.3.3 Samenloop tussen vorderingen uit wanprestatie en uit onrechtmatige daad 28
2.3.3.1 De probleemstelling 28
2.3.3.2 Beginselen van samenloop volgens de – Nederlandse – lex fori 29
2.3.3.3 Problemen van aanpassing 30
2.3.4 Het begrip ‘ongeval in het wegverkeer’ 31
2.3.5 De kring van aansprakelijke personen 35
2.3.6 De kring van gelaedeerden 38
2.3.7 De schade die door de regeling van het HVOV wordt bestreken 38
2.4 Het formele (territoriale) toepassingsgebied 39
2.5 Het temporele toepassingsgebied (overgangsrecht) 39
2.6 Samenloop van het HVOV en andere IPR-regelgeving, met name Rome II 40
2.6.1 Algemeen 40
2.6.2 De samenloopregeling van art. 15 HVOV 40
2.6.3 De samenloopregeling van art. 28 lid 1 Rome II 41
2.7 Het HVOV en de aanvullende rol van Rome I en Rome II 42
2.8 Het HVOV en de relatie tot Titel 1 Boek 10 BW 43
2.9 Het HVOV en de relatie tot de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen 44
3 Het stelsel van verwijzingsregels van het HVOV 47
3.1 Het recht van de plaats van het ongeval 47
3.2 Het recht van de Staat van registratie 49
3.2.1 Algemeen 49
3.2.2 De registratie van het voertuig als aanknopingspunt 50
3.2.3 De gewone verblijfplaats als aanknopingspunt 50
3.2.4 Het aanknopingssysteem 52
3.2.5 Het eenheidsbeginsel jegens mededaders 53
3.2.6 Het pluraliteitsbeginsel jegens verschillende slachtoffers 55
3.2.7 Daderschap prevaleert boven slachtofferschap 56
3.2.8 Het recht van de gewone standplaats in plaats van het recht van registratie 56
3.3 Personenschade en schade aan voertuigen 57
3.3.1 Het begrip ‘bij het ongeval (…) betrokken’ 57
3.3.2 Bij het ongeval is één voertuig betrokken – art. 4 letter a HVOV 61
3.3.3 Bij het ongeval zijn twee of meer voertuigen betrokken – art. 4 letter b HVOV 65
3.3.4 Een zich buiten het voertuig bevindend persoon heeft het ongeval (mede) veroorzaakt – art. 4 letter c HVOV 67
3.4 Schade aan andere goederen dan voertuigen – art. 5 HVOV 69
3.4.1 Algemeen 69
3.4.2 Goederen van de passagier 69
3.4.3 De overige vervoerde goederen 70
3.4.4 Goederen buiten het voertuig 70
3.4.5 Persoonlijke eigendommen van het slachtoffer buiten het voertuig 71
4 De rechtskeuze 73
4.1 Algemeen 73
4.2 Rechtskeuze prevaleert boven de verdragsregeling 73
4.3 Het internationaliteitsvereiste 75
4.4 Het tijdstip van de rechtskeuze: achteraf of vooraf 77
4.5 Vrijheid van de te kiezen rechtsstelsels 77
4.6 Rechten van derden 78
4.7 Uitdrukkelijke en stilzwijgende rechtskeuze 79
4.8 Rechtskeuze ten processe 80
4.9 Rechtskeuze als correctiemechanisme voor tekortschietende verdragsregels 82
5 De onderwerpen die al of niet onder het delictsstatuut vallen 85
5.1 Algemeen 85
5.2 De bekwaamheid om een onrechtmatige daad te plegen 86
5.3 De voorwaarden en de omvang van de aansprakelijkheid 87
5.4 De gronden voor uitsluiting van aansprakelijkheid 87
5.5 Het bestaan en de aard van het letsel of de schade 88
5.6 De wijze waarop en de omvang waarin de schade moet worden vergoed 89
5.7 De overdraagbaarheid van het recht op schadevergoeding 90
5.8 De kring van de direct en indirect gelaedeerden 92
5.9 De aansprakelijkheid van een principaal voor handelingen van degene die voor hem optreedt 93
5.10 De aansprakelijkheid van de ouders voor hun kinderen 95
5.11 De verjaring 96
5.12 De aansprakelijkheid van de wegbeheerder 97
5.13 Regels van bewijsrecht 99
5.13.1 Algemeen 99
5.13.2 Wettelijke bewijsvermoedens en bewijslastverdeling 100
5.13.3 Wettelijke bewijsvermoedens 100
5.13.4 Bewijslastverdeling 101
