Met zijn 600 pagina’s is Too Big To Fail op het eerste gezicht bijna ‘too big to read’. Het boek van Andrew Ross Sorkin is echter met zoveel vaart geschreven dat de lengte allesbehalve een straf is. Uit gesprekken met meer dan tweehonderd hoofdrolspelers weet de New York Times-journalist een verhaal te destilleren dat leest als een thriller en de kredietcrisis minutieus reconstrueert.

Prezi is dé PowerPointkiller als we Hedwyg van Groenendaal, auteur van 'Presenteren met Prezi' mogen geloven. In dit vlotgeschreven boek beschrijft zij hoe u uw eerste Prezi maakt. Ze neemt u aan de hand en beschrijft op lekenniveau hoe het programma werkt. Prezi is presentatiesoftware nieuwe stijl, volgens techniek van mindmappen en zeker de moeite van het proberen waard. Als u al ervaring met Prezi heeft, heeft het boek beperkte meerwaarde, maar de website van de auteur met inspirerende links is goud waard.

Iedereen die werkt of wil werken zonder vaste werkplek en werktijden zou het boek 'Slimmer werken met het kantoor in je tas' in zijn tas moeten hebben. Gerald Essers laat inzien dat nomad werken een vaardigheid is die om een goede (digitale) ondersteuning vraagt. Beide items komen dan ook uitvoering aan bod, voorzien van de meest uiteenlopende tips en hulpmiddelen. Zodat ook u met meer plezier en met meer ontspanning kunt werken. Waar en wanneer u maar wilt.

Hoewel de titel wellicht anders doet vermoeden, heeft het boekje Spoken bestaan van Suzanne Unck niets van doen met paranormale  verschijnselen. ‘Een spook in dit boek is een metafoor voor je (voormalige) beschermingsmechanisme dat je angst aanjaagt en je meesleurt naar een plek waar je niet hoort: opgesloten in jezelf’, aldus de schrijfster in het openingshoofdstuk.

Er zijn inmiddels rondom reflecteren vele publicaties verschenen. Het zijn vooral boeken en dat is jammer, vindt Marijke Lingsma, want wat geschreven is beklijft in de regel nooit zo lang. Leren in interactie doet het veel beter en daarom ontwikkelde zij samen met twee docenten van de Haagse Hogeschool het Reflectiespel.

In het boek Slimmer werken en sociale innovatie laten TNO-medewerkers Peter Oeij, Luc Dorenbosch, John Klein Hesselink en Fietje Vaas zien wat sociale innovatie is en geven ze de laatste stand van zaken op dat gebied in Nederland. Conclusie: we kunnen veel beter.

Enthousiast was ik al van Jeroen Busschers voorgaande publicatie 'Pimp je afdeling'. Nu ben ik dat opnieuw en niet alleen door de titel 'Troost voor werkende mensen' als wel door de foto op de cover. Beide spreken tot de verbeelding en wekken een zekere, al of niet terechte, verwachting. Het roept bij mij de vraag op waarvoor we als werkend mens getroost moeten worden. Wat gebeurt er op het werk waar ik als lezer in terecht zou zijn gekomen? Op welke wijze ga ik daar mee om?

Genoeg boeken over verkoop. Genoeg boeken ook over inkoop. Dito boekenkast vol met literatuur over onderhandelen. Maar een combinatie van die drie, nee, dat ontbrak, constateerde Bert Willemsen. Hij sprong in het gat en schreef Situationeel (onder)handelen. Hoe komen inkopers en verkopers tot een succesvolle relatie? Een handleiding.

In 2003 publiceerde Hans Strikwerda het boek ‘Shared Service Centers’, dat sindsdien geldt als het standaardwerk op het gebied van, jawel, shared service centers; interne dienstenverschaffende eenheden binnen organisaties, die voor meerdere business units/divisies/afdelingen duidelijk afgebakende werkzaamheden verrichten. Nu is de herziene editie uit, onder de titel Shared Service Centers II.

Een deel van de Nederlandse cultuur was het zuigen op een pepermuntje tijdens de kerkdienst. In de begintijd van KING richtte producent Tonnema zijn marketing hoofdzakelijk op kerkgangers, schrijft Jef de Jager in 'De KING familie'. Er werd fanatiek geadverteerd in diverse kerkblaadjes. De hervormden gebruikten vooral Faam pepermunt, maar gereformeerden gaven de voorkeur aan KING. 

Is er een filosofie waarin het niet alleen gaat om diepzinnige statements en grote beweringen, maar om verheldering van alledaagse problemen? Ja, die is er. Paul Wouters, werkzaam als organisatieadviseur bij Berenschot, neemt de lezer bij de hand en laat zien dat filosofie over uiteenlopende 'denkgereedschappen' beschikt om vragen uit de praktijk te lijf te gaan. 'Denkgereedschap 2.0' is een sterke uitgebreide en volledig herziene versie van zijn uit 1999 stammende boek 'Denkgereedschap', dat met de bijbehorende trainingen voor veel opleiders en professionals uit uiteenlopende disciplines een aanvulling is gebleken op de vakmatige toolbox.

Dagelijks doen duizenden managers hun uiterste best om de resultaten van de organisatie te verbeteren. Zij slagen daar vaak niet in. Volgens ex-directeur van de NS, Nol Groot, is het een illusie te denken dat je de organisatie kunt sturen of modelleren. In het boek Zelforganisatie en leiderschap legt hij uit hoe managers de organisatie toch vooruit kunnen helpen.

'Succes in tijden van crisis? Hoe blijf je overeind in woelige tijden?' Wie het weet mag het zeggen. George Soros heeft in dit boek een zeer interessante boodschap. Allereerst zijn persoonlijke filosofie, zijn methode om met onzekerheid om te gaan. Maar daarnaast biedt hij ook zijn – verontrustende – kijk op de werking van de politiek en de economie en de verwevenheid van beide. Daarmee heeft dit een boek een boodschap voor iedereen die geïnteresseerd is in filosofie, politiek, economie en de relatie tussen deze drie systemen.

Wat heeft de baas met het merk dat zijn bedrijf voert? Bemoeit hij zich net als Freddy Heineken vroeger met iedere reclamecampagne en zelfs met de kleur van het logo, of laat hij dat liever aan zijn mensen over? Communicatieadviseur Lodewijk van der Peet was er nieuwsgierig naar en interviewde 25 bazen van bekende merken. Dat levert een leuk en onderhoudend boekje op: Merkwaardige bazen.

De ondertitel van het boek 'De stof van het denken' is 'Taal als venster op de menselijke natuur'. Als geïnteresseerde leek die van taal en de menselijke geest houdt, wekte dat meteen mijn interesse. Maar eenmaal begonnen, kom ik er al snel achter dat het boek dusdanig bombastisch en omslachtig geschreven is, dat het moeilijk doorkomen is voor de gemiddelde niet-linguïst. Jammer, want het nieuwste boek van Steven Pinker bevat ook interessante stukken.

Martin Seligman is samen met een aantal anderen de grondlegger van de positieve psychologie. Deze tak van de psychologie richt zich niet op het genezen van psychologische aandoeningen, maar op het vergroten van het levensgeluk. 'Gelukkig zijn kun je leren' gaat over deze nieuwe loot aan de tak van de psychologie. Zowel de stroming zelf als de onderwerpen die zij onderzoekt worden behandelt. Het is daardoor tegelijk een zelfhulpboek en een populair wetenschappelijk boek.