Erfrecht in het IPR
Samenvatting
Met ingang van 17 augustus 2015 is de Europese Erfrechtverordening van toepassing voor de Europese lidstaten, met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, de Republiek Ierland en Denemarken. Deze Verordening vervangt de nationale regelgeving op het gebied van het internationale erfrecht in de lidstaten. Zij regelt zowel de bevoegdheid van de rechter, het conflictenrecht (welk recht is toepasselijk op de nalatenschap), de Europese Erfrechtverklaring (EEV) en ook de mogelijkheden die een rechterlijke beslissing, een notariële akte of een EEV in een andere lidstaat bieden, binnen de grenzen van de Verordening.
Zij bestrijkt een ruimer gebied dan het Haags Erfrechtverdrag en heeft haar eigen Europeesrechtelijke definities in het erfrecht. Voor een aantal landen – waaronder Nederland – is en blijft het ook in dit boek behandelde Haags Testamentsvormenverdrag toepasselijk. Kortom, bij het afwikkelen van nalatenschappen met vermogen ‘over de grens’ (denk aan het vakantiehuisje in Frankrijk of elders) is dit boek onontbeerlijk met zijn theoretische onderbouwing en praktische uitwerking daarvan.
Specificaties
Inhoudsopgave
1.1 Algemeen 25
1.2 IPR-erfrechtverdragen en -wetgeving 26
2 De Europese Erfrechtverordening – Algemeen 29
2.1 Inleiding 29
2.2 Het formele toepassingsgebied 30
2.3 Het materiële toepassingsgebied 33
2.4 Van de materiële toepassing uitgesloten onderwerpen 36
2.5 Inwerkingtreding en van toepassing zijn van de Europese Erfrechtverordening 42
2.6 Temporeel toepassingsgebied (overgangsrecht) – inleiding 43
2.7 Temporeel toepassingsgebied (overgangsrecht) – rechtshandelingen van vóór 17 augustus 2015; algemeen 44
2.8 Temporeel toepassingsgebied (overgangsrecht) – rechtskeuze uitgebracht vóór 17 augustus 2015 44
2.9 Temporeel toepassingsgebied (overgangsrecht) – uiterste wilsbeschikkingen van vóór 17 augustus 2015 48
2.10 Uitleg en interpretatie Europese Erfrechtverordening 48
2.11 Gleichlauf in de Europese Erfrechtverordening 49
2.12 Termijnen en de Europese Erfrechtverordening 50
3 Rechterlijke bevoegdheid in de Europese Erfrechtverordening 51
3.1 Internationaal bevoegdheidsrecht – algemeen 51
3.2 Algemene bevoegdheid – de (laatste) gewone verblijfplaats 54
3.3 Algemene bevoegdheid – uitwerking van de (laatste) gewone verblijfplaats 57
3.4 Algemene bevoegdheid – de vordering in reconventie 63
3.5 Algemene bevoegdheid – de subsidiaire bevoegdheid 63
3.6 Forumkeuze – algemeen 67
3.7 Forumkeuze – vorm 69
3.8 Forumkeuze – toepasselijk recht 69
3.9 Forumkeuze – tijdstip 70
3.10 Forumkeuze – aanhangig making in afwijking van forumkeuze 71
3.11 Forumkeuze – contentieuze en voluntaire rechtspraak 71
3.12 Forumkeuze – enkele resterende vragen 72
3.13 Forumkeuze – gedeeltelijke forumkeuze 73
3.14 Forumkeuze – onbevoegdheid in geval van een rechtskeuze 73
3.15 Forumkeuze – twee bijzondere gevallen 76
3.16 Tijdstip aanvaarding bevoegdheid 77
3.17 Ambtshalve procedure 77
3.18 Verschijning in rechte 81
3.19 Forum necessitatis 83
3.20 Bevoegdheid bij goederen in een derde land 85
3.21 Aanvullende bevoegdheidsregelidng voor aanvaarding/ verwerping nalatenschap 87
3.22 Toepasselijke procedureregels bij aangezocht gerecht 93