5.13.5 Toelaatbaarheid van bewijsmiddelen (art. 22 lid 2 Rome II) 103
5.13.6 Het vergaren van bewijs 103
5.14 De verkeers- en veiligheidsvoorschriften 104
6 De rechtstreekse vordering 107
6.1 Algemeen 107
6.2 Het rechtskarakter van de rechtstreekse vordering 107
6.2.1 Art. 6 van de WAM 107
6.2.2 Begunstiging van het verkeersslachtoffer 108
6.3 De toelaatbaarheid van de rechtstreekse vordering: het delictsstatuut 111
6.4 Het ‘régime’ van de rechtstreekse vordering: het verzekeringsstatuut 112
6.5 Onderwerpen die onder het ‘régime’ van de rechtstreekse vordering vallen, bezien vanuit de Nederlandse WAM-regeling 113
6.6 De verjaring/stuiting van de rechtstreekse vordering en de omvang van de schadevergoeding 115
6.7 De rechtstreekse vordering en de rechtskeuze 116
7 De openbare-orde-exceptie 117
7.1 Algemeen 117
7.2 Toetsingscriteria met betrekking tot de openbare-orde-exceptie 117
7.2.1 Resultaat in concreto 117
7.2.2 Betrokkenheidscriterium 118
7.2.3 Het exceptionele karakter van de openbare-ordeexceptie 118
7.2.4 Nadere invulling van de openbare orde 120
7.2.5 De vaststelling van de gevolgen van strijd met de openbare orde 121
8 Regresvorderingen tussen aansprakelijke personen 123
8.1 Algemeen 123
8.2 Voorwaarden toepasselijkheid art. 20 Rome II 124
8.3 Hoofdregel 125
8.4 Grenzen van het regres op medeschuldenaren 126
8.5 Rechtskeuze en meervoudige aansprakelijkheid 126
8.6 Bestaande rechtsverhouding van medeschuldenaren 127
9 Regresvorderingen en subrogaties waarbij verzekeraars zijn betrokken 129
9.1 Algemeen 129
9.2 Materieel toepassingsgebied van art. 19 Rome II 130
9.3 Voorwaarden toepasselijkheid art. 19 Rome II 132
9.3.1 Voldoening door een derde 132
9.3.2 Verplichting van de derde om de schuld te voldoen 132
9.3.3 Subsidiaire betalingsverplichting 133
9.4 Het toepasselijke recht op de vier deelvragen inzake de overgang krachtens subrogatie van een niet-contractuele vordering 133
9.4.1 Een – typische – casuspositie. 133
9.4.2 De inhoud van de vordering en de vatbaarheid van de vordering voor subrogatie – het vorderingsstatuut 133
9.4.3 De verplichting van de derde tot betaling van de schuld aan de schuldeiser die de subrogatie tot gevolg heeft – het betalingsstatuut 134
9.4.4 De vordering van de gesubrogeerde derde tegen de schuldenaar (laedens) – het vorderingsstatuut 136
9.4.5 De positie van de schuldenaar ten opzichte van de oorspronkelijke en de nieuwe schuldeiser – het vorderingsstatuut 136
9.5 Een – complexe – casuspositie. Het regres van de WAverzekeraar van de dader/schuldenaar op de mededader/medeschuldenaar. 137
10 Regresverordeningen waarbij organen op het gebied van de sociale zekerheid zijn betrokken – art. 85 Verordening (EG) nr. 883/2004 141
10.1 Algemeen 141
10.2 Art. 85 Verordening (EG) Nr. 883/2004 143
10.2.1 Algemeen 143
10.2.2 Verhouding art. 85 Verordening (EG) Nr. 833/2004 tot art. 19 Rome II 144
10.2.3 Toepassingsgebied van art. 85 Verordening (EG) Nr. 883/2004 145
10.2.4 De inhoud van art. 85 Verordening (EG) Nr. 883/2004 145
10.2.5 De verwijzingsregels inzake sociale zekerheid 146
10.2.6 Erkenning van het verhaalsrecht in de andere lidstaten 147
10.2.7 Overige gevolgen van art. 85 Verordening (EG) Nr. 883/2004 147
10.2.8 Een – typisch – voorbeeld van art. 85 lid 1 Verordening (EG) Nr. 883/2004 148
11 Procesrecht: internationale bevoegdheid 151
11.1 Algemeen 151
11.2 Hoofdlijnen bevoegdheidsregeling Brussel Ibis-Vo 153
11.2.1 Algemeen 153
11.2.2 Geen forum-non-conveniens-exceptie 154
