Musk, in Zuid-Afrika geboren en daarna via Canada naar de Verenigde Staten vertrokken, spekte eerst zijn bankrekening met honderden miljoenen dollars door de verkoop van een aantal start-ups, waaronder ‘internetbank’ PayPal. Vervolgens zette hij dit geld in voor de ontwikkeling van Grote Dingen. Niet alleen figuurlijk, ook letterlijk: herbruikbare raketten, zonnecollectoren, oplaadbare batterijen en elektrische auto’s. Waar Jobs als het ware op de vierkante centimeter zat te priegelen, is voor Musk de sky nog niet eens de limit; hij droomt er van ooit mensen naar Mars te vervoeren.
Ongetwijfeld geniet Musk de meeste bekendheid als de man achter de elektrische sportauto’s van Tesla. Deze fraai vormgegeven luxe elektrische auto’s zien we ook hier al op de weg. Musk vindt dat we moeten stoppen de eindige voorraad fossiele brandstoffen te gebruiken voor het autoverkeer en daarom wil hij de elektrische auto pontificaal op de kaart zetten. De Tesla moet vanuit het hoogste segment naar een steeds lager segment doordruppelen. Hij begint met deze luxe elektrische sportauto om te bewijzen dat elektrisch rijden ook cool kan zijn. Dan komt er een luxe Sedan om te concurreren met vooraanstaande merken als BMW en Mercedes. Gevolgd door de productie van een goedkope elektrische auto voor de massa. Daarnaast werkt Musk hard aan elektrische, zelfrijdende vrachtauto’s. Compromisloos innoveren is zijn motto. En niet, zoals bestaande automerken doen, innoveren omdat regelgevers hen daartoe aanzetten.
Met het verhaal van Musk en Tesla in het achterhoofd is Wheels van Arthur Hailey fascinerende kost. Het boek verscheen in het geboortejaar van Elon Musk, 1971, en speelt in de auto-industrie van Detroit. Het is weliswaar een roman, maar Hailey stond er om bekend dat hij maanden research deed binnen de bedrijfstak waarin hij zijn verhalen liet spelen. Als spannende roman is Wheels daarom af en toe een beetje te uitleggerig, maar als tijdsbeeld van een zelfvoldane, en daardoor in zichzelf gekeerde bedrijfstak onovertroffen.
De paniek die uitbreekt in directiekamers wanneer een kritische journalist schrijft dat er wel degelijk alternatieven bestaan voor de vervuilende benzinemotor, maar dat de auto-industrie zich niet geroepen voelt in de ontwikkeling van elektrische motoren te investeren, is tekenend. Moeten ze deze journalist doodzwijgen? Of moeten ze er een persconferentie aan besteden? En in hoeverre laten ze dan het achterste van hun tong zien?
Minstens zo interessant is de beschrijving van het werk aan de lopende band. Lawaai, stank, hitte, stress, dodelijke monotonie, slecht opgeleide monteurs, ruzie tussen arbeiders onderling, ruzie van chefs met vakbonden. Zo sexy als de autotop zich op feestjes en partijen gedraagt, zo rauw en ruw gaat het er aan toe op de plek waar de auto’s worden gemaakt. Geen wonder dat er (met name op maandag en vrijdag) veel mankeert aan de auto’s die de fabriek verlaten.
In diezelfde tijd kwamen in Japan de kwaliteitskringen op. Monteurs dachten mee over manieren om het productieproces te verbeteren. Midden jaren zeventig was er de oliecrisis en schoot de benzineprijs pijlsnel omhoog. De benzinemotoren van Amerikaanse auto’s waren niet alleen vervuilend, ze slurpten bovendien benzine. Hailey lezend begrijp je heel goed waardoor de ooit zo trotse, maar tevens arrogante Amerikaanse auto-industrie grotendeels kapot ging. Het maakt extra nieuwsgierig naar hoe het verder gaat met de stralend witte Teslafabrieken in Californië, en daarmee ook naar het vervolg van Elon Musks succesverhaal.
Over Annegreet van Bergen
Annegreet van Bergen is econoom, auteur van de bestseller Gouden jaren en journalist.