3.23 Toepasselijke bevoegdheidsregeling 95
3.24 Samenloop van buitengerechtelijke schikking en gerechtelijke procedure of van twee buitengerechtelijke schikkingen 107
3.25 Voorlopige of bewarende maatregelen 107
3.26 Erfrechtelijke gedingen tijdens leven erflater 110
4 Erkenning, uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen 113
4.1 Inleiding 113
4.2 Erkenning van rechterlijke beslissingen 115
4.3 Niet-erkenning van rechterlijke beslissingen 120
4.4 Erkenning kennelijk strijdig met de openbare orde van de aangezochte lidstaat 122
4.5 De gebrekkige verstekverlening 127
4.6 Onverenigbare beslissingen 129
4.7 Geen inhoudelijke toetsing (revisie) 130
4.8 Aanhouding behandeling 131
4.9 Uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging 132
4.10 Procedure uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging 133
4.11 Rechtsmiddelen tegen uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen – inleiding 138
4.12 Rechtsmiddelen tegen uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen – ‘hoger beroep’ 140
4.13 Rechtsmiddelen tegen uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen – ‘beroep in cassatie’ 144
20 Erfrecht in het IPR
4.14 Inhoud beslissing op rechtsmiddelen tegen uitvoerbaarheid en tenuitvoerlegging 144
4.15 Aanhouding in de rechtsmiddelprocedure 145
4.16 Voorlopige of bewarende maatregelen 146
4.17 Gedeeltelijke uitvoerbaarheid 147
4.18 Rechtsbijstand 149
5 Aanvaarding en uitvoerbaarheid van authentieke akten en uitvoerbaarheid van gerechtelijke schikkingen 151
5.1 Algemeen 151
5.2 Aanvaarding authentieke akten 153
5.3 Uitvoerbaarheid authentieke akten 161
5.4 Uitvoerbaarheid gerechtelijke schikkingen 164
6 Toepasselijke erfwet 167
6.1 De erfrechtelijke conflictregels in de tijd 167
6.2 De aanknoping in de Europese Erfrechtverordening 167
6.3 Objectieve aanknoping 168
6.4 Rechtskeuze – algemeen 172
6.5 Rechtskeuze – stilzwijgend 179
6.6 Rechtskeuze – enkele overige problemen 180
6.7 Rechtskeuze – vorm 181
6.8 Rechtskeuze – herroeping en wijziging 184
6.9 Nietige en vernietigbare uiterste wilsbeschikkingen met een rechtskeuze 186
6.10 Aanpassing en de Europese Erfrechtverordening 187
6.11 Voorvraag en de Erfrechtverordening 188
6.12 Eenheidsstelsel 189
6.13 Onderwerpen bestreken door het op grond van het erfrechtstatuut toepasselijke recht 191
6.14 Nogmaals de Gleichlauf – het toepasselijke recht 204
6.15 De benoeming van een beheerder 205
6.16 Bijzondere regels houdende beperkingen voor de erfopvolging van onroerende goederen, ondernemingen of andere bijzondere categorieën goederen 211
6.17 Aanpassing van zakelijke rechten 214
6.18 Commoriënten 215
6.19 Onbeheerde nalatenschap 216
6.20 Terugverwijzing (renvoi) 218
6.21 Openbare orde 220
6.22 Staten met een meervoudig rechtsstelsel – inleiding 222
6.23 Staten met een meervoudig rechtsstelsel – territoriale verwijzingsregels 223
6.24 Staten met een meervoudig rechtsstelsel – interpersonele verwijzingsregels 225
6.25 Toepasselijkheid van de Europese Erfrechtverordening op interregionale en interpersonele gevallen binnen een lidstaat 225
6.26 De afwikkeling van de nalatenschap 226
6.27 Aanknopingsovermacht, Näherberechtigung en verrekening of retorsie 227
7 Uiterste wilsbeschikkingen 229
7.1 Inleiding 229
7.2 Toelaatbaarheid en materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen, niet zijnde erfovereenkomsten 230
7.3 Toelaatbaarheid en materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen, zijnde erfovereenkomsten 235
7.4 Uitwerking ‘materiële geldigheid van uiterste wilsbeschikkingen’ 239
7.5 Formele geldigheid uiterste wilsbeschikkingen 243
7.6 Haags Testamentsvormenverdrag – inleiding 243
7.7 Haags Testamentsvormenverdrag – het materiële toepassingsgebied 244
7.8 Haags Testamentsvormenverdrag – het formele toepassingsgebied 246
7.9 Haags Testamentsvormenverdrag – inwerkingtreding 247
7.10 Haags Testamentsvormenverdrag – voorbehouden 247
7.11 Haags Testamentsvormenverdrag – vormvereisten 248
7.12 Haags Testamentsvormenverdrag – sanctie op niet voldoen aan de vormvereisten 253
7.13 Haags Testamentsvormenverdrag – vorm herroeping uiterste wilsbeschikking 254
7.14 Haags Testamentsvormenverdrag – vorm rechtskeuze 255
7.15 Haags Testamentsvormenverdrag – vorm rechtskeuze bij mondelinge uiterste wilsbeschikking en bij ontbreken vormvoorschriften 255
7.16 Haags Testamentsvormenverdrag – verhouding tot gunstigere regelgeving voor de vorm 256
7.17 Toepasselijkheid artikel 27 ErfVo 256
7.18 Vormvereisten uiterste willen naar commuun internationaal privaatrecht 258
7.19 Registratie van testamenten 261
8 Europese erfrechtverklaring (EEV) 263
8.1 Algemeen 263
8.2 Aard van de EEV 265
8.3 Doel van de EEV 267
8.4 Afgifte van de EEV 269
8.5 Procedure aanvraag afgifte van de EEV 275
8.6 Inhoud van de EEV 280
8.7 Problemen bij de afgifte van de EEV 284
8.8 Correctie, wijziging of intrekking van de EEV 287
8.9 Rechtsmiddelen in verband met weigering, correctie, wijziging of intrekking van de EEV 289
8.10 Afschriften van de EEV 294
8.11 Rechtsgevolgen van de EEV – inleiding 296
8.12 Rechtsvermoedens en de EEV 297
8.13 Weerlegging rechtsvermoedens van de EEV 297
8.14 Bescherming van derden door de EEV 299
8.15 Aanpassing Nederlandse Kadasterwet in verband met de EEV 304
8.16 De Nederlandse VvE en de EEV – enkele vergelijkende opmerkingen 305
8.17 Twee of meer EEV’s met onderling tegenstrijdige inhoud 307
8.18 Een nationale VvE en een EEV met onderling tegenstrijdige
9 Slotbepalingen 309
9.1 Legalisatie en soortgelijke formaliteiten 309
9.2 Samenloop met bestaande internationale overeenkomsten 311
9.3 Informatie ten behoeve van het publiek 311
9.4 Verbindendheid 314
Lijst van verkort aangehaalde publicaties 315
Wetsartikelenregister 329
Rechtspraakregister 353
Trefwoordenregister 359
Mensen die dit boek kochten, kochten ook...
Net verschenen
Rubrieken
- aanbestedingsrecht
- aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht
- accountancy
- algemeen juridisch
- arbeidsrecht
- bank- en effectenrecht
- bestuursrecht
- bouwrecht
- burgerlijk recht en procesrecht
- europees-internationaal recht
- fiscaal recht
- gezondheidsrecht
- insolventierecht
- intellectuele eigendom en ict-recht
- management
- mens en maatschappij
- milieu- en omgevingsrecht
- notarieel recht
- ondernemingsrecht
- pensioenrecht
- personen- en familierecht
- sociale zekerheidsrecht
- staatsrecht
- strafrecht en criminologie
- vastgoed- en huurrecht
- vreemdelingenrecht