11.2.3 Absolute en relatieve competentie 155
11.2.4 Enkele beginselen die ten grondslag liggen aan de regels van internationaal bevoegdheidsrecht, toegespitst op verkeersongevallen 155
11.3 De bevoegdheidsregeling van de Brussel Ibis-Vo 157
11.3.1 Materieel toepassingsgebied 157
11.3.2 Formeel toepassingsgebied 159
11.4 De primaire bevoegdheidsregel van art. 4 Brussel Ibis-Vo 162
11.5 De bevoegdheidsregel van art. 7 aanhef en onder 2 Brussel Ibis-Vo 164
11.5.1 Algemeen 164
11.5.2 Verbintenissen uit onrechtmatige daad in de zin van art. 7 aanhef en onder 2 Brussel Ibis-Vo 165
11.6 De plaats waar het schadebrengende feit zich heeft voorgedaan in de zin van art. 7 aanhef en onder 2 Brussel Ibis-Vo 166
11.6.1 Algemeen 166
11.6.2 De rechtstreeks gelaedeerde met indirecte schade oftewel vervolgschade 167
11.6.3 De schade geleden door andere personen dan de direct gelaedeerde 168
11.7 De uitdrukkelijke forumkeuze 169
11.7.1 Algemeen 169
11.7.2 Formeel toepassingsgebied 170
11.7.3 De aan de forumkeuze gestelde vereisten 171
11.7.4 Gevolg van de forumkeuze 171
11.7.5 Beperking ter bescherming van de zwakker geachte partij 172
11.8 Stilzwijgende forumkeuze 172
11.8.1 Algemeen 172
11.8.2 Formeel toepassingsgebied 173
11.8.3 De verhouding van art. 26 Brussel Ibis-Vo tot gevallen waarin bevoegdheid voortvloeit uit andere bepalingen van de Brussel Ibis-Vo 173
11.8.4 Enkele uitzonderingen op het uitgangspunt dat de verschijning van de verweerder in de procedure voor een rechter van een lidstaat internationale bevoegdheid schept 174
11.9 Bevoegdheid in verzekeringszaken 174
11.9.1 Algemeen 174
11.9.2 Nadere afbakening van afdeling 3 van hoofdstuk II 175
11.9.3 De restfunctie van de overige bevoegdheidsregels 177
11.9.4 De relatie van afdeling 3 van hoofdstuk II tot art. 25 en 26 Brussel Ibis-Vo 177
11.10 Internationale bevoegdheid bij vorderingen tegen de verzekeraar 178
11.10.1 Algemeen 178
11.10.2 Vier bevoegdheidsgronden bij vorderingen tegen de verzekeraar 178
11.10.3 Woonplaats van verzekeraar is gevestigd buiten een lidstaat 180
11.11 Oproeping in vrijwaring van de verzekeraar in geval van een aansprakelijkheidsverzekering 180
11.12 De rechtstreekse vordering van de getroffene/gelaedeerde tegen de verzekeraar 181
11.13 Rechtstreekse vordering en oproeping in vrijwaring verzekeringnemer/verzekerde door verzekeraar 183
11.14 Internationale bevoegdheid bij vordering van de verzekeraar als eiser 183
11.15 Forumkeuzebevoegdheid in geval van verzekeringszaken 184
11.15.1 Algemeen 184
11.15.2 Forumkeuze na het ontstaan van het geschil 185
11.15.3 Forumkeuze ten gunste van de zwakkere partij bij een verzekeringsgeschil 185
11.15.4 Forumkeuze bij een woonplaats van de verzekeringnemer en de verzekeraar in dezelfde lidstaat 186
11.15.5 Forumkeuze door verzekeringnemer met woonplaats buiten een lidstaat 186
11.16 De bevoegdheidsregeling ter zake van de rechtstreekse vordering van art. 7 lid 1 WAM in relatie tot de bevoegdheidsregeling van de art. 10-16 Brussel Ibis-Vo 187
11.16.1 Art. 7 lid 1 WAM 187
11.16.2 Beperkte samenloop van art. 7 lid 1 WAM met de art. 10-16 Brussel Ibis-Vo 188
11.16.3 De eenvormige uitlegging van art. 71 lid 2 Brussel Ibis-Vo 190
11.16.4 De bevoegdheidsregeling van art. 7 lid 2 WAM 190
Verkort geciteerde literatuur 193
Trefwoordenregister 201
Rechtspraakregister 211
Wetsartikelenregister 217
Eerder verschenen in de Praktijkreeks IPR 225
